STICHTING PROSPER
Afschaffen GVS leidt tot miljoenenstijging budget
Hilversum 14 september 2002: Uit onderzoek naar het functioneren van
het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) is gebleken dat afschaffing
ervan zal leiden tot een grote stijging van de kosten voor
geneesmiddelen. De resultaten van het onderzoek zijn versneld
gepubliceerd in het tijdschrift NTvG (Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde). Het vorig kabinet besloot tot stapsgewijze afschaffing
van het GVS zonder een grondige evaluatie. De drie onderzoekers hebben
zo'n evaluatie wel uitgevoerd en kwamen tot de conclusie dat
'opheffing van het GVS het kind met het badwater weggooien' inhoudt.
Het GVS heeft wel degelijk een kostenbeheersende functie en afschaffen
ervan is een politiek ondoordacht en maatschappelijk onverantwoord
besluit.
Er wordt op dit moment door het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport(VWS) gewerkt aan een stapsgewijze afschaffing van het
GVS. Het politieke argument is stimuleren van marktwerking. Er is
echter nooit een evaluatie geweest welk effect het GVS op de
marktwerking heeft gehad.
Het GVS is 1 juli 1991 ingesteld om de kostengroei van de extramurale
geneesmiddelen-voorziening, resulterend uit informatiefalen en
prijsstellingsfalen, te verminderen. Het GVS maakt gebruik van twee
mechanismen: de toelating van nieuwe geneesmiddelen op inhoudelijke
criteria te beoordelen en de prijs van toegelaten en bestaande
geneesmiddelen te regelen. Circa 84% van de geneesmiddelen is
onderling vervangbaar en is in clusters ingedeeld. Binnen de clusters
wordt substitutie bevorderd richting het goedkoopste alternatief.
Iedere cluster heeft een maximum vergoedingsprijs, de zogenaamde
clusterlimiet. De clustersystematiek is ten dele een afgedwongen vorm
van substitutie. Geneesmiddelen die niet onderling vervangbaar zijn
worden apart behandeld. Zij krijgen als prijslimiet de Wet
Geneesmiddelen Prijzen (WGP) opgelegd: de maximum prijs is de
gemiddelde prijs in de omringende landen.
In het gepubliceerde onderzoek worden vraagtekens gezet bij de door
VWS gehanteerde kostenbeheersingscijfers. De beoogde jaarlijkse groei
afbuiging werd in 1991 op 4,1% gezet. Echter deze is niet
gerealiseerd. Omdat vanuit medisch-epidemiologisch en demografisch
perspectief ongewijzigd medicijngebruik jaarlijks circa 3% groei
veroorzaakte, zou dit betekenen dat voor autonome groei (prijs, volume
en nieuwe, baanbrekende middelen) zo'n 1 procent beschikbaar was. Dit
is een onrealistisch getal. Evaluatie van het GVS laat zien dat de
gemiddelde jaarlijkse groei 8% was, wat zelfs laag is in vergelijking
tot andere Europese landen.
De voorgenomen stapsgewijze ontmanteling heeft als gevolg dat de
zorgverzekeraars per 1 januari 2003 de sturing van de
geneesmiddelenvoorziening overnemen van de overheid. De onderzoekers
zetten grote vraagtekens bij de haalbaarheid en wenselijkheid van deze
stap. Zeker gezien de uitkomsten van het onderzoek naar het GVS.
'We adviseren de overheid twee zaken ter hand te nemen: de instelling
van een onafhankelijke commissie die zich moet buigen over de
optimalisatie van het GVS. Daarna kan men op basis van die uitkomsten
gerichte maatregelen nemen die een inhoudelijk en financieel fundament
hebben om de geneesmiddelenvoorziening in Nederland te verbeteren',
aldus de onderzoekers.