Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst Uitvoering en Toezicht Energie
Projectnummer 100803
t.a.v. de heer Drs. J.J. de Jong
Postbus 16326
2500 EN DEN HAAG

Ons Kenmerk : 02273b04 Brief behandeld door : Mevr. T. de Vos Datum : 30 juni 2002 Doorkiesnummer : 030 ­ 297 61 12 Faxnummer : 030 ­ 297 56 32

Betreft: antwoorden van VOEG op de vragen omtrent de richtlijnen Gasopslag

Geachte heer De Jong,

Hieronder volgen onze antwoorden op de consultatievragen van Dte over de "Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003."

Vraag 1 Bijdrage richtlijnen aan realiseren doelen Gaswet Voor 2002 was een belangrijke prioriteit de daadwerkelijke toegang tot de gasopslag te realiseren. Wij constateren, gelijk DTe reeds heeft gedaan, dat in het jaar 2002 de facto geen of nauwelijks sprake is geweest van realisering van deze prioriteit. De door de gasopslagbeheerder(s) gestelde tarifaire en technische eisen, alsmede de voorwaarden voor het gebruik van de gasopslaginstallatie (looptijden, flexibiliteit, beschikbaarheid, etcetera) waren dermate belemmerend en onwerkbaar dat daardoor de facto onneembare drempels werden opgeworpen. Van daadwerkelijke toegang tot de gasopslaginstallaties is dan ook in het jaar 2002 niet of nauwelijks sprake geweest.

Een tweede belangrijke prioriteit van DTe voor 2002 was, zoals wij begrepen hebben, het vaststellen van de omvang van dàt deel van de gasopslaginstallaties dat bedoeld is voor productie- en handelsopslag. Ook deze prioriteit is niet gerealiseerd, immers, uit de door mede door VOEG gevraagde bindende aanwijzing met betrekking tot Gasopslag is naar voren gekomen dat DTe geen uitspraak over de verdeling van capaciteit over productie- en handelsopslag heeft kunnen dan wel willen doen!

Vraag 2 Prioriteiten 2003
Voor 2003 gelden onverkort de prioriteiten voor 2002 (zie vraag 1). Wij zijn van mening dat die prioriteiten wel daadwerkelijk uitgevoerd moeten worden in 2003. Dit impliceert dat DTe thans zijn bij wet opgedragen taken als uitvoerder en handhaver van de Gaswet een meer concrete invulling geeft, waarbij op een meer evenwichtige wijze dan thans geschiedt rekening wordt gehouden met de wederzijdse belangen van de gasopslagbedrijven en de potentiële gebruikers van deze opslag. Naar het oordeel van VOEG dient Directeur DTe bij uitvoering van zijn



bevoegdheden meer dan thans rekening te houden met het gegeven dat de beheerder van een gasopslaginstallatie volgens de wetgever wordt geacht een economische machtspositie te hebben en derhalve dienovereenkomstig te worden gereguleerd.

Er dient naar mening van VOEG op zeer korte termijn een onderzoek te worden gedaan naar de technische aspecten (te weten minimum flow, multicycliciteit, injectie, bundelgrootte en productiecapaciteit, noodzaak gebundelde diensten, etcetera) van de concrete gasopslaginstallaties te Norg, Grijpskerk en Alkmaar, opdat de Directeur DTe bij het vaststellen van de Richtlijnen Gasopslag 2003 (en verder) én voor de uitvoering / handhaving van deze richtlijnen de beschikking heeft over de nodige gegevens om op een zorgvuldige en consistente wijze uitvoering te geven aan het bepaalde in de Gaswet. Voorkomen dient immers te worden dat de richtlijnen en door DTe te nemen uitvoeringsbesluiten met het beroep op een onzorgvuldige voorbereiding te zijner tijd door de rechter wegens strijd met de wettelijke zorgvuldigheidseisen worden vernietigd.

