College voor zorgverzekeringen

Bedrijfsarts krijgt meer bevoegdheden
23 september 2002
Landelijk experiment uiterlijk in 2004 van start

Bedrijfsartsen kunnen uiterlijk in 2004 op experimentele basis de mogelijkheid krijgen om zieke werknemers door te verwijzen naar AWBZ- en Ziekenfondswet-verzekerde zorg. De voorbereidingen voor dit landelijke experiment kunnen direct van start gaan, want voordat zij deze verwijsfunctie krijgen, moet eerst aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste zijn het verhogen van de kennis en kunde van de bedrijfsarts, het verbeteren van de communicatie tussen de bedrijfsarts en huisarts en het garanderen van de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts.
Dit adviseert het College voor zorgverzekeringen (CVZ) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in zijn rapport "Verwijsfunctie bedrijfsarts", dat op 26 september 2002 wordt vastgesteld.

Op dit moment kan de bedrijfsarts zieke werknemers niet doorverwijzen voor een verdere behandeling. Dat kan alleen via de huisarts. Dit experiment moet volgens het CVZ onder andere leiden tot het bekorten van de wachttijden en een snellere en effectievere begeleiding en behandeling van arbeidsongeschikte werknemers, zodat onnodig ziekteverzuim kan worden voorkomen.
De praktijk leert dat er spanning bestaat tussen de verschillende rollen van de huisarts en de bedrijfsarts. De eerste beoordeelt de verzekerde op zijn gezond zijn en de tweede beoordeelt hem op zijn arbeidsgeschikt zijn. De rol van de verzekerde werknemer zelf is daarbij essentieel, omdat hij een vrije keuze van behandelaar heeft en mede verantwoordelijk is voor zijn terugkeer in het arbeidsproces.

Belangrijke voorwaarde voor het invoeren van de landelijke verwijsfunctie van de bedrijfsarts is dat er in de voorbereidingsfase geïnvesteerd wordt in de kennis en kunde van de bedrijfsarts, zowel zorginhoudelijk als verzekeringstechnisch. Het "verwijzen" moet op korte termijn worden opgenomen in de scholing en de nascholing van de bedrijfsarts. Bedrijfsartsen zijn in de praktijk vaak niet op de hoogte van het totale aanbod van verwijsmogelijkheden (specialismen, voorzieningen) dat in de betreffende regio voorhanden is. Om het landelijk experiment definitief in te voeren moet in 2003 blijken dat er duidelijk voortgang zit in het verbeteren van de kennis en kunde van de bedrijfsarts.
Daarnaast zal de communicatie tussen bedrijfsarts en huisarts sterk moeten verbeteren en worden gestandaardiseerd. In de nieuwe opzet zal de bedrijfsarts er voor moeten zorgen dat de huisarts volledig geïnformeerd blijft. Ook moeten er afspraken worden gemaakt over de communicatie in het vervolgtraject van de behandeling. Voor deze informatie-uitwisseling geldt dat de verzekerde expliciet toestemming moet geven. Van belang is verder dat de Leidraad voor huisarts en bedrijfsarts door de beroepsgroepen verder wordt geïmplementeerd.

De Ziekenfondswet en de AWBZ kennen nu niet de mogelijkheid van verwijzing door een bedrijfsarts. Bestaande regelgeving over verwijsbepalingen in de Ziekenfondswet en de AWBZ moeten dus worden aangepast. Verder moet aandacht worden geschonken aan de positie van de huisarts ten opzichte van de werkgever en de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar zal een formele rol moeten krijgen om de regie over de gevraagde zorg te kunnen voeren, zowel in kwalitatieve, kwantitatieve als financiële zin.
De voorbereidingstijd die nodig is voor de start van het experiment, kan worden gebruikt om aan alle randvoorwaarden te voldoen. Het CVZ stelt de minister van VWS voor om een organisatie of persoon te benoemen die de verantwoordelijkheid krijgt voor het gehele voorbereidingsproces.

Auteur: John van der Pas (020) 3475 605

Mutatiedatum 24/09/2002 07:10:55
Site Meter