Partij van de Arbeid

(Vervolg)vragen van het lid Crone (PvdA) aan de minister-president en de minister van Economische Zaken betreffende illegale prijsafspraken in de CD-branche en de voormalige betrokkenheid daarbij van laatstgenoemde

1. Wordt tijdens de formatie aan een beoogd bewindspersoon gevraagd of hij/zij direkt of indirekt (bijvoorbeeld als verantwoordelijk directeur) betrokken is of is geweest bij enig strafrechtelijk of ander onderzoek van opsporingsautoriteiten en/of enige veroordeling of schikking, met name op beleidsterreinen waar betrokkene beleidsverantwoordelijkheden zal gaan dragen?

2. Zo ja, deelt u dan onze mening dat, gelet op de door u zo sterk benadrukte geloofwaardigheid van de politiek, het een onderdeel van de beoordeling van de politieke geschiktheid van een bewindspersoon moet zijn of betrokkene nog wel overtuigend kan opereren ten opzichte van burgers of bedrijven. Zullen burgers anders niet snel kunnen denken "u deed het toch zelf ook"? Kan hij/zij zelf keihard aanpakken wat hij/zij zelf deed?

3. Zo nee, welke redenen zijn er om dergelijke vragen in het vervolg geen onderdeel te laten uitmaken van de gesprekken tijdens formatie?

4. Vindt u het juist dat een bedrijf systematisch notulen en verslagleggingen van vergaderingen vernietigt omdat van de bedrijfsstrategie zo weinig mogelijk op papier mag komen, of is de opvatting van het kabinet dat bedrijven niet alleen moeten volstaan met strikt volgens de wet verplichte archivering, maar dat van bedrijven in de verantwoordelijke samenleving mag worden verwacht dat zij meer bewaren zodat zij zich in veel bredere zin kunnen en willen verantwoorden tegenover maatschappelijke actoren en niet alleen de overheid (een rechtsgemeenschap is een waardengemeenschap)?