Vraag 3: Onderhandelingen met gasopslagbedrijven
Zie antwoord op vraag 21. Bovendien verwijzen wij naar het Brattle report waarin de ervaringen met onderhandelingen aan de orde gekomen zijn.

Vraag 4 Onderwerpen in relatie tot herstructurering gasgebouw Naar onze mening is herstructurering van het Gasgebouw uitsluitend een zaak van de wetgever en rechtstreeks betrokken partijen (aandeelhouders en eigenaren), en niet van het uitvoerende gezag, zoals de Directeur DTe.
Bij het opstellen van de Richtlijnen Gasopslag 2003 dient uitsluitend de huidige situatie als uitgangspunt te worden gehanteerd. Indien toekomstige aanpassingen van het Gasgebouw dwingen tot wijziging van de Richtlijnen, kan dit op dat moment plaatsvinden met inachtneming van de feiten zoals die zich op dat moment voordoen.

Vraag 5 Functionaliteit opslaginstallaties
Voor onze leden is het belangrijk dat diensten als seizoenopslag, dagbalancering en flexibiliteit beschikbaar zijn voor de gebruikers. Naar onze mening heeft Nederland een aantal fysieke mogelijkheden om gas op te slaan of te "flexibiliseren": line-pack, de UGS-en, LNG-opslag en het Groningen veld. Wij willen er dan ook voor pleiten genoemde fysieke mogelijkheden met elkaar in verband te brengen. Het gaat onze leden er immers niet zo zeer om wat er precies fysiek met het gas gebeurt, maar om de vraag of de diensten die noodzakelijkerwijs verbonden zijn met de "commodity" gas tegen redelijke kosten beschikbaar zijn voor de shipper, handelaar, leverancier en de eindgebruiker. Naar onze mening is het in dit verband absoluut noodzakelijk dat Gas Transportservices de rol van onafhankelijke System Operator op zich te neemt, vergelijkbaar met de rol van TenneT als neergelegd in de Elektriciteitswet 1998.

Wij wijzen erop dat het in het bijzonder voor een goed functioneren van de elektriciteitmarkt van belang is dat gasopslag toegankelijk is. Producenten van elektriciteittriciteit hebben gasopslag mede nodig om flexibel te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de elektriciteitsmarkt. Pieken in de elektriciteitsvraag laten zich nu eenmaal niet voorspellen. Flexibele elektriciteitsproductie



vraagt om een flexibele brandstofinput. Zolang de gastariefsystemen er voor zorgen dat gas zich niet leent voor flexibele produktie van elektriciteit zal dat gebeuren met olie, met alle milieu en prijs gevolgen van dien.

Vraag 6 Karakteristieken opslagdiensten
De aan te bieden opslagdiensten dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de vraag in de markt. In dit verband staan wij een zo groot mogelijke variatie in producten voor, zoals:


- (opgesplitste) bundels in verschillende grootten en typen (seizoen/dag, volume/responsetijd, minimum flow)

- invoering van een systeem van multicycliciteit voor gebruik van de gasopslaginstallaties
Vraag 7 Afschakelbare overeenkomsten
Afschakelbare diensten vormen voor een aantal partijen (onder andere elektriciteitsproducenten) een interessante optie, niet alleen bij gasopslag, maar ook voor gastransport.

De kritiek van een aantal marktpartijen is dat bij de huidige staat van ontwikkeling van de gasmarkt er geen concrete mogelijkheden voor afschakelbare opslagdiensten kunnen bestaan. In dit verband wijzen wij erop dat er bij het ontbreken van een goed functionerende secundaire markt, het kunnen rekenen op opslagfaciliteiten van groot belang is bij het opbouwen van een evenwichtige portefeuille van short en long posities. Het aanbieden van afschakelbare contracten zal naar de mening van deze partijen de markt niet in overwegende mate kunnen bevorderen.

Vraag 8 Aanpassing basisdiensten
Waar de markt behoefte aan heeft zijn betrouwbare op efficiënte economische kosten gebaseerde indicatieve tarieven als uitgangspunt voor onderhandelingen en een splitsing van de bundels in afzonderlijke basisdiensten: "sent in capacity", opslagvolume en "sent out capacity".

