---
Aan de Voorzitter van de Directie Veiligheids Beleid
Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67
Binnenhof 4 2594 AC Den Haag
Den Haag
Datum 27 september 2002 BehandeldDVB-WW
Kenmerk DVB/WW-568/02 Telefoon (070) 348 5239
Blad 1/1 Fax (070) 348 5479
Bijlage(n) 1 E-mail dvb-ww@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Karimi
(Groen Links) over wapenexport Israël,
de VS en Nederland.
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid
Karimi over wapenexport Israël, de VS en Nederland. Deze vragen werden
ingezonden op 9 september 2002 met kenmerk 2010215090.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Wijn, Staatssecretaris van Economische Zaken, over
wapenexport Israël, de VS en Nederland
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel 'Israel wants to replenish West Bank
weapons' waarin vermeld wordt dat Israël wapens en munitie, die tijdens het
recente offensief op de Westbank zijn opgebruikt, uit de VS wil betrekken?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Herinnert u zich de volgende zin uit de notitie van toenmalig
minister-president Kok over de positie van El Al op Schiphol: 'Wel is
gebleken dat Amerikaanse wapenzendingen via Nederland en Nederlandse
luchthavens naar Israël hebben plaats gevonden, waarbij door Nederlandse
militairen in het kader van 'host nation support' ondersteuning is geleverd
(o.a. beveiliging)'?
Antwoord
Ja
Vraag 3
Vinden er nog steeds Amerikaanse wapenzendingen via Nederland plaats?
Bestaat de mogelijkheid dat de in het artikel genoemde wapenleverantie via
Nederlands grondgebied haar weg naar Israël zal vinden?
Antwoord
Leverantie van Amerikaanse militaire goederen aan Israël loopt soms via
Nederland. Dit kan ook in de nabije toekomst het geval zijn.
Vraag 4
In hoeverre heeft u zicht op de inhoud van de wapenzendingen die via
Nederlands grondgebied naar Israël plaatsvinden?
Antwoord
De douane kan goederenzendingen van en naar derde landen, dus ook
wapenzendingen, controleren aan de hand van de bij die zendingen aanwezige
douanedocumenten en commerciële bescheiden. Bij wapenzendingen wordt
uiteraard prioriteit gegeven aan zendingen waarvoor krachtens de nieuwe
doorvoerregelgeving, die op 1 januari jl. in werking getreden is, een
wettelijke vergunning- of meldplicht geldt. Een vergunningplicht geldt in
beginsel niet voor zendingen die afkomstig zijn van of bestemd zijn
voor een bevriend (partner)land of bondgenoot (zie ook vraag 10).
Vraag 5
Hoe vaak hebben Amerikaanse wapenleveranties via Nederland naar Israël
plaatsgevonden sinds het begin van de tweede Intifada (september 2000)? Was
er een verhoging te constateren van het aantal wapenzendingen via Nederland
naar Israël sinds het begin van de tweede Intifada?
Antwoord
Over het exacte aantal zendingen van militaire goederen dat vanuit de
Verenigde Staten via Nederland naar Israël is gegaan zijn geen gegevens
voorhanden. De reden hiervoor is dat niet voor alle goederen een meldplicht
bestaat. Wel is het aantal meldingen bekend van wapenzendingen tussen de VS
en Israël die via Schiphol liepen. Deze aantallen zijn als volgt: 22 in
2000, 113 in 2001, en 58 tot dusver in 2002. Het betreft hier vrijwel
uitsluitend meldingen die door El Al zijn verricht.
Vraag 6
Vinden er t.a.v. deze zendingen controles plaats? Zo ja, waaruit bestaan
deze controles? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 4, vinden inspecties van de goederen
plaats als de documenten daar aanleiding toe geven. Daarnaast is er sprake
van regelmatige steekproeven. Dergelijke inspecties kunnen vele vormen
aannemen, waaronder fysieke controle, of gebruik van een scanner.
Vraag 7
Hebben Nederlandse militairen, of heeft ander overheidspersoneel, bij deze
eventuele zendingen ondersteuning verleend? Zo ja waaruit bestond die steun?
Antwoord
Er is geen sprake geweest van ondersteuning door Nederlandse militairen of
ander Nederlands overheidspersoneel.
Vraag 8
Welke lucht- en/of zeehavens zijn voor deze (eventuele) zendingen gebruikt?
