Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Task Force ICC Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 21 augustus 2002 Behandeld Joep Sweyen

Kenmerk TF/ICC-180/02 Telefoon + 31 70 348 4995
Blad /1 Fax + 31 70 348 5244

Bijlage(n) 1 E-Mail joep.sweyen@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Dittrich (D66) over de procedure voor het aantrekken van rechters
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Dittrich (D66) over de procedure voor het aantrekken van rechters ten behoeve van het Internationaal Strafhof. Deze vragen werden ingezonden op 2 juli 2002 met kenmerk 2010212920.

De Minister van Buitenlandse Zaken

mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Donner, Minister van Justitie op vragen van het lid Dittrich (D66) over de procedure voor het aantrekken van rechters ten behoeve van het Internationaal Strafhof. (Ingezonden 23 juli 2002)

Vraag 1

Tot welk resultaat heeft de beraadslaging van begin juli 2002 tijdens de voorbereidende vergadering van de Verenigde Naties in New York over de procedure tot het aantrekken van rechters voor het Internationaal Strafhof geleid?

Antwoord

Deze beraadslagingen hebben nog niet tot overeenstemming geleid over de procedure voor de verkiezing van rechters voor het Internationaal Strafhof. Dat betekent dat hierover een akkoord moet worden bereikt tijdens de eerste bijeenkomst van de Vergadering van Staten die Partij zijn (Assembly of States Parties, ASP). Deze bijeenkomst vindt van 3 tot en met 10 september plaats in New York. Een voorliggend voorstel werd door een aantal landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Canada, niet acceptabel geacht vanwege de omvangrijke bureaucratie waarmee verkiezingen volgens dat voorstel gepaard zouden gaan en, in het verlengde daarvan, vanwege zorgen aangaande waarborgen voor het aantrekken van gekwalificeerde rechters. Voorafgaand aan de ASP zal de beoogd voorzitter pogingen ondernemen om, in overleg met vertegenwoordigers van de verschillende regionale groeperingen, een aanvaardbare procedure voor te leggen.

Vraag 2

Aan welke criteria moeten kandidaat-rechters voldoen naast de in het Statuut van Rome genoemde aandachtspunten van deskundigheid op het gebied van het strafrecht en het internationaal recht, evenwichtige verdeling man/vrouw en geografische spreiding? Zijn deze criteria harde voorwaarden of kunnen zij om kwalitatieve redenen terzijde worden gesteld?

Antwoord

Naast de genoemde criteria noemt het Statuut van Rome ook nog de behoefte aan vertegenwoordiging van de voornaamste rechtstelsels van de wereld (art. 36, achtste lid, sub a (I)). Met iets minder nadruk verwijst het Statuut voorts naar "de wenselijkheid rechters op te nemen, die beschikken over juridische deskundigheid ten aanzien van bepaalde onderwerpen, waaronder in ieder geval geweld tegen vrouwen of kinderen" (art, 36, achtste lid, sub b). Het hardste criterium is de eis in het Statuut dat bij de eerste verkiezing voor het Hof ten minste negen rechters met strafrechtelijke expertise worden gekozen en ten minste vijf rechters met internationaal-rechtelijke expertise (art. 36, vijfde lid). De andere criteria zijn ook belangrijk, maar de formulering in het Statuut laat hier enige ruimte voor interpretatie (voornaamste rechtstelsels; billijke vertegenwoordiging). Deze andere criteria kunnen niet geheel terzijde worden geschoven, maar er kan wel rekening mee worden gehouden bij de selectie en waardering van de beschikbare kandidaten.

Vraag 3

Welke positie heeft de Nederlandse regering ingenomen in de onderhandelingen over de kwaliteit van de aan te trekken rechters?

Antwoord

De Nederlandse regering heeft steeds de positie ingenomen dat het systeem van verkiezingen waarvoor uiteindelijk zal worden gekozen dient te leiden tot de verkiezing van hooggekwalificeerde rechters met gedegen recente praktische ervaring. Voor een goed functioneren van het Strafhof is dit immers cruciaal.

Vraag 4

Is de Nederlandse regering voornemens een kandidaat te presenteren voor het rechterschap in het Internationaal Strafhof? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nee. Nederland overweegt een kandidaat te presenteren voor de functie van griffier. Voor Nederland als gastland heeft het voordelen wanneer het Internationaal Strafhof beschikt over een Nederlandse griffier. Wil een kandidatuur hiervoor kans van slagen hebben, dan is het niet reëel ook een kandidaat-rechter voor te dragen.

Vraag 5

Zijn er tussen de deelnemende landen onderling informele afspraken gemaakt die ertoe zouden kunnen leiden dat niet de beste kandidaten voor het rechtersambt zullen worden gekozen? Zo ja, welke afspraken zijn dat?

Antwoord

Nee.

Vraag 6

Bent u bereid overleg te voeren met non-gouvernementele organisaties, zoals Parliamentarians for Global Action, afdeling International Law and Human Rights, over de te voeren aantrekkingsprocedure?

Antwoord

Met vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties is regelmatig overleg over alle aangelegenheden betreffende het Strafhof. Dat geldt ook voor de verkiezingsprocedure. Vanzelfsprekend staat de regering hiervoor open.

Vraag 7

Bent u bereid de Kamer periodiek op de hoogte te brengen van de voortgang in de aantrekkingsprocedure voor rechters bij het Internationaal Strafhof?

Antwoord

Ja.


Kenmerk Blad /1

Parliamentarians for Global Action (PGA) is een organisatie waarbij ongeveer 1350 parlementsleden vanuit 103 landen uit alle delen van de wereld zijn aangesloten. De organisatie heeft zich onder meer toegelegd op het tot stand brengen van een eerlijk, onafhankelijk en effectief Internationaal Strafhof.