Vraag 9 Bundelomvang
Zoals ook verwoord bij vraag 8 horen de bundels te worden opgesplitst in afzonderlijke componenten. De huidige bundelomvang moet met tenminste 50 procent te worden teruggedrongen. Ook hier geldt dat zolang er geen goed functionerende secundaire markt bestaat, er niet gerekend kan worden op "derden" die een grote bundel contracteren en die vervolgens gesplitst in afzonderlijke diensten met een acceptabele omvang wederverkopen.

Vraag 10 Opslagdiensten in bundelvorm
Zie ook antwoorden bij vraag 8 en 9. In een moeilijke en onvolwassen markt een opslag als Grijpskerk in 15 delen splitsen en doen alsof er 15 kleine `Grijpskerken' bestaan dwingt elke geïnteresseerde partij injectie- en productiecapaciteit en opslagvolume in dezelfde vaste verhouding te contracteren waar diverse partijen liever andere verhoudingen zouden willen zien, vooralsnog zonder de mogelijkheid om onderling tot ruil en / of wederverkoop te komen. Kortom, het aanbieden van opslagdiensten in de vorm van bundels resulteert in een onnodige en ernstige



belemmering van de markt van gasopslagdiensten. De kloof tussen marktwaarde van de opslag en de vraagprijzen wordt dientengevolge onnodig verder vergroot.

Vraag 11 Looptijden overeenkomsten
Bij looptijden is het van belang dat keuzemogelijkheid bestaat. De markt moet nog op gang komen en de meeste partijen moeten nog gaan ontdekken wat ze kunnen, willen en waar behoefte aan is.
Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de mismatch tussen de internationale gashandel / opslagmarkt en de gebruikersmarkt. Gebruikers werken veelal nog met contracten die lopen van januari tot en met december waar internationaal oktober tot en met september gebruikelijk is. Bij deze internationale contracten past gas opslaan van april tot en met september en ontrekken van oktober tot en met maart.
Nieuwe leveranciers op de Nederlandse verbruikersmarkt, evenals bestaande partijen die hun afhankelijkheid van leveringen door Gasunie willen verminderen, en die reeds in 2003 activiteiten willen ontplooien, zullen ook reeds in januari 2003 behoefte hebben aan opslag als middel om korte termijn vraagfluctuaties in evenwicht te brengen met het aanbod aan gas. De gasrichtlijn dient hierin te voorzien.

Het beperken van de looptijd van gasopslag overeenkomsten tot maximaal één jaar in verband met de mogelijke claim van Gasunie en de gasopslagbedrijven dat de capaciteit van de gasopslaginstallaties in de komende jaren mogelijk moet worden aangemerkt als productie- opslag en derhalve niet beschikbaar is voor de markt, is onaanvaardbaar. DTe dient duidelijkheid te verschaffen over de omvang van de capaciteit die volgens de wet mag worden gereserveerd voor productie-opslag.

Vraag 12 Maximale nominatietermijn
Nominaties voor gasopslag moeten zo kort mogelijk voor de daadwerkelijke handelingen kunnen plaatsvinden, doch dienen in ieder geval te passen binnen het nominatiesysteem voor transport en voor (internationale) handel. Opslag is namelijk nooit een doel op zich maar slechts een belangrijk middel om bijvoorbeeld boetes voor onbalans in de portefeuille te voorkomen. Termijnen voor nominaties dienen dit mogelijk te maken.