Antwoord
Voor zover bekend is naast de luchthaven Schiphol ook de haven van Rotterdam
soms gebruikt voor doorvoer van zendingen.
Vraag 9
Bent u van mening, gezien het feit dat de Amerikaanse wapenleveranties aan
Israël blijven doorgaan en gezien het feit dat deze wapens ook herhaaldelijk
en disproportioneel zijn ingezet tegen Palestijnse burgers in de bezette
gebieden, dat een scherpere controle op de doorvoer van wapens en
strategische goederen op zijn plaats is, Zo ja, wat zijn uw plannen hiervoor
en zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ik ben van mening dat de sinds januari 2002 geldende wetgeving inzake
doorvoer van strategische goederen een adequaat kader voor controle vormt
Vraag 10
Deelt u de mening dat de criteria van het wapenexportbeleid, die ook
volgens de In- en uitvoerwet van toepassing zijn op de doorvoer van wapens
en strategische goederen, doorvoer van wapens naar Israël in de weg staan?
Antwoord
Krachtens het nieuwe doorvoerregime is voor zendingen die onder de
effectieve uitvoercontrole van een bevriend (partner)land of bondgenoot
staan, in beginsel geen uitvoervergunning nodig. Nederland doet de toets van
deze landen - EU lidstaten, NAVO-bondgenoten, Australië, Japan,
Nieuw-Zeeland en Zwitserland - niet nog een keer over. Dergelijke zendingen
worden derhalve niet getoetst aan de criteria van het Nederlandse
wapenexportbeleid. Gaarne verwijs ik in dit verband naar de brief inzake
doorvoer via Nederland van strategische goederen naar Israël (buza020209),
die mijn ambtsvoorganger mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken op 22 april jl. aan uw Kamer heeft gezonden.
Vraag 11
Is het waar dat in andere Europese landen strengere regels voor doorvoer van
strategische goederen gelden? Kunt u bijvoorbeeld bevestigen dat in
Duitsland, Italië, Denemarken, België, Finland en Portugal voor alle
doorvoer een vergunning aangevraagd moet worden?
Antwoord
Op initiatief van het Spaanse voorzitterschap heeft in de eerste helft van
2002 in de EU-Raadswerkgroep COARM (conventionele wapenexport) een
inventarisatie plaatsgevonden van de regelgeving van de Lidstaten inzake
doorvoer van militaire goederen via EU-grondgebied van en naar derde landen.
Daaruit is gebleken dat de wet- en regelgeving van de EU-lidstaten op dit
terrein zeer uiteenloopt. In een aantal lidstaten is voor iedere
doorvoertransactie van militaire goederen een vergunning vereist (Duitsland,
Denemarken en Finland). Portugal kent geen specifieke wetgeving inzake
doorvoer van militaire goederen. In de meerderheid van de EU-lidstaten is de
vergunningplicht bij doorvoer beperkt tot transacties waarbij de goederen
worden uit- of overgeladen, en derhalve het transportmiddel (veelal
vliegtuig of schip) verlaten (o.a. België, Italië).
Vraag 12
Is het u bekend of er ook via andere EU lidstaten wapenzendingen naar Israël
plaatsvinden? Zo ja, welke? Bent u bereid om u in EU verband in te zetten
voor een gemeenschappelijke regeling die doorvoer van wapens en strategische
goederen via het grondgebied van de EU aan banden legt? Zo neen, waarom
niet?
Antwoord
Ik beschik niet over gegevens over zendingen die via andere EU lidstaten
plaats vinden.
De in het antwoord op vraag 11 genoemde inventarisatie is uitgevoerd
teneinde te bezien of de EU-Gedragscode inzake conventionele wapenexport,
inclusief de systematiek van notificatie en consultatie, door de Lidstaten
op doorvoertransacties van militaire goederen zou kunnen worden toegepast.
Dit werd door de Lidstaten om politieke en praktische redenen niet haalbaar
geacht. Achtergrond daarvoor is de sterk uiteenlopende nationale wet- en
regelgeving van de Lidstaten op dit terrein, en het zeer grote aantal
doorvoerzendingen dat dagelijks de grenzen van de Lidstaten passeert. Wel
aanvaardde de COARM een tekst waarin de Lidstaten toezegden in gevallen
waarin voor doorvoertransacties een vergunning is vereist, de criteria van
de Gedragscode in aanmerking te nemen bij de beoordeling van
vergunningaanvragen.
===