Gemeente Amersfoort
Tijdelijk onderdak voor groep zwerfjongeren in Amersfoort
datum: 23 augustus 2002
Door ontruiming van gekraakte woningen op 14 augustus kwamen 11
jongeren zonder onderdak op straat terecht. Twee jongeren zijn
inmiddels opgenomen in een hulpverleningsinstelling. De overige 9
jongens hebben vanaf 23 augustus tijdelijk onderdak in twee woningen
aan de Willem Barendsstraat. De gemeente overlegt met diverse
instanties over een andere opvangmogelijkheid voor deze jongens.
Na uitzetting van de jongeren heeft het gemeentebestuur direct actie ondernomen om de jongeren onderdak te bieden. Het gaat om 11 jongeren onder de 23 jaar, waarvan er vier minderjarig zijn. Het gemeentebestuur vindt het niet acceptabel dat deze jongeren, vooral de minderjarigen, op straat slapen. Twee minderjarige jongens zijn geplaatst in reguliere hulpverleningsinstellingen. Voor de overige 9 jongens heeft de SCW tijdelijk twee sloopwoningen in bruikleen aan de gemeente gegeven. Deze woningen zijn onderdeel van een flatgebouw aan de Willem Barendsstraat dat volgend jaar wordt gesloopt. Er woont nu een aantal mensen op basis van tijdelijke huurcontracten.
Voordat de jongeren de woningen betrekken, tekenen zij een contract
met de gemeente. Daarin staan afspraken over het gebruik van de
woningen en afspraken ter voorkoming van overlast in welke vorm dan
ook voor de omwonenden. De stichting Iks (dag- en thuislozenzorg)
coördineert begeleiding en toezicht en biedt dagelijks enkele uren
menskracht hiervoor. De coördinator wordt ondersteund door de
straatadvocaat. Zo nodig worden andere hulpverleningsinstelllingen
ingeschakeld.
In de eerste helft van september krijgen de jongens onderdak op een
ander adres. De gemeente overlegt nog met een aantal instanties over
de definitieve locatie. Ook voert de gemeente overleg met diverse
hulpverleningsinstellingen om de jongeren een intensief traject van
begeleiding, training en motivering te kunnen bieden. Het doel van dit
traject is dat de jongens na 2 à 3 maanden zelfstandig en los van
elkaar aan een traject van hulpverlening en activering deel kunnen
nemen.