Vraag 13 Minimum flow
Indien de gasstroom beneden de minimum flow komt zeggen opslagbedrijven niet te kunnen presteren. Voor gebruikers betekent dit dat ze de facto een afschakelbaar contract hebben en dus niet kunnen rekenen op de dienstverlening waar ze dat wel moeten kunnen. Leveranciers van gas moeten kunnen putten uit verschillende bronnen om aan hun leververplichting te kunnen voldoen. Binnen deze mogelijkheden willen ze vervolgens economische optimalisatie gaan toepassen. Gas achterlaten in een opslag is belangrijk als er geen andere afnemer is die voor overschotten een acceptabele prijs wil / kan betalen. Gas kunnen onttrekken is belangrijk als er geen andere aanbieder is die het gas voor een acceptabele prijs wil verkopen. Opslagbedrijven zullen de minimum flow veelal niet halen op in periodes dat vraag en aanbod redelijk in evenwicht zijn.



Echter zonder goed functionerende markt en / of een gasbeurs heeft een leverancier met een tekort weinig aan het gegeven dat de markt redelijk in evenwicht is, hij / zij heeft immers een tekort en moet dan bij het opgeslagen gas kunnen komen. Lukt dat niet door het niet halen van de minimum flow dan zijn een aantal oplossingen mogelijk:
1) DTe draagt er zorg voor dat de gastransport-tarieven zodanig worden vormgeven dat een gasbeurs tot de mogelijkheden behoort. Hiertoe zou Gas Transportservices in het tariefsysteem voor 2003 slechts een virtueel entry/exit punt moeten opnemen voor de gasbeurs en hooguit slechts administratiekosten rekenen voor de exit en de entry op het betreffende punt.

2) De gasopslag bedrijven passen "contra buying" toe: ze sluiten met geschikte partijen contracten zodat bij niet halen van de minimum flow het opslag bedrijf de gewenste hoeveelheid gas kan (uit)lenen aan de betreffende handelaar. Dit biedt het opslagbedrijf de mogelijkheid om een economisch rationele keuze te maken tussen extra operationele kosten of (uit)lenen.

3) Gas Transportservices zet een fatsoenlijke onbalansmarkt op waar korte termijn flexibiliteit kan worden aangeboden en waar partijen hun overschotten, respectievelijk tekorten tegen een faire prijs kunnen wegwerken. Juist in de periodes dat de minimum flow niet gehaald kan worden zullen er geen structurele tekorten of overschotten bestaan zodat de prijzen voor onbalans nauwelijks uit de pas zouden moeten lopen met de day- ahead wholesale markt.

Vraag 14 Gewenste minimum flow grootte
In navolging van het gestelde bij vraag 13 dient er geen sprake te zijn van minimum flow eisen, zolang er voor vragers van de opslagdienst geen redelijke alternatieven voorhanden zijn. Voor zover er een noodzaak is tot het aanvaarden van minimum floweisen, dienen deze eisen te zijn gebaseerd op door DTe geïnitieerd gedegen onderzoek van de technische kenmerken (beperkingen) van de concrete gasopslaginstallaties. Een eventueel op te nemen minimum floweis dient derhalve te zijn gerelateerd aan de concrete technische kenmerken van de individuele gasopslaginstallaties.

Vraag 15 Multicycliciteit
Uitgangspunt van de richtlijnen dient te zijn dat de beheerders van de gasopslaginstallaties het gebruik van deze installaties dienen te baseren op het principe van multicycliciteit. Voor zover er technische belemmeringen moeten worden gesteld door de beheerders van gasopslaginstallaties, dienen deze gestelde beperkingen te worden geverifieerd en te berusten op objectieve vaststelling van de technische belemmeringen, die op hun beurt hun grondslag vinden in zorgvuldig onderzoek, geïnitieerd door Directeur DTe.

Vraag 16 Beperkende factoren gastransport
De Richtlijnen Gastransport dienen te worden aangepast met het oog op het opheffen van de volgende knelpunten:


- de hoge kosten van kwaliteitsconversie

- het ontbreken van afschakelbare diensten

- de te hoge tarieven voor de transportdienst




- het ontbreken van een liquide handel

Bij de beantwoording van deze vraag gaan wij uit van de vooronderstelling dat voor het jaar 2003 en verder er sprake zal zijn van een goed functionerend entry-exit transportsysteem.

