Door Samaria naar Jeruzalem Maandag 16 September 2002 - 19:39
De kerken moeten zich weer nadrukkelijker mengen in het
maatschappelijk debat, vindt ChristenUnie-kamerlid L.C. van Dijke, die
wegens de ziekte van fractievoorzitter Veling het woord zal voeren
tijdens de algemene politieke beschouwingen. Zeker nu premier
Balkenende een commissie voor waarden en normen wil instellen, zou de
kerk net als de Here Jezus destijds- weer eens door Samaria moeten
reizen.
Door Samaria
Jezus moest door Samaria gaan (Joh. 4:4). Samaria was een bijzonder
gebied. Voor de Joden waren de Samaritanen erger dan heidenen, met wie
zij niet wilden omgaan. Van Jezus lezen we dat Hij door Samaria moest
gaan. Hij vond het niet nodig zich aan de culturele beperkingen van
zijn dagen te houden. Hij moest dwars door het gebied van Samaria
reizen.
Dat moeten mogen we niet lichtvaardig opvatten. Het is Gods
beschikking. Zó was het in Gods raad besloten, zó was het de wil van
God de Vader. Daarom om die reden trok Jezus zich niets aan van wat in
wezen een soort godsdienstig kastesysteem was, dat was gebaseerd op de
mate van heiligheid en het nauwgezet naleven van talloze regeltjes.
Jezus doorbreekt die beperktheid, die cultuur van buitensluiten. Hij
verlegde het accent van Gods heiligheid (die uitsluit) naar Gods
genade (die insluit). Heel het godsdienstige kastenstelsel, heel het
ons-soort-mensen-systeem, werd door Jezus op losse schroeven gezet.
Dat paste in het geheel niet in het beeld dat de joden hadden van de
Verlosser die komen zou.
Ik wil me graag afvragen of wij niet een beeld van Jezus koesteren dat
samenvalt met onze verwachtingen, met onze traditie, met onze door de
huidige cultuur bepaalde blik. In hoeverre lijkt ons beeld van Jezus
op datgene wat zo expliciet, zo indringend in de evangeliën van Jezus
geschetst wordt?
Jezus liet zich met het oog op zijn missie niet vangen in een cultuur
die een bevolkingsgroep afwees, ja, zo ongeveer de rest van de
mensheid. Jezus deed in reactie daarop en verzet daartegen geen enkele
poging in het gevlei te komen bij het establishment. De vraag is of
wij ook in dat opzicht volgelingen van Jezus zijn?
Temidden van Samaritanen
Ik denk dat wij anno 2002 wonen temidden van Samaritanen. Nederland
stond bekend als een gedoopte natie. Nederland is weliswaar volop
religieus, maar dient niet meer de God van de Bijbel. Mensen dienen
elk hun eigen god en dat ook vooral op hun eigen wijze. God verdween
uit Jorwerd en uit de rest van Nederland, gemengde huwelijken werden
regel en de muur tussen de kerk en Samaria werd hoger en hoger.
Nederland is het gebied van Samaria gelijk geworden.
Toch wil ik me afvragen of wij persoonlijk nog wel eens een Samaritaan
tegen komen, of wij wel eens aandrang voelen om door Samaria te
trekken? Samaria, het domein van hen waarvan wij zeggen: ze zijn erger
dan heidenen. Ze hebben immers geen respect voor de Bijbel, Gods
bedoeling lijken ze niet te kennen en als zij daarvan al weten wordt
die door hen genegeerd. Sterker nog: het gaat om mensen die hoewel ze
oorspronkelijk een van hun waren vijandig staan tegenover de kerk. Dan
bedoel ik niet dat we wel eens tegen of met zulke mensen praten, maar
of we wel eens door hun leefwereld reizen. Hoeveel kennissen hebben we
onder de Samaritanen? Maken we vrienden onder Samaritanen?
Wat kunnen we leren van Jezus die zonder Jeruzalem als Zijn reisdoel
aan te passen door hun gebied moest reizen, met hen moest omgaan? Wat
zegt dit nu over het ons-soort-mensen-cultuurtje, waarin wij ademen,
ons in alle gerustheid en geriefelijkheid bewegen?
