Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inspectierapport inzake gezinsdrama Roermond

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DJB/JHV-2308514

20 augustus 2002

Op 12 juli jl. heeft zich een verschrikkelijk gezinsdrama afgespeeld in Roermond. Door een brand zijn zes kinderen in de leeftijd van drie tot tien jaar om het leven gekomen. Bij het gezin is een aantal jeugdzorginstanties betrokken geweest. Gelet hierop heb ik op 18 juli 2002 de Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming verzocht om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de hulpverlening die aan het gezin heeft plaatsgevonden. Het belangrijkste doel van dit onderzoek is om er lering uit te trekken voor de toekomst en om te bezien of het jeugdzorgstelsel aanpassing behoeft.

Hierbij bied ik u het rapport Casus Roermond nader onderzocht van de Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming aan. In het rapport beschrijft de Inspectie op basis van dossieronderzoek de keten van de jeugdzorg in deze casus en gaat zij in op het gezin in relatie tot de jeugdzorg. Verder worden in het rapport de onderzoeksvragen beantwoord en doet de Inspectie een aantal aanbevelingen. Bij deze aanbevelingen wordt een onderscheid gemaakt tussen aanbevelingen aan de instellingen, aan de provincie en aan het Rijk.

Met inachtneming van deze laatste aanbevelingen zal ik de volgende acties ondernemen. In overleg met het ministerie van Justitie, het IPO, de VNG en de hulpverlening zal ik op zeer korte termijn bezien hoe een sluitende aanpak tussen hulpverleners gerealiseerd kan worden. Duidelijkheid over verantwoordelijkheden en over de coördinatie van het hele proces vormen daarbij het uitgangspunt. Indien nodig zal hiertoe het wetsvoorstel Wet op de jeugdzorg worden aangepast. Daarnaast zal worden nagegaan of er juridische belemmeringen zijn om tot een goede informatieoverdracht tussen instanties te kunnen komen of dat de reden waarom dit nu niet goed gebeurt is gelegen in een terughoudendheid bij de medewerkers. Verder zal ik samen met de minister van Justitie bezien in hoeverre de huidige regelgeving aangescherpt moet worden dan wel of er andere acties moeten worden ondernomen om te bewerkstelligen dat het doel van de hulpverlening, een goed pedagogisch klimaat in het gezin, gerealiseerd kan worden. Tenslotte zal ik samen met de minister van Justitie bekijken of er naast de reeds lopende onderzoek aanvullend onderzoek nodig is naar de behoefte aan dwangmaatregelen en de effectiviteit van methoden die op dit moment reeds worden gebruikt.

Ik zal uw Kamer voor het einde van dit jaar informeren over de voortgang van de hiervoor beschreven acties.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Inspectierapport inz gezinsdrama Roermond 1. Inspectierapport inz gezinsdrama Roermond
Kamerstuk, 20-8-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18269 .