Vraag 17 Belemmering tarieven
Wij kunnen ons vinden in de analyse door de Brattle Group

Vraag 18 Belang van artikel 9, lid 1
Artikel 9.1 van de Richtlijnen Gasopslag vinden we noodzakelijk omdat ons inziens de partijen die over een opslagfaciliteit beschikken een (bijna) monopolie ofwel een economische machtspositie hebben. Daarenboven wekken deze partijen de indruk niet bijzonder gecharmeerd te zijn van idee opslagcapaciteit ter beschikking te stellen aan anderen dan aan Gasunie. Er is in dat verband naar ons inziens geen verschil tussen het jaar 2002 en het jaar 2003.

Vraag 19 Ongestructureerd onderhandelen
Bij de huidige staat van ontwikkeling van de markt is het niet wenselijk om te komen tot een systeem van ongestructureerd onderhandelen. Naar onze mening is het mogelijk om "ongestructureerd" te onderhandelen in een markt met voldoende vragers en aanbieders. Dat is niet het geval bij de opslagfaciliteiten. Daarnaast zullen bij "ongestructureerd" onderhandelen producten ontstaan die niet makkelijk verhandelbaar zijn op een secundaire markt, het zal immers normaliter geen "standaard" product zijn.

Wij wijzen er overigens op dat het systeem van de Gaswet partijen in zekere mate de ruimte biedt om op basis van case by case onderhandelingen te komen tot een aangeboden product dat op de wensen van de klant is afgestemd.

Vraag 20 Indicatieve tarief- en vertrekpunt ongestructureerde onderhandelingen Zoals reeds aangegeven bij vraag 19, zijn wij van mening dat bij de huidige staat van ontwikkeling van de gasmarkt van ongestructureerd onderhandelen geen sprake kan zijn. Wij wijzen erop dat in dit verband ook de wetgever er van uitgaat dat de beheerder van een gasopslaginstallatie een economische machtspositie heeft welke dient te worden gereguleerd.

Vraag 21 Belemmeringen tariefonderhandelingspraktijken Onze leden hebben weinig tot geen ervaring met onderhandelingen over opslag. Tot op heden zijn de "toegangswegen" tot de opslag dermate moeilijk begaanbaar en kostbaar dat het nauwelijks zin heeft te onderhandelen over de feitelijke opslag. Daarnaast biedt Gasunie Trade & Supply diensten aan die vergelijkbaar zijn met de mogelijkheden die opslag biedt. De prijs die Gasunie ervoor vraagt is ons inziens hoog, echter minder hoog dan die momenteel voor fysieke opslag geldt.



Vraag 22 Gestructureerd onderhandelen
Wij zijn het eens met uw analyse ten aanzien van de voordelen van gestructureerd onderhandelen.
Veiling kan een instrument zijn voor opslag benodigd voor de ondersteuning van het systeem.

Vraag 23 Randvoorwaarden veiling basisdiensten
Een veiling werkt naar onze mening slechts dan als sprake is van een standaardproduct waar voldoende vraag naar is, en waarvan de minimumprijs voldoende aantrekkelijk is voor marktpartijen.

Vraag 24 Indicatieve tarief- en vertrekpunt gestructureerde onderhandelingen Het indicatieve tarief dient gebaseerd te zijn op de marginale kosten van het gebruik van de opslaginstallatie.

Vraag 25 Minimum- of reserveringsprijs
De werking van minimum prijzen kan slechts bekeken worden in relatie tot de andere noodzakelijke diensten. Voorzover wij hebben kunnen nagaan zijn op dit moment zowel het tarief voor de opslag, de aan- en afvoer van gas en de minimum flow onoverkomelijke hindernissen. Zie ook de analyse van de Brattle Group. Om te beginnen dient de minimum prijs voor opslag dan ook gebaseerd te zijn op de marginale kosten.

Met vriendelijke groet,
VOEG

Sjak Lomme René van der Vegt Woordvoerder Gas Voorzitter