Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

http://www.minvrom.nl

MINVROM: Brief minister Kamp (VROM) huursubsidie naar de TK

Van: Directoraat-Generaal Wonen, Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen, DGW (2002/109)

Aan: Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, der Staten Generaal, Postbus 20018, 2500 EA DEN HAAG

Kenmerk: IBS 2002.056078

Geachte voorzitter,

In het Algemeen Overleg (AO) met de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer jongstleden vrijdag heb ik toegezegd een analyse te laten maken van de huishoudens wier huursubsidie in principe automatisch kon worden gecontinueerd in het nieuwe subsidiejaar, maar die nog steeds niet hebben gereageerd op het Beperkte Huursubsidiebericht en het daarop volgend rappel. Tevens heb ik toegezegd na te gaan of er juridische beletselen zijn om, overeenkomstig de wens van de leden van de vaste commissie, over te gaan tot het verlenen van voorschotten aan de hiervoor bedoelde groep huishoudens. In deze brief zet ik u mijn bevindingen en de daarop gebaseerde maatregelen uiteen.

Zoals ik tijdens het AO van vrijdag jl. heb toegelicht, is het bij het proces van het automatisch continueren niet mogelijk gebleken om voor alle continuanten de benodigde subsidiebepalende gegevens rechtstreeks van de zogeheten primaire bronnen (GBA, Belastingdienst, verhuurders) te betrekken. Deze groep continuanten bedraagt, zoals ik in mijn brief aan uw Kamer d.d. 16 augustus 2002, nr. IBS 2002.1506076 heb uiteen gezet, 42.300 huishouden (stand per week 32). Deze groep heeft daarom een Beperkt Huursubsidiebericht ontvangen, waarin de huurder wordt verzocht binnen 4 weken de ontbrekende gegevens zelf aan VROM te leveren. Hierna kan, zoals in het genoemde bericht is uiteengezet, vaststelling van subsidiebedrag alsnog plaatsvinden. Daartoe is een (groen) wijzigingsformulier bij het Beperkte Huursubsidiebericht gevoegd.

In totaal hebben 229.099 automatische continuanten een Beperkt Huursubsidiebericht ontvangen. Deze berichten zijn uiterlijk op 7 juni jl. verzonden. In week 32 had de overgrote meerderheid van de huurders, namelijk 186.799, gevolg gegeven aan het verzoek om de ontbrekende gegevens ter vaststelling en uitbetaling van de huursubsidie aan te vullen. Aan de resterende groep van 42.300 huurders van wie geen reactie is ontvangen, is uiterlijk op 7 augustus jl. een rappelbrief verzonden, waarin wordt verzocht alsnog te reageren.

Hoewel ik op basis van deze cijfers concludeer dat het proces van automatisch continueren voor het overgrote deel van de betrokken huurders naar behoren is verlopen, blijft het de vraag waarom deze groep van 42.300 huishoudens nog steeds niet heeft reageert. Daarom is er na afgelopen vrijdag een oriënterende analyse gemaakt waarbij gekeken is naar de samenstelling van de groep, de ontbrekende gegevens op de Beperkte Huursubsidieberichten en de reden waarom de desbetreffende huurders niet reageren.

De samenstelling van de groep laat het volgende beeld zien:

Percentage in de groep dat niet reageert (1e kolom), Percentage tijdens het vorige tijdvak (2e kolom)
Eenpersoonshuishoudens 57% 54%
Meerpersoonshuishoudens 43% 46%
64 jaar en jonger 80% 61%
65 jaar en ouder 20% 39%

Hieruit blijkt dat de groep van 64 jaar en jonger oververtegenwoordigd is in de groep die niet heeft gereageerd op het Beperkte Huursubsidiebericht. Dit lijkt logisch aangezien deze groep meer verhuisbewegingen en wijzigingen in inkomen laat zien dan de groep van 65 jaar en ouder. Ik heb nog niet kunnen vaststellen in welke mate de oververtegenwoordiging van de groep 64 jaar en jonger te maken heeft met het terugzendgedrag van de betreffende groep (al of niet vanwege het wegvallen van het recht op subsidie) dan wel met de mate waarin deze groep ook was oververtegenwoordigd in het totaal van verstuurde Beperkte Huursubsidieberichten.

Ook is gekeken naar de aard van de ontbrekende gegevens. In onderstaand overzicht is weergegeven om welke gegevens het gaat.

Ontbreken van: percentage
betaalrichting, al dan niet in combinatie met andere gegevens 7,5 %
Huurgegevens 21 %
Inkomensgegevens 31 %
Huishoudsamenstelling 12,8 %
combinatie van meerdere gegevens (behoudens betaalrichting) 27,7 %

Dit deel van de analyse biedt mij geen eenduidige aanknopingspunten om conclusies te trekken inzake het systematisch ontbreken van gegevens in relatie tot het terugzendgedrag.

Tenslotte is een aanzet tot een oriënterende analyse gemaakt van de redenen waarom huurders nog niet hebben gereageerd op het beperkte subsidiebedrag. Daartoe zijn enkele tientallen huurders telefonisch benaderd met de vraag waarom nog niet is gereageerd. Hieruit blijkt een grote diversiteit aan redenen die mij op dit moment nog onvoldoende houvast geven om een eenduidige conclusie te trekken. Wel bleek hieruit dat die huurders die met vragen zaten, deze niet aan VROM hebben kunnen stellen vanwege de slechte telefonische bereikbaarheid die ook aan de orde is geweest in mijn brief van 16 augustus j.l. en het daarop volgende AO.

