CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 3 oktober 2002
Zonder mentaliteitsverandering wordt het niets!

Reactie CDA-fractie op Collegeprogramma,
Raadsvergadering 3 oktober 2002,
Leonard Geluk

Mijnheer de voorzitter,

De gemeenteraad heeft het College op mijn 32e verjaardag dat was op 25 april jongstleden- met een heel duidelijke opdracht op pad gestuurd. Kom met een duidelijk Collegeprogramma met duidelijke doelstellingen voor de komende 4 jaar dat blijft binnen de kaders die door de coalitie zijn geschetst en dat tegemoet komt aan de onvrede en onrust in de Rotterdamse samenleving, die op 6 maart zo nadrukkelijk naar buiten is gekomen. We kunnen vaststellen dat het College daar goed in geslaagd is. Nu is het de verantwoordelijkheid van de Raad om te beoordelen of de ambitie van het College ook de ambitie van de Raad is. Zijn de doelstellingen ambitieus genoeg, of moeten de doelstellingen worden bijgesteld. Daar zal mijn bijdrage namens de CDA-fractie vanmiddag over gaan. Maar er is meer.

In deze tijd van een daadkrachtig en op uitvoering gericht College zal de Raad naast een controlerende ook een beschouwende, reflecterende rol moeten vervullen. Wat zijn de consequenties van het beleid, hoe ziet Rotterdam er uit over 4 jaar of over 8 jaar als we op deze weg verder gaan.

Want, voorzitter, laten we ons eens heel visionair- inleven in het jaar 2010. Er staat iemand op die de hele politiek wil wakker schudden. Hij gebruikt daarvoor een beproefd middel. Hij schrijft een boek en noemt dat boek de puinhopen van 8 jaar nieuw elan!. Is dat mogelijk? Zou dat kunnen gebeuren? Het kan geen kwaad ons deze vraag te stellen. Welke ontwikkelingen zetten we vandaag in gang? Zetten we de goede stappen? Zijn er al dan niet voorziene consequenties die we nu onder ogen moeten zien om te voorkomen dat we over acht jaar opeens met een kater wakker worden, zoals het paarse kabinet dit jaar heeft ondervonden?

Voorzitter,

Dat boek hoeft er niet te komen, en als het er komt zal het geen bestseller worden, maar dan moeten we wel enkele zaken heel erg scherp in acht nemen. Ik wil daar in mijn bijdrage over de afzonderlijke prioriteiten op ingaan.

Maar eerst een opmerking over verbeelding. De verbeelding mag best weer zijn intrede doen in de politiek. We moeten ons weer beelden gaan vormen van het Rotterdam waar we naar op weg zijn. Een Rotterdam waarin mensen samenleven, dat is zeer terecht naast veiligheid het belangrijkste mission-statement van het College. Een Rotterdam waarin gemeenschappelijke waarden en normen worden nageleefd en gehandhaafd, waardoor Rotterdammers elkaar en elkaars eigendommen respecteren, fatsoenlijk met elkaar omgaan, verantwoordelijkheid nemen voor eigen ontwikkeling en voor de mensen in hun omgeving. Een Rotterdam waarin iedereen niet alleen zijn eigen boontjes dopt, maar er ook zorg en aandacht is voor degenen die het alleen niet redden. Dat is onze verbeelding aan de macht, dat is het Rotterdam waar we aan werken!

Voorzitter, hier is verbeelding voor nodig. Hiervoor is het nodig dat de maatschappelijke trend van groeiende agressie, toenemende hufterigheid en normloosheid wordt gekeerd. Hiervoor is de verbeelding nodig dat onze jeugd de kans krijgt kansen te pakken, het maximale uit zichzelf te halen. Hiervoor is de verbeelding nodig van verschillende groepen mensen die niet langs maar met elkaar leven. Deze verbeelding moeten we nooit uit het oog verliezen, het moet het College en de Raad inspireren tot het nemen van de goede besluiten.

De CDA-fractie wil het optreden van het College toetsen aan deze verbeelding. We hebben moeite met een opiniebijdrage die wethouder De Faria recent in Trouw plaatste. Zij schrijft, ik citeer: Ook in Rotterdam dromen veel mensen ik soms ook- van een junkvrije stad. Een stad, waar je je schoudertas niet met twee handen omklemd hoeft te houden, en waar je je radio rustig in je geparkeerde auto kunt laten zitten. Ik ben echter zo realistisch om me niet in zulke dromen te verliezen.

Wethouder De Faria, wat is uw droom, wat is uw verbeelding? Is het echt een niet realistische droom dat je als vrouw rustig met je tas over straat kunt lopen zonder dat deze wordt geroofd? We waarderen het realisme van de wethouder. De wethouder sluit de ogen niet voor de ingewikkelde en indringende problematiek van verslaving. Haar hart ligt terecht ook bij Rotterdammers die om aandacht schreeuwen. Zij moeten deze aandacht krijgen, ook voor hen geldt de maat van de menselijkheid. Maar ons doel is en blijft een stad waarin je rustig en normaal over straat kunt lopen.

Veiligheid
Het CDA is, laat ik dat ook richting wethouder De Faria aangeven, blij met de zeer concrete uitwerking van de prioriteit veiligheid. De CDA-fractie is onder de indruk van de wijze waarop de burgemeester zijn eigen verantwoordelijkheid als burgemeester en korpsbeheerder onderdeel laat uitmaken van de verantwoording in de Raad. Dat leidt tot meer democratische controle. De CDA-fractie is erg gelukkig met deze ontwikkeling en heeft grote waardering voor de wijze waarop het OM en de politie zelf hun nek uitsteken. Vraag is wel hoe het korpsberaad hier tegen aan kijkt.

Voorzitter,

Laten we de vraag eens hardop stellen of