Persbericht 02-045 Het college beantwoordt de brief van de CDA-fractie

30 augustus 2002

Reactie college op brief over gedrag jongeren aan de havendam

Het college van Burgemeester en Wethouders beantwoordt de brief van de CDA-fractie met aanvullende vragen naar aanleiding van berichten in de pers over het gedrag van de jongeren op de havendam.

Vandaag is de volgende brief bij de CDA-fractie bezorgd:

Geachte fractieleden,

Uw fractie heeft opnieuw een aantal vragen gesteld naar aanleiding van berichten in de plaatselijke pers over het gedrag van jeugdigen aan de havendam naast het strand. Deze vragen beantwoorden wij hierna in de door u aangehouden volgorde.

Vraag 1. Waarom wordt dit gedrag meerdere keren gedoogd door de verantwoordelijke personen voor openbare orde en veiligheid? Antwoord: De politie gedoogt dergelijke gedragingen niet. Enkele malen zijn deze zomer personen op het strand aangehouden in verband met brandstichting en diefstal van hout. Ook in het verleden is een aantal malen opgetreden om overlast te beëindigen.
Overigens acht ook de portefeillehouder openbare orde en veiligheid gedogen niet acceptabel.

Vraag 2. Waarom heeft de politie zaterdagmorgen vroeg niet eerder ingegrepen en moest het weer zover komen dat diverse passanten de haven hebben verlaten? Hoe verklaart het college het late ingrijpen van de politie?
Antwoord: De politie heeft tot zaterdag 17 augustus 2002 te 02.00 uur surveillances uitgevoerd. Twee keer heeft de politie die nacht een melding van overlast geregistreerd, namelijk om 4.33 uur en om 5.02 uur. Ten tijde van de eerste melding moesten de dienstdoende politieambtenaren eerst een andere melding afhandelen. Kort na de tweede melding was de politie ter plaatse. Men heeft het kampvuur laten uitmaken, het glas laten opruimen en de jongeren verwijderd van het strand. Indien op een eerder tijdstip meldingen waren binnengekomen was de politie zeer zeker eerder ter plaatse gegaan.

Vraag 3. Is bij het college bekend om welke personen het hier gaat en wat voor sancties worden opgelegd?
Antwoord: Bij de politie zijn een aantal namen bekend van personen die deel uitmaken van de groep welke zich op het strand bevond. Op het moment dat de politie aanwezig was kon niemand op heterdaad worden aangehouden. Indien uit onderzoek komt vast te staan welke personen vernielingen en dergelijke hebben gepleegd, zal proces-verbaal worden opgemaakt.

Vraag 4. Wordt er beleid gemaakt om dit gedrag naar de toekomst te voorkomen en tegen te gaan?
Antwoord: Binnen de politieorganisatie is afgesproken dat er proces-verbaal zal worden opgemaakt en alcoholhoudende drank in beslag zal worden genomen. Tevens zal de politie preventief optreden tegen personen die aanstalten maken om drank e.d. naar het strand te brengen.

Vraag 5. Als het weer mis gaat wordt er dan direct ingegrepen en corrigerend opgetreden door het college (politie)? Antwoord: Zowel bij overlastmeldingen als bij constatering door de politie zal direct worden opgetreden.

Vraag 6. Hoe laat zijn de eerste meldingen binnengekomen bij de politie?
Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 2.

Vraag 7. Hoeveel meldingen zijn er binnengekomen? Tijdens diverse gesprekken met bewoners aldaar is er aangegeven dat er door diverse mensen verschillende malen gebeld is. Zie ook het artikel in de plaatselijke pers van woensdag 21 augustus 2002. Antwoord: Naast de bij antwoord 2 genoemde meldingen zijn er op zaterdagochtend tussen 10.00 en 10.30 uur 7 telefonische meldingen binnengekomen van omwonenden over hinder van strandbezoekers in de afgelopen nacht.
In de loop van zaterdag werd bekend dat enkele pleziervaartuigen de haven van Urk hadden verlaten in verband met overlast.

Vraag 8. Het moet bij de politie bekend zijn om welke raddraaiers het hier gaat. Is het college bereid om de politie te verzoeken om diegenen aan te spreken op hun gedrag?
Antwoord: Er is een aantal namen bekend van personen die aanwezig waren op het strand. Uiteraard is de politie bereid deze personen aan te spreken op hun gedrag.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

Burgemeester en Wethouders van Urk,