Ten principale ben ik van mening dat alvorens tot uitbetaling van een subsidiebijdrage wordt overgegaan, vastgesteld dient te worden of de betrokkene op een dergelijke bijdrage recht kan doen gelden. Indien voor het vaststellen van dat recht informatie van de potentieel rechthebbende noodzakelijk is, mag naar mijn overtuiging verwacht worden dat de betrokkenen die informatie dan ook aanlevert. Daar waar de betrokkene die medewerking niet verleent, zie ik in principe ook geen aanleiding om een bijdrage bij voorschot uit te betalen.

Echter, vanwege de problemen inzake de telefonische bereikbaarheid van het ministerie die het huurders met vragen over een beperkt subsidiebericht onmogelijk maakt hierop antwoord te krijgen, ben ik bereid om aan de groep huishoudens die tot op heden nog niet heeft gereageerd op het Beperkt Huursubsidiebericht, bij wijze van uitzondering een voorschot te betalen. Mij is inmiddels gebleken dat er geen juridische beletselen zijn om ook voor deze groep tot voorschotverstrekking over te gaan. De hoogte van het voorschot zal gelijk zijn aan die van de categorie eerste aanvragen.

Ik ga er vanuit dat met deze maatregel voor dit moment tegemoet wordt gekomen aan de problemen van de betreffende categorie van 42.300 huishoudens. De vraag rest uiteraard wel hoe zo snel mogelijk definitief kan worden vastgesteld wie uiteindelijk recht op huursubsidie heeft en zo ja, voor welk bedrag. Allereerst is het daarvoor noodzakelijk dat de bereikbaarheid van het ministerie weer genormaliseerd is. Sinds het verstrekken van de voorschotten aan eerste aanvragers is al een positieve lijn zichtbaar van 93.000 belpogingen vorige week maandag tot 19.000 belpogingen afgelopen maandag. Tevens zal ik maatregelen treffen waardoor gemeenten en/of verhuurders beter in staat worden gesteld om vragen van de groep continuanten waar het hier om gaat, te beantwoorden.

Wanneer vervolgens geconstateerd kan worden dat de bereikbaarheid voor deze groep weer hersteld is en waar nodig de benodigde informatie kan worden verstrekt, zal ik nogmaals aan degenen die op dat moment niet hebben gereageerd op het Beperkt Huursubsidiebericht een rappelbrief zenden.

Nadat een redelijke reactietijd op deze laatste rappelbrief is verstreken, zal ik de betaling van voorschotten staken, de betaalde voorschotten terugvorderen en worden de aanvragen van diegenen, die dan nog steeds niet op het Beperkt Huursubsidiebericht hebben gereageerd, buiten behandeling gesteld.

Hiervoor gaf ik aan dat de bevoorschotting van de categorie van 42.300 huishoudens in beginsel alleen voor dit subsidiejaar geldt. Om voor het volgend tijdvak adequate maatregelen te treffen heb ik opdracht gegeven om de oriënterende analyse van de betreffende categorie verder uit te diepen. De resultaten hiervan moeten aangeven welke oorzaken doorslaggevend zijn geweest voor het niet tijdig aanleveren van noodzakelijke informatie, waaronder de bereikbaarheid, en welke maatregelen passend zijn. Ik zal Uw Kamer te zijner tijd hierover informeren.

Tijdens het AO van afgelopen vrijdag heeft het lid van Uw Kamer de heer de Ruiter (SP) mij drie voorbeelden overhandigd van huursubsidiegerechtigden die in het nieuwe subsidiejaar een lagere bijdrage ontvingen dan in het voorgaande subsidiejaar. Ik heb deze voorbeelden laten analyseren. Hieruit blijkt dat er ten aanzien van twee van deze drie huursubsidiegerechtigden bij de subsidievaststelling geen fouten zijn gemaakt. Ten aanzien van de derde huursubsidiegerechtigde blijkt dat bij de handmatige correctie van het verzamelinkomen voor wat betreft de standaardaftrekposten een fout is gemaakt. Deze fout is inmiddels gecorrigeerd. In een bief aan de heer De Ruiter zal ik een en ander in detail toelichten.

Tot slot wil ik nog kort ingaan op de discussie tijdens het AO van vrijdag jl. over de grote instroom van eerste aanvragen. Door sommige leden van de vast commissie is tijdens het AO gesteld, dat de Kamer tijdens het interpellatiedebat van 4 juli jl. niet volledig zou zijn geïnformeerd. Dit berust mijns inziens op een misverstand.Toen gedurende de maand juli de aanwas van eerste aanvragen toenam, was binnen de uitvoeringsorganisatie van mijn departement de aandacht volop gericht op het proces van automatisch continueren. De onverwacht grote toename van het aantal eerste aanvragen is daardoor op dat moment onvoldoende onderkend. Zodra dat wel het geval was, rond eind juli, zijn de ambtelijke top en vervolgens de Minister daarover geïnformeerd. Uw Kamer heb ik daarop bij de beantwoording d.d. 8 augustus jl. van de vragen van Kamerlid De Ruiter ingelicht.

Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

H.G.J. Kamp

21 aug 02 11:08