OSB

OSB weerlegt kritiek NMa over prijsafspraken

s-Hertogenbosch, 27 augustus 2002

Persbericht

OSB weerlegt kritiek NMA over prijsafspraken

De Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) is verbolgen over de suggestie van de directeur-generaal Kist van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) als zou OSB in het verleden prijsadviezen hebben afgegeven en er vervolgens ook op toe hebben gezien dat de leden die prijzen ook daadwerkelijk hanteerden. OSB neemt nadrukkelijk afstand van die beschuldiging. Kist deed deze suggestie bij de presentatie van een onderzoeksrapport over de prijsvorming in de schoonmaakbranche. OSB begrijpt niet op grond waarvan de heer Kist tot die conclusie komt. De branche-organisatie heeft zich nooit beziggehouden met gecoördineerde collectieve prijsafspraken en heeft die intentie ook niet gehad. Het vaststellen van schoonmaaktarieven is een zaak van de bedrijven zelf. Vanuit dat oogpunt heeft OSB zich ook nooit beziggehouden met de handhaving van, zoals NMa dit bestempelt, mogelijke prijsadviezen bij de aangesloten leden. OSB betreurt het beeld, dat NMa op deze manier van de schoonmaakbranche schetst. Het rekenmodel, dat NMa in haar onderzoek ter discussie stelt, heeft slechts de functie gehad een indicatie te geven van de gemiddelde kostenontwikkeling bij een fictief schoonmaakbedrijf. Vanuit die overtuiging heeft OSB maximale openheid betracht bij het beschikbaar stellen van informatie aan de NMa.

Het bepalen van de kostenontwikkeling is, met name voor kleinere bedrijven, een lastige opgave. In het verleden hebben diverse branche-organisaties, dus niet alleen OSB, hun leden hierbij geholpen door informatie te geven over de verschillende componenten die van invloed zijn op de kostenontwikkeling. OSB is daarbij altijd uitgegaan van een model, waarbij de gemiddelden voor een fictief schoonmaakbedrijf in beeld werden gebracht. Voor 95 % worden stijgende kosten bepaald door afspraken vanuit de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), wettelijke regels en CBS-cijfers. De berekende uitkomsten werden gecontroleerd door een registeraccountant. Dat veel bedrijven het gemiddelde percentage overnamen en verwerkten in hun tarief, had niets te maken met het collectief afspreken van een prijsverhoging. Bij de berekening van de eigen bedrijfssituatie kwamen veel bedrijven uit op een vergelijkbaar percentage. Zij bepaalden echter zelf of zij deze prijsverhoging, in overleg met de klant, bij lopende contracten zouden doorvoeren. Voor nieuwe contracten ging en gaat dit niet op, omdat inschrijvingen in een volledig open systeem plaatsvinden en de klant zelf een afweging maakt op basis van welke criteria de opdracht aan een schoonmaakbedrijf wordt gegund. De voorwaarde van eerlijke concurrentie is hierbij gegarandeerd.

OSB heeft de informatievoorziening over de gemiddelde kostenontwikkeling na het bezoek van NMa op 19 juli 2000 direct herzien. NMa schrijft in het rapport, dat OSB dit pas ruim een jaar later zou hebben gedaan. Die conclusie is naar de mening van OSB niet juist. Pas in 2001 kwamen vanuit NMa richtsnoeren voor branche-organisaties beschikbaar over wat zij wel en niet mogen op het gebied van kosteninformatie. De nieuwe systematiek heeft OSB daaraan getoetst en een en ander heeft geleid tot een rekenmodel met kostencomponenten waarin de leden zelf hun eigen bedrijfscijfers moeten invullen. Dit rekenmodel, dat volledig aan NMa is voorgelegd, is via de OSB-internetsite beschikbaar voor OSB-leden.

OSB bereidt op dit moment een weerwoord op het NMa-rapport voor. De branche-organisatie verwacht NMa ervan te kunnen overtuigen, dat er absoluut geen bedoelingen waren om tot collectieve prijsafspraken te komen en daarmee de Mededingingswet te overtreden.


---