CTG

Den Haag, 24 september 2002

VRAGEN VAN HET LID ARIB (PVDA) AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT


1.


Is het waar dat u voorzitter van de projectgroep interculturalisatie in de gezondheidszorg,de heer J. van Londen, van zijn functie heeft ontheven?*


2.


Is het waar dat deze projectgroep nu wordt voorgezeten door drie externe deskundigen die al deel uitmaken van de projectgroep? Zo ja, waarom bent u van mening dat de heer van Londen opeens niet geschikt meer is als onafhankelijk voorzitter?


3.

In hoeverre zijn de aanbevelingen die de Raad voor de Volksgezondheid in 2000 heeft gedaan over interculturalisatie in de zorg reeds uitgewerkt?


4.

Staat u achter de doelstellingen van het beleid inzake interculturalisatie van de zorg, zoals afgesproken met de Kamer? Zo nee, waarom niet?


5.

Heeft het project interculturalisatie in de gezondheidszorg vertraging opgelopen en loopt deze vertraging verder op door het vertrek van de heer van Londen?


6.

Hoe verhouden zich de plannen van de projektorganisatie Interculturalisatie van de zorg met de rol van Zorgonderzoek Nederland/MW? Is de minister het met de stelling eens dat hier een rol is weggelegd voor ZON/MW? Zo ja, bent u bereid ZON/MW deze taak te laten uitvoeren?


7.

Bent u bereid de Kamer vóór de behandeling van de begroting VWS een brief te zenden waarin u concreet aangeeft wat er tot nu toe tot stand is gebracht in de projectgroep, de huidige stand van zaken van het project en een tijdspad voor het vervolg van het project?


* NRC Handelsblad