---

Kamervragen en antwoorden
---

De aanschaf van de Pantserhouwitser 2000

16-09-2002

Onder verwijzing naar de brief van het lid Timmermans (PvdA) van 22 augustus jl. bied ik u hierbij aan de antwoorden op de vragen over de aanschaf van de Pantserhouwitser 2000.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

1 Is het waar dat de Amerikanen definitief afzien van de verdere ontwikkeling van de Crusader 155 mm houwitser omdat deze te zwaar is en niet door de lucht kan worden vervoerd? Zoeken zij nu naar een alternatief dat de helft minder weegt? (Website van Jane's Defence Weekly van 16 augustus jl. (http://jdw.janes.com))

De Amerikanen hebben het Crusader 155 mm houwitser programma beëindigd, omdat het niet voldoende spoort met de strategische toekomstplannen voor de Amerikaanse landmacht (Army Transformation). De Amerikaanse regering wil op termijn (2025) een zogenaamd Future Combat system (FCS) invoeren dat meerdere functionaliteiten herbergt, waaronder een nieuw non-line-of-sight (NLOS) Ojective Force Canon. Dit indirecte vuursteunsysteem is gebaseerd op revolutionaire, maar thans nog niet beschikbare technologieën. De Crusader voldoet, mede door zijn grote gewicht, niet aan de Amerikaanse eisen ten aanzien van nauwkeurigheid, snelle inzetbaarheid, groot bereik en toepasbaarheid binnen een netwerk.

Tot 2025 voorziet de Amerikaanse regering in haar vuursteunbehoefte door aanzienlijk te investeren in zowel het verbeteren van de MLRS (Multiple-Launch Rocket System) en de Paladin (de huidige 155mm houwitser) als de invoering van nieuwe, GPS gestuurde precisiemunitie voor deze systemen.

2 Gelden in Nederland niet evenzeer de argumenten dat een moderne krijgsmacht, die wereldwijd moet kunnen opereren en die in staat moet zijn zich binnen redelijke termijn te ontplooien, moet kunnen beschikken over wapensystemen die met beschikbare of beschikbaar komende transportmiddelen door de lucht te vervoeren zijn?

3 Zo ja, bent u bereid het besluit tot aanschaf van de Pantserhouwitser 2000 door de Koninklijke Landmacht te heroverwegen, aangezien dit wapensysteem evenmin redelijkerwijs door de lucht vervoerd kan worden?

Nederland onderkent de behoefte aan lichte eenheden, die snel wereldwijd kunnen worden ingezet. Met name de "Initial Entry Capability" van het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, 11 Air Manoeuvre Brigade, en de Mariniers zijn hier een goed voorbeeld van. Ervaringen bij operaties in het recente verleden hebben geleerd dat in veel gevallen zwaardere eenheden noodzakelijk zijn, vanwege de zwaardere bewapening en betere beschermingsmogelijkheden voor het personeel. Bij deze operaties is het in veel gevallen efficiënter en effectiever om het materieel per schip of per spoor te verplaatsen. Een volledig door de lucht te vervoeren landmacht is dus niet aan de orde. Gezocht wordt naar een evenwichtige mix tussen luchttransportabele lichte eenheden en zwaardere eenheden. De meeste Navo-partners beschikken over zowel zware als lichte eenheden.

De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) zal voornamelijk worden ingezet ter ondersteuning van zwaardere eenheden. Het feit dat de PzH2000 minder geschikt is voor luchttransport, is dus op zich geen reden om af te zien van de aanschaf van dit wapensysteem.

Bovenstaande laat overigens onverlet dat het PzH2000-project, in het kader van de maatregelen die moeten volgen op de taakstelling uit het Strategisch Akkoord, thans samen met de overige investeringsprojecten van de krijgsmacht opnieuw op noodzaak en omvang wordt bezien. Dit najaar wordt het Parlement nader geïnformeerd over het pakket aan maatregelen en de te volgen marsroute.

4 Bent u van oordeel dat de Koninklijke Landmacht, mede gelet op het te verwachten optreden dat toch vooral een expeditionair karakter zal hebben, in de toekomst dient de blijven beschikken over zware artillerie, waarbij deze wapensystemen zelden of nooit in stelling worden gebracht en vuursteun vooral door schepen en vliegtuigen wordt geleverd?

In het hoge deel van het geweldsspectrum heeft de artillerie in de golfoorlog een grote rol gespeeld. Ervaringen uit het recente verleden leren dat de artillerie regelmatig in stelling wordt gebracht. In zowel Bosnië als Kosovo is artillerie ingezet. De Nederlandse artillerie (de Gele Rijders) is in 1999 in Kosovo ingezet, ter invulling van de Navo-behoefte aan vuursteuneenheden voor KFOR. Dat het uiteindelijk niet tot gevechten is gekomen, doet daaraan niets af. Juist vanwege de grote overmacht van de Navo-troepenmacht zijn gevechten uitgebleven.

De Koninklijke landmacht moet kunnen optreden in het hoogste deel van het geweldsspectrum. De operationele commandant dient in dat geval te allen tijde de beschikking te hebben over eigen vuursteunmiddelen om zijn opdracht te kunnen uitvoeren. De vuursteun dient snel, nauwkeurig en op elk moment afgegeven te kunnen worden ter ondersteuning van de operatie. Luchtmacht en Marine zijn niet in alle omstandigheden in staat om in deze behoefte aan ondersteuning te voorzien.

5 Zo ja, kunt u de Kamer informeren over mogelijke (lichtere) alternatieven voor de Pantserhouwitser 2000 dan wel over mogelijkheden om de M109 te moderniseren?

In de B/C-brief van 29 september 2000 (Kamerstuk 27 400 X, nr. 4) is de Kamer medegedeeld dat geen van de onderzochte alternatieven voldoet aan de gestelde eisen. Ten aanzien van een mogelijke modernisering van de M109 is in dezelfde brief, onder verwijzing naar een TNO-onderzoek, gemeld dat dit te weinig oplevert qua bepantsering en NBC-bescherming en bovendien als technisch te risicovol van de hand wordt gewezen.

Nieuws Ministerie van Defensie