---
Ministerie van Defensie
---
Munitiestortplaats levert geen gevaar op voor volksgezondheid
17-09-2002
De circa 30.000 ton munitie die tussen 1945 en 1967 in de
Oosterschelde is gestort lijkt geen gevaar op te leveren voor de
volksgezondheid en de milieu-implicaties van de munitiestort lijken
tot nu toe eveneens gering. Dat blijkt uit onderzoek van TNO waarvan
de resultaten en conclusies in het rapport "Beoordeling van de
milieurisico's van gestorte munitie in de Oosterschelde.
Vervolgonderzoek op basis van metingen in 2001" staan.
Staatssecretaris Van der Knaap bood het onderzoeksrapport vandaag (17
september) aan de Tweede Kamer aan. Op basis van meetgegevens uit 1999
concludeerde TNO vorig jaar ook al dat de kans op explosies zeer
gering is en er geen direct gevaar voor de volksgezondheid bestaat.
Ook werden secundaire menselijke risico's niet waarschijnlijk geacht.
Omdat de conclusies van het onderzoek uit 1999 berustten op eenmalig
uitgevoerde metingen, waarbij niet alle milieubelastende stoffen
werden geanalyseerd die in de munitie aanwezig zouden kunnen zijn, is
ter verificatie het vervolgonderzoek uitgevoerd. TNO nam in 2001
opnieuw monsters van het water en de bodem binnen en buiten de
stortlocatie. De monsters werden onderzocht op het gehalte aan
munitiegerelateerde stoffen, zoals (witte) fosfor. Tevens werden de
bodemmonsters gebruikt voor bio-assays en voor veldinventarisatie van
de aanwezige waterfauna. Ook is er actieve biologische monitoring
toegepast met behulp van mosselen.
TNO stelt met het onderzoek opnieuw vast dat de concentraties van
munitiegerelateerde stoffen gering zijn. Met de actieve biologische
monitoring zijn ter plaatse zelfs aanzienlijk lagere concentraties
vastgesteld dan eerder werd berekend. In geen enkel monster werd witte
fosfor aangetoond. Het onderzoeksinstituut adviseert om uiterlijk in
2005, in het kader van een monitoringsprogramma, nieuwe metingen en
analyses te laten uitvoeren.
Gerelateerde pagina's
* Onderzoek munitie stortlocatie Oosterschelde