Openbaar Ministerie
Leeuwarden, 26 augustus 2002
Schadevergoeding Puttense moordzaak
Op maandag 26 augustus vond in Leeuwarden de zitting plaats van de raadkamer van het Gerechtshof Leeuwarden over de vordering tot schadevergoeding van de voormalige verdachten in de Puttense moordzaak. Advocaat-generaal Sietze Tempel heeft het Hof over de schadevergoeding geadviseerd. Hij vond dat met het vrijsprekende arrest de verzoekers inderdaad in aanmerking komen voor een schadevergoeding. De hoogte van de schadevergoeding zou volgens het OM gelijk moeten zijn aan hetgeen tot nu toe gebruikelijk is.
"De verdenkingen tegen verzoekers destijds waren ernstig en de
strafoplegging, inclusief voorlopige hechtenis, was fors. Op de inhoud
daarvan ga ik nu niet verder in en ik beperk me tot de zakelijke
inhoud van de verzoekschriften. Ik doe dit langs de lijn van de
redelijkheid en billijkheid, het uitgangspunt dat de wet ons voor
houdt. In het klassieke jargon wordt dit 'ex aequo et bono' genoemd.
De Nederlandse rechter heeft in dit soort zaken een inmiddels
omvangrijke jurisprudentie gevormd. Ik mag nog eens verwijzen naar een
tweetal artikel van de mrs. Boksem en Van der Goot in achtereenvolgens
'Trema', aflevering 2000, pag. 356 e.v. en het 'Advocatenblad',
aflevering 2000 nr. , pag. 53 e.v., met een overigens niet
uitputtend overzicht", aldus Tempel in zijn conclusies.
"Het Openbaar Ministerie stelt zich daarom op het standpunt dat met
het vrijsprekend arrest van uw hof als uitgangspunt deze verzoeken om
geldelijke uitkering van de Staat op zakelijke merites moeten worden
beoordeeld langs de al genoemde weg van redelijkheid en billijkheid en
overigens in de lijn van de geldende jurisprudentie en uiteraard
binnen de geldende wettelijke voorschriften. De 'Puttense moordzaak'
werd en wordt door menigeen zo bijzonder genoemd dat ook deze
verzoekschriften door een bijzondere bril moeten worden bezien. Dat
is, mijnheer de President, slechts ten dele juist: ik doel dan op het
onderdeel art. 481 W.v.Sv., het onderdeel dat gaat over de door
verzoekers ondergane gevangenisstraf. Bij mijn weten zult u als eerste
rechterlijk college daarin een beschikking dienen te nemen. Ook
bijzonder was dat we een revisieprocedure achter de rug hebben, waarin
de Hoge Raad daadwerkelijk een dergelijke opdracht gaf en deze
eindigde in vrijspraak. Maar daarmee is de nu voorliggende zakelijke
inhoud verder niet bijzonder, zoals mijn al eerder genoemde grote
hoeveelheid jurisprudentie al weergeeft."
Het verzoek tot schadevergoeding van raadsman Knoops bedraagt in
totaal ongeveer 4,4 miljoen euro voor beide voormalige verdachten.
Belangrijke onderdelen in de vordering zijn 1.000 euro per dag voor de
inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis, 750 euro per dag voor
de gevangenisstraf en 500 euro per dag voor de laatste fase van de
detentie. Een omvangrijke post in de vordering vormen de kosten van de
verdediging, van de revisieprocedure bij de Hoge Raad tot en met de
inhoudelijke behandeling bij het Gerechtshof in Leeuwarden.
Hieronder volgen puntsgewijs de overwegingen die het OM op deze punten
in zijn conclusies aan het Hof meegeeft.
? Schade ten gevolge van de ondergane vrijheidsbeneming
Anders dan verzoekers hebben gemeld is het OM van opvatting dat
aansluiting behoort te worden gezocht bij de algemeen landelijke
opvattingen en jurisprudentie. Het OM acht de bedragen die hierin
worden gehanteerd redelijk en billijk: 90 euro per dag voor de
voorlopige hechtenis met beperkingen; 70 euro per dag voor de periode
van inverzekeringstelling, voorlopige hechtenis en detentie; en tot
slot 35 euro voor de laatste fase van elektronisch toezicht en
deelname aan een project.
? Advocatenkosten
Gelet op de geldende jurisprudentie is het OM van mening dat niet
tegelijk sprake kan zijn van een toevoeging en een betalende cliënt.
Het OM vindt dan ook dat deze kosten niet voor vergoeding in
aanmerking komen.