Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten

Antwoorden kamervragen verblijfstoeslag voor sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2306060

20 augustus 2002

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen, gesteld door het lid van uw Kamer Aasted Madsen-van Stiphout (CDA) over verblijfstoeslag voor sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten (2010213130).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Antwoorden kamervragen verblijfstoeslag voor sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten 1. Antwoorden kamervragen verblijfstoeslag voor sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten Kamerstuk, 20-8-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18270 .

Antwoorden op kamervragen van Aasted Madsen-van Stiphout over verblijfstoeslag voor sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten (2010213130)
---

Vraag 1.
Bent u op de hoogte van de frustratie die bij de Zorgkantoren, het LCIG, de zorgaanbieders en de consulententeams is ontstaan over de in juni 2002 door het ministerie gewijzigde regels voor het aanvragen van een verblijfstoeslag voor "sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten" en "sterk gedragsgestoorde ernstig verstandelijk gehandicapten"?

Antwoord
De Taskforce wachtlijsten (VWS en Zorgverzekeraars Nederland (ZN)) heeft aan de zorgkantoren, LVIO/LCIG en CVZ haar zorgen geuit over het feit dat de procedure voor het toekennen van SGLVG/SGEVG verblijfstoeslagen wellicht voor meerdere interpretaties vatbaar is (zie antwoord op vraag 2). De Taskforce wachtlijsten heeft de zorgkantoren, CVZ en LVIO/LCIG verzocht om - vanuit de verantwoordelijkheid die de partijen hebben binnen de wachtlijstaanpak - de huidige gang van zaken te onderzoeken en nadere afspraken te maken om een kwalitatief hoogwaardige procedure te garanderen. Op 27 juni 2002 heeft ZN - in overleg met VWS, CVZ en de indicatieorganen - een procedure opgesteld en als advies naar de zorgkantoren verzonden, om deze SGLVG/SGEVG verblijfstoeslag toe te kennen. Het LCIG heeft op 24 juli 2002 een gewijzigd indicatieprotocol opgesteld.

Vraag 2.
In welke mate vindt deze wijziging van de regels zijn oorzaak in het aantal aanvragen, dat het door het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen voorspelde aantal van 800 tot 1100 ver overschrijdt?

Antwoord
Vanuit de monitoring functie heeft de Taskforce wachtlijsten geconstateerd dat het aantal aanvragen voor een SGLVG verblijfstoeslag groter is dan aanvankelijk verwacht. Het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen stelt in haar signaleringsrapport intramurale voorzieningen voor SGLVG d.d. 28 mei 2001 dat een aantal van 800 tot 1.100 te verwachten is. Voor dit signaleringsonderzoek is uitgebreid onderzoek verricht en met de betrokken partijen gesproken. Momenteel zijn er ruim 2500 aanvragen in procedure. De Taskforce heeft geconstateerd dat dit een ontwikkeling is die om een nadere verklaring en toelichting vraagt. Geconstateerd is na overleg met het LCIG en ZN dat de procedure niet altijd eenduidig wordt gehanteerd. Zo zouden er onduidelijkheden zijn over de reikwijdte van SGLVG, het consulententeam wordt niet altijd ingeschakeld, soms worden indicatieadviezen niet op individuele basis afgegeven etc.. Daarnaast hebben zorgkantoren niet altijd inzichtelijk welk zorgplan er vanuit een zorgaanbieder ten grondslag ligt aan de extra zorg die wordt geboden aan een cliënt. Mede door deze signalen heeft de Taskforce zich afgevraagd of de procedure niet voor meerdere interpretaties vatbaar is.

Vraag 3.
Bent u op de hoogte van de tekst in LCIG Nieuwsbrief 6, van juni 2002, luidend: "Het LCIG heeft met onmiddellijke ingang de werkzaamheden voor de afgifte van SGLGV-indicaties beëindigd, tot het moment dat er afspraken zijn over de te volgen procedure en de daarbij behorende financiële consequenties"?
Antwoord
Ja.

Vraag 4.
Wat is het beleid ten aanzien van de reeds geïndiceerde verblijfstoeslagen ten aanzien van de financiering en dus de continuering van de ingang gezette behandelingen?

Antwoord
De door ZN opgestelde procedure zegt hierover het volgende: Al afgegeven SGLVG/SGEVG verblijfstoeslagen dienen binnen drie maanden, door het zorgkantoor, te worden getoetst volgens de beschreven procedure. Eventueel ontbrekende informatie en ontbrekende individuele indicaties dienen zo mogelijk alsnog te worden verkregen en beschikbaar te worden gesteld aan het zorgkantoor. Indien blijkt dat aan zorgvragers, bijvoorbeeld door het niet in aanmerking komen voor een individuele indicatie voor aanvullende zorg, ten onrechte een SGLVG/SGEVG verblijfstoeslag is toegekend die reeds in een toelatingswijziging van de betrokken zorgaanbieder is verwerkt, dient de toelating van de zorgaanbieder op de 1e van de volgende maand aan de geconstateerde situatie te worden aangepast. VWS wordt van de uitkomst door het zorgkantoor op de hoogte gesteld. Dit betekent dus dat er geen sprake is van een terugwerkende kracht. Wel van zo spoedig mogelijke stopzetting, namelijk op de 1e van de volgende maand. Toetsing van al ingediende aanvragen SGLVG/SGEVG verblijfstoeslagen Momenteel ligt een groot aantal aanvragen bij VWS. Voor al deze aanvragen geldt dat deze alsnog aan de hierboven beschreven procedure en indien betrokken zorgvragers nog niet in het bezit zijn van een geldige indicatie, aan de, vast te stellen, set van indicatievereisten en het indicatieprotocol moeten voldoen.

Vraag 5.
Wanneer verwacht u dat de zogenaamde "zorgzwaartefinanciering" in werking treedt? Antwoord
1 januari 2003. Hierover wordt u nog separaat nader geïnformeerd.