NVAB

persbericht

Ondertekening convenant NVVG en NVAB

Verzekeringsartsen en bedrijfsartsen slaan handen ineen

De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) en de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) hebben gisteravond een convenant ondertekend waarmee een intensieve samenwerking tussen beide organisaties wordt bekrachtigd. Hiermee willen ze bijdragen aan een betere begeleiding van zieke werknemers en een vermindering van de WAO-instroom.

Zowel verzekeringsartsen als bedrijfsartsen zijn werkzaam op het brede terrein van de gezondheid en de ziekte van de mens in relatie tot zijn/haar werk. De bedrijfsarts houdt zich bezig met de begeleiding van werknemers tijdens hun arbeidsongeschiktheid. De verzekeringsarts heeft een meer toetsende rol in het kader van de sociale wetgeving. Beide groepen hebben maatschappelijk hetzelfde doel, namelijk om te voorkomen dat werknemers door ziekte in de WAO terechtkomen. De Wet verbetering poortwachter kan daar, naar de mening van beide beroepsgroepen, een belangrijke bijdrage in leveren.

Met ondertekening van dit convenant bevestigen beide artsengroepen de wens tot een intensievere samenwerking. Hierdoor kunnen de rollen van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts beter op elkaar worden afgestemd. Door gezamenlijk optreden naar de politiek kan het wetgevingsproces beter worden beïnvloed. Dit is in het belang van een snelle en goede begeleiding van werknemers, om te voorkomen dat zij in de WAO instromen.

Bedrijfs- en verzekeringsartsen betreuren het dat het onderlinge overleg over zieke werknemers door de wetgeving steeds meer beperkt wordt. Het doel van het convenant is om dit te herstellen in het belang van de cliënt. Ook op bestuurlijk niveau zal structureel samenwerking plaatsvinden. Door gezamenlijk op te treden naar de politiek en andere belangrijke spelers kunnen beide organisaties elkaars stem versterken. Dit gebeurt overigens al in het kader van de Wet verbetering poortwachter. De opleidingen en de wetenschappelijke standaarden worden, waar mogelijk en met behoud van specifieke rollen van beide artsengroepen, op elkaar afgestemd. Tenslotte zullen NVAB en NVVG elkaar steunen in de verdere wetenschappelijke onderbouwing van beide sociaal geneeskundige vakgebieden.

De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) maakt met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA) en de Orde van Medisch Specialisten (Orde) deel uit van de artsenfederatie KNMG. De federatie KNMG vertegenwoordigt ongeveer 32.000 artsen.

VOOR MEER INFORMATIE KUNT U BELLEN MET

Mevrouw C.J.F.P.M. Rossou van de NVAB, telefoon (06) - 270 710 74 of de heer J.H.L. Wijers van de NVVG,
telefoon (06) - 295 311 00.


Tekst Convenant
Convenant NVAB-NVVG

Convenant NVVG-NVAB

De partijen

De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, nader te noemen de NVAB, de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde, nader te noemen de NVVG,

stellen vast

dat beide verenigingen zich in een steeds verder gaande ontwikkeling van professionalisering bevinden;

dat het gezamenlijke referentiekader van zowel NVAB als NVVG binnen de Hoofdstroom Arbeid & Gezondheid is gelegen;

dat invloed kunnen uitoefenen op het politieke en curatieve krachtenveld van eminent belang is voor de positie, taken en de onderlinge samenwerking van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen;

dat beide verenigingen op grote lijnen inzicht hebben verkregen over de taken en verantwoordelijkheden van bedrijfsartsen respectievelijk verzekeringsartsen; er is meer duidelijkheid ontstaan over overeenkomsten en verschillen tussen de functies van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen; beide functies vertonen naast overeenkomsten in taken ook complementariteit;

dat voor de gemeenschappelijke en complementaire aspecten van beide verenigingen een samenwerking en een bundeling van krachten van groot belang is in zowel het professionele veld alsook in de politiek en bij de opdrachtgevers;

constateren

dat meer afstemming met betrekking tot en kennis nodig is van elkaars referentiekader binnen de Hoofdstroom; dat de verenigingen kennis nemen van elkaars bestuurs-standpunten, standaarden en richtlijnen;

dat meer onderlinge afstemming van elkaars vakinhoud en gezamenlijk optreden naar relevante partijen de kwaliteit van de inhoudelijke begeleiding van werknemers zal bevorderen;

dat meer afstemming op het niveau van de begeleiding van de werknemer de kwaliteit van deze begeleiding zal bevorderen;

dat er momenteel geen samenwerkingsprojecten zijn;

dat er geen structurele overlegsituaties zijn tussen beide verenigingen;

overwegen

dat een betere samenwerking tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts bijdraagt aan het optimaliseren van de sociaal-medische zorg, begeleiding en beoordeling van (zieke) werknemers en dat de optimalisering van de samenwerking tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts geïnitieerd dient te worden op bestuurlijk niveau;

dat de samenwerking geconcretiseerd dient te worden op onderwerpen als:


·
beroepsopleidingen en bijscholing,


·
wetenschappelijk onderzoek en verwerving van subsidies daarvoor,


·
gezamenlijke vertegenwoordigingen binnen de KNMG,


·
gezamenlijke vertegenwoordigingen richting politiek en ministeries (Sociale Zaken en Volksgezondheid),


·
begeleiding van de individuele werknemer


·
incidentele onderwerpen (t.a.v. actuele onderwerpen),

dat de samenwerking vorm kan krijgen op verschillende niveaus:


·
structureel overleg op bestuurlijk niveau, op werkgroep niveau


·
elkaar informeren aangaande bovenstaande onderwerpen over opvattingen binnen de eigen beroepsvereniging,


·
elkaar opzoeken om gezamenlijke standpunten uit te dragen in media, daarbij ook terugkoppeling naar elkaar bij confrontaties in of met media,

spreken als hun intentie uit

dat aan een samenwerking tussen beide verenigingen op korte termijn concrete invulling wordt gegeven;

dat beide verenigingen actief en constructief vorm zullen geven aan de intentieverklaring; thans wordt gedacht aan:


·
instellen structureel overleg op bestuurlijk niveau,


·
binnen de beroepsgroep aandacht vragen voor en actief verspreiden van elkaars standaarden en richtlijnen,


·
gezamenlijk optreden afspreken richting externe partijen als politiek, BOA, UWV,

dat beide verenigingen jaarlijks kritisch zullen evalueren of de invulling het beoogde resultaat oplevert, zoals verwacht bij de overwegingen.

Aldus overeengekomen te Utrecht op 24 september 2002

voor de NVAB:
voor de NVVG:

M.T.J. A-Tjak, voorzitter J.H.L. Wijers, voorzitter