PERSBERICHT
---
Drugverslaving is een behandelbare ziekte
Drugverslaving is een tot chroniciteit neigende aandoening, die goed
behandeld kan worden. Genezen is echter lang niet altijd mogelijk.
Voor de behandeling van verslaafden aan heroïne zouden in Nederland,
naast het bekende methadon, ook buprenorfine en lofexidine beschikbaar
moeten zijn. Bij ernstig en langdurig verslaafden aan heroïne die
onvoldoende baat hebben bij de gebruikelijke behandelingen kan het
voorschrijven van heroïne in combinatie met methadon de lichamelijke
en geestelijke gezondheid verbeteren. Het voorschrijven van
geneesmiddelen alleen is echter bijna nooit voldoende: psychosociale
begeleiding is in de meeste gevallen noodzakelijk om een behandeling
met medicijnen kans van slagen te geven. Voor de behandeling van
verslaafden aan cocaïne of amfetaminen zijn geen effectieve
geneesmiddelen beschikbaar. Bij deze patiënten geeft gedragstherapie
vooralsnog de beste resultaten. Dit schrijft de Gezondheidsraad in een
vandaag verschenen advies.
Nederland telt ongeveer 34 000 verslaafden aan harddrugs. De
overgrote meerderheid is, vaak langdurig, verslaafd aan heroïne. De
meeste heroïneverslaafden gebruiken ook cocaïne, en zijn daarnaast
zware rokers. Bijna driekwart heeft regelmatig contact met de
hulpverlening. De situatie van de primaire cocaïneverslaafden is veel
minder duidelijk, maar het is waarschijnlijk dat slechts een klein
deel van hen in behandeling is. Verslaving aan amfetaminen, inclusief
XTC, lijkt minder voor te komen.
Verslaving is een aandoening die kan ontstaan na herhaald en
intensief gebruik van bepaalde middelen. In combinatie met een
aangeboren kwetsbaarheid van de gebruiker, zijn persoonlijke
ontwikkeling en de omstandigheden waarin hij verkeert, kan dergelijk
gebruik op den duur aantoonbare veranderingen in de hersenen teweeg
brengen. Dit ziekteproces heeft tot gevolg dat vrijwillig gebruik
overgaat in dwangmatig en ongecontroleerd gebruik, ofwel verslaving.
Bij de behandeling van drugverslaafden kunnen, afhankelijk van de
verslaafde en van de omstandigheden waarin deze verkeert,
verschillende doelen worden nagestreefd. Soms kan genezing worden
bereikt door geleidelijk afbouwen van het druggebruik, bij voorkeur in
een kliniek. Bij verslaafden aan heroïne kan methadon daarbij een
belangrijke rol spelen. De Gezondheidsraad wijst erop dat bij minder
ernstig verslaafden buprenorfine even effectief kan zijn. Buprenorfine
werkt ongeveer zoals methadon. Dit middel is in veel landen reeds
beschikbaar voor de behandeling van verslaafden, en het zou ook in
Nederland moeten kunnen worden voorgeschreven. Volgens de Raad zou
bovendien lofexidine in Nederland beschikbaar moeten zijn. Dit middel
is te vergelijken met het hier soms ter ondersteuning van de
ontgifting gebruikte clonidine. Lofexidine heeft echter veel minder
bijwerkingen. Bij zeer gemotiveerde patiënten kan abrupt staken van
het heroïnegebruik en behandeling van de onthoudingsverschijnselen met
naltrexon bevredigende resultaten opleveren.
In de meeste gevallen blijkt het echter moeilijk de verslaafde
langere tijd van de drugs af te houden en valt de patiënt terug. Het
behandeldoel verschuift in zo'n geval van genezing naar stabilisatie.
De arts zal de patiënt daartoe voor een langere periode geneesmiddelen
voorschrijven: de zogenaamde onderhoudsbehandeling. Hiervoor kan
methadon worden gebruikt, maar ook buprenorfine. Bij ernstig en
langdurig aan heroïne verslaafde patiënten die onvoldoende baat hebben
bij de eerder genoemde behandelingen kan het voorschrijven van
heroïne - naast methadon en onder strikte voorwaarden - de
lichamelijke en geestelijke gezondheid verbeteren.
Wanneer ook stabilisatie niet meer mogelijk is, rest palliatie: het
behandelen van de meest belastende symptomen van de verslaving bij
patiënten die nog maar korte tijd te leven hebben. Ook bij de
behandeling van deze patiënten kan heroïne een rol spelen. Goede
psychosociale ondersteuning zal in bijna alle gevallen onontbeerlijk
zijn.
Voor de behandeling van verslaafden aan cocaïne of amfetaminen zijn
vooralsnog geen effectieve geneesmiddelen beschikbaar. Bij de hulp aan
deze patiënten kan de behandelaar gebruik maken van gedragstherapie.
De Gezondheidsraad adviseert nader onderzoek naar de behandeling van
verslaafden aan deze middelen.
In de praktijk blijken grote verschillen te bestaan in de medische,
psychologische en sociale zorg die hulpverlenende instellingen
aanbieden. Het lijkt onwaarschijnlijk dat met een dergelijke variatie
in de behandeling van vergelijkbare groepen patiënten optimale zorg is
gewaarborgd. `Behandeling van verslaafden' zou dan ook een vast
onderdeel moeten zijn van de medische opleiding. Daarnaast acht de
Gezondheidsraad de ontwikkeling van een aparte aantekening
`verslavingszorg' voor basisartsen, huisartsen en specialisten
wenselijk.
Bovendien is er behoefte aan richtlijnen voor de praktijk. Hoewel
teamwork in die praktijk essentieel is, moet de verantwoordelijkheid
voor de behandeling als geheel bij de verslavingsarts liggen.
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt MA Goppel, tel. (070)
3407018, e-mail: ma.goppel@gr.
Datum: 9 september 2002
---