Contact
Al met al, ik vraag me af in hoeverre wij, gesettelde christenen, oog
hebben voor, betrokken zijn op, hen die niet van het volkje zijn, maar
wel tot ons volk behoren, hen die buiten onze kring zijn, in hoeverre
wij het nodig vinden om met hen in contact te komen. En of wij in
staat zijn om onder hen te verkeren zonder ons reisdoel aan te passen
aan de wensen van hen die we dan ontmoeten. Wel door Samaria reizen,
maar niet de Samaritaan gelijk te worden.
Ook als het over de kerk gaat zijn er in dit verband best een paar
vragen te stellen. In hoeverre laten kerkelijke structuren ruimte voor
contacten met hen die uit Samaria komen. De kerk is een gebouw met
deuren die voor 95 procent van de week gesloten zijn. En als de deuren
eenmaal open zijn gaan, gaan ze, als al de onzen binnen zijn, als de
wiedeweerga weer op slot. We hebben een muur opgetrokken tussen waar
zij zijn en waar wij zijn. Onze oriëntatie is binnenkerkelijk gericht;
we hebben gewoon helemaal niks met mensen die om onze kerken wonen en
niet tot ons-volkje behoren. We zijn er aan gewend dat de aanwezigheid
van de kerk ín de stad niet relevant is vóór de stad. We hebben geen
boodschap meer aan de stad en voor de stad. De kerk is zo zeggen we
naar de rand van de samenleving gedrongen Maar ik geloof daar niets
van. De kerk heeft zichzelf op de rand van de samenleving
teruggetrokken.
Gesloten
Daar komt nog bij dat we daarin zelfs zover gaan dat we onze deuren
letterlijk gesloten houden voor andere kerken in de stad en daarmee
ook geen of nauwelijks contacten onderhouden. Zij dienen God immers
niet op de wijze zoals wij uit de Bijbel hebben begrepen dat de juiste
wijze zou zijn.
Die ons-soort-mensen-cultuur verzet zich tegen beïnvloeding van de
cultuur om ons heen. Een hoge muur moet bescherming bieden. Buiten
zijn we vreemdelingen en bijwoners. Maar het vreemdelingschap is
verworden tot vervreemding van de cultuur waarin we leven. Dat is
merkbaar in de prediking. Ik weet niet hoe het anderen vergaat, maar
ik heb nog wel eens het gevoel als ik naar een preek luister: ja en?
Waar gaat dit over? Te vaak moet ik zeggen: dit gaat niet over mij,
niet over míjn kinderen, niet over míjn politieke en maatschappelijke
vragen; kortom niet over mijn leven, over mijn geloofsvragen, over
vragen van deze tijd. En ik ben dus lang niet de enige. Allerlei
signalen getuigen van een allerwegen opkomende onvrede over de
prediking. Ik maak me echt grote zorgen over de vruchteloosheid van de
orthodoxie.
Politiek-maatschappelijk
En dan politiek-maatschappelijk. Wanneer christenen zich
politiek-maatschappelijk oriënteren of actief zijn kan de wijze waarop
dat gebeurd niet met voorbijzien aan de geschiedenis. Het is mede om
die reden dat ik eigenlijk helemaal de discussie niet wil aangaan over
nut en noodzaak van reformatorische organisaties of G-organisaties of
van christelijke partijvorming enzovoort. Wel stel ik me de vraag wat
voor consequenties het zou hebben als christenen, als kerken ondanks
alle tegenkrachten weer de moed zouden hebben door Samaria te trekken.
En wat het zou betekenen als het evangelie van Jezus Christus in
Samaria werd gehoord?
Mij intrigeert de vraag hoe we orthodoxe christenen kunnen zijn,
orthodox in onze Schriftbeschouwing en toch onze cultuur, toch het
Samaria, dialogisch tegemoet kunnen komen. Jezus ging immers de
dialoog aan met de Samaritaanse vrouw. Ze werd genodigd tot deelname
aan een gesprek. Hoe kunnen we die dialogische benadering kiezen
zonder in het spoor te komen van de synodaal gereformeerden, de
doorbraak-hervormden, enzovoort? Overigens vraag ik mezelf soms af:
wat zou er gebeurd zijn als we bij die stroming, waar het zo faliekant
is misgegaan, als we bij die stroming betrokken zouden zijn geweest?
Het reformatorische volksdeel heeft vanaf de zijlijn hen die het
probeerden verketterd. Was de stroming anders gaan stromen als we
hadden meegedaan?
Leen van Dijke
---