---

Toespraken
---

Jaarlijkse nationale herdenking te Roermond

24-08-2002

Toespraak staatssecretaris van Defensie van der Knaap ter gelegenheid van de Jaarlijkse Nationale Herdenking van burger-oorlogsslachtoffers in Nederlands-Indië 1945 -1949 en Nieuw-Guinea 1949-1962, Zaterdag 24 augustus 2002, Roermond

Dames en heren, geachte aanwezigen,

Iedere Nederlander is wel op één of andere manier verbonden met voormalig Nederlands-Indië. Naast direct betrokkenen zoals u, zijn we allemáál, bewust of onbewust, getuige van het gemeenschappelijke verleden dat het Koninkrijk der Nederlanden en het Eilandenrijk met elkaar hebben. Ik hoef alleen maar straatnamen in de Archipelbuurt van een willekeurige grote stad te noemen, om dit gedeelde verleden voor de geest te halen. Van Den Haag tot en met Groningen vinden we de Malakkastraat of het Bankaplein, verwijzend naar een zekere gebondenheid tussen twee culturen. Een gemeenschappelijkheid waar u, met uw aanwezigheid hier, vandaag, als het ware de belichaming van bent. Ik ben blij dat u gekomen bent.

We zijn hier vandaag in eerste instantie gekomen om te herdenken. Terugdenkend aan de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog en aan de chaotische periode na de capitulatie in 1945, herdenken we de vele slachtoffers die op deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis zijn gevallen. We denken terug aan afschuwelijke taferelen die zich in deze verwarrende tijden hebben afgespeeld. Ze hebben een stevige stempel gedrukt op de onderlinge relaties tussen betrokken landen. En, helaas, ook een stevige stempel op de persoonlijke levens van degenen die alle verschrikkingen hebben overleefd. Iedereen, volwassenen, maar ook vooral de kinderen van toen, waren het slachtoffer geworden van oorlogservaringen die ze de rest van hun leven met zich mee moesten en moeten dragen. Het delen van deze ervaringen in het kamp, tijdens de bersiap, en de uiteindelijke terugkeer naar Nederland heeft dan ook een sterke lotsverbondenheid tot stand gebracht. Lotgenoten in niet uit te vlakken herinneringen, in niet meer terug te verkrijgen persoonlijke verliezen. Nu, anno 2002, bestaat deze band binnen de Indische gemeenschap in Nederland nog steeds, hetzij in enigszins gewijzigde vorm.

Wat is er gebeurd? Het gemeenschappelijke gevoel heeft zich in de afgelopen decennia als het ware ontwikkeld. Het ondergáán en het meemaken van de verschrikkelijke toestanden zélf is tegenwoordig niet meer het onderwerp van verbondenheid. Het is eerder de er- en herkenning nú van de gestreden strijd en het geleden leed destijds. Door deze verschuiving van het accent in datgene wat u bindt, bent u van lotgenoten tot bondgenoten verworden.

En dat er door dit bondgenootschap resultaten zijn geboekt, daar kunt u trots op zijn. Een concreet resultaat is de opening van het Indisch Huis op de Javastraat in Den Haag op 10 december vorig jaar. Een blijk van erkenning van de samenleving dat het nodig is te blijven herinneren en herdenken.

Een andere stap voorwaarts is het besluit van de regering het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het NIOD, een onderzoek te laten doen naar de periode tussen de jaren dertig en zestig in de Indonesische Archipel. De gevolgen van de Japanse bezetting, de bersiap, revolutie en dekolonisatie zullen in samenwerking met Nederlandse en Indonesische onderzoeksinstellingen in kaart worden gebracht. Breed Historisch Onderzoek zal over een week van start gaan en vier jaar in beslag nemen. Dit besluit is een belangrijke stap en ik ben hier dan ook verheugd over, zowel als staatssecretaris van Defensie als zoon van een oud-gediende. U moet weten, ook ik heb bepaalde herinneringen uit mijn jeugdjaren over Nederlands-Indië. Ook mijn vader heeft namelijk lange tijd in Nederlands-Indië gediend. Hoewel ik toen nog maar een klein kind was, heb ik thuis ook het nodige meegekregen van de moeilijke situatie en ellende tijdens de dekolonisatieperiode. Ik weet dus hoe belangrijk het is dat we niet vergeten.

Dames en heren,

Zoals ik zei, we zijn hier bijeen om in eerste instantie slachtoffers te herdenken. Door te herdenken kun je het heden waarderen en toekomstplannen maken. En dat doen we samen, als bondgenoten, verbonden door het lot. Ik zei aan het begin dat ik blij ben dat u gekomen bent. Juist omdat je samen sterk staat. Bij het herdenken, bij het doorvertellen en duidelijk maken wat er in het verleden gebeurd is. Met het oog op een toekomst vrij van oorlog en vol van wederzijdse waardering.

Nieuws Ministerie van Defensie