---
Persbericht
---
Datum: 17 september 2002
Kenmerk: 221/2002
Buitenlands beleid in 2003
Zorgen Nederlandse burgers vergen internationale aanpak
---
Dit kabinet wil bijdragen aan een samenleving waarin mensen in vrijheid,
welvaart en zekerheid kunnen leven. Nationaal én internationaal. Burgers
hebben hun zorgen geuit over veiligheid, een betrouwbare overheid, asiel en
migratie; deze zorgen hebben allemaal een internationale dimensie. Dat
betekent dat deze thema's nationaal en internationaal aan de orde moeten
worden gesteld. Het eerste en meest natuurlijke forum daarbij is de Europese
Unie, maar dit kabinet richt zich ook op de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa, de NAVO en de Verenigde Naties en op het verstevigen
van de bilaterale relaties. Nederland heeft in de komende jaren een
bijzondere kans om verantwoordelijkheid te nemen en zijn beleid actief uit
te dragen: Nederland is achtereenvolgens voorzitter van de OVSE (2003), van
de Raad van Europa (november 2003 tot mei 2004) en van de Europese Unie
(tweede helft van 2004). Dat is de belangrijkste boodschap van minister De
Hoop Scheffer en de staatssecretarissen Van Ardenne
(Ontwikkelingssamenwerking) en Nicolaï (Europese Zaken) in de begroting van
2003.
Voor de uitvoering van het buitenlands beleid is in 2003 Euro 5,4 miljard
beschikbaar. Hiervan is Euro 3,9 miljard bestemd voor
Ontwikkelingssamenwerking, een budget dat overeenkomt komt met 0,8 % van het
Bruto Nationaal Product, waarvan 0,1 % voor internationaal milieubeleid.
Nederland wil zorgvuldige uitbreiding van de EU
---
Investeren in Europa is investeren in de toekomst van Nederland. Er staan
het komend jaar twee grote projecten op de Europese agenda: de uitbreiding
en de toekomstige inrichting van de Europese Unie (EU). Het kabinet is groot
voorstander van uitbreiding van de EU, een historisch besluit. Dat proces
moet echter wel zorgvuldig plaatsvinden. Dat betekent dat het kabinet de
kandidaat-lidstaten individueel zal toetsen aan de 'Kopenhagen criteria'.
Bovendien is het kabinet van mening dat de uitbreiding gepaard dient te gaan
met een besluit over het hervormen van het Europees Landbouwbeleid. Het gaat
dan met name over de directe inkomenssteun. Het kabinet vindt dat nieuwe
lidstaten daar niet voor in aanmerking komen. Mocht dergelijke steun aan de
nieuwe lidstaten onontkoombaar blijken, dan versterkt dat de noodzaak te
komen tot een versnelde uitfasering van die steun, waarover besloten moet
zijn voordat de uitbreiding een feit is.
In Europees verband zal het kabinet zich ook sterk maken voor een
gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid. Voorts moet het Europees
veiligheids- en defensiebeleid verder worden versterkt, complementair aan de
NAVO- inspanningen.
Bestrijding van terrorisme is prioriteit nummer 1
---
Na de aanslagen in de VS een jaar geleden en de aanhoudende dreiging is de
Nederlandse regering ervan doordrongen dat terreur veel meer is dan
menselijk leed en ontwrichting: het bedreigt onze manier van samenleven.
Bestrijding van terrorisme is dan ook het eerste speerpunt van het
veiligheidsbeleid in 2003. De belangen van de rechtsstaat zullen hierbij
nadrukkelijk moeten worden afgewogen tegen het bestrijden van terreur. De
Raad voor de Veiligheid zal alle inspanningen op dit terrein coördineren.
Bovendien zal deze Raad moeten bezien of de bestaande Nederlandse wet- en
regelgeving afdoende is voor de bestrijding van terreur. Daarbij geldt dat
die bestrijding alleen effectief kan zijn door internationale samenwerking.
Ontwikkelingssamenwerking: accentverandering en concentratie op resultaten
---
Ontwikkelingssamenwerking is een integraal onderdeel van het buitenlands
beleid. Dit betekent dat de verschillende terreinen van de internationale
politiek, zoals veiligheid, ontwikkeling, economie, handel, milieu, landbouw
en visserij, migratie, conflictpreventie, mensenrechten en cultuur, in
onderlinge samenhang worden aangepakt. Met deze integrale benadering beoogt
de regering de samenhang en dus de effectiviteit van het beleid te
vergroten.
De accenten van het beleid worden verlegd zonder het wezen van het huidige
ontwikkelingsbeleid aan te tasten. Duurzame armoedevermindering blijft een
van de hoofddoelstellingen van het buitenlands beleid. Hiervoor zijn de
internationale Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (voor halvering van de
armoede in 2015) het voornaamste richtpunt. Een coherente aanpak hierbij is
van groot belang. Armoedebestrijding heeft veel raakvlakken met andere
beleidsterreinen, zoals de bevordering van vrijhandel en het wegnemen van
barrières voor de toegang tot de Europese markt.
In de samenwerking met ontwikkelingslanden zal de komende tijd meer nadruk
komen te liggen op de combinatie van een regionale benadering met aandacht
voor conflictbeheersing. Een dergelijke aanpak is aangewezen waar het enkele
bestaande crisisgebieden betreft, zoals Afrika (Grote Meren regio, Sudan)
en de Balkan. Ook het maatschappelijk middenveld en de private sector spelen
een belangrijke rol in het ontwikkelingsproces. Daarvoor zal dit kabinet dan
ook de nodige ruimte creëren. De regering acht een breed draagvlak, in
Nederland en daarbuiten, onontbeerlijk. Nederland staat hierbij open voor
nieuwe vormen van samenwerking met bijvoorbeeld non-gouvernementele
organisaties en het bedrijfsleven. Ook zal de uitwerking van de recente
WSSD-Conferentie te Johannesburg, die zorg voor het milieu koppelt aan
duurzame ontwikkeling, ter hand worden genomen.
Veel aandacht zal worden besteed aan vergroting van de effectiviteit van het
ontwikkelingsbeleid. Dat betekent in de praktijk meer steun voor programma's
of instellingen die aantoonbaar goede resultaten boeken. In dit licht zal
Nederland zich de komende tijd inzetten voor beter meten en beoordelen van
resultaten. Dat geldt niet alleen voor het werk van de multilaterale
organisaties maar ook voor de bilaterale samenwerking die de afgelopen jaren
opnieuw is vormgegeven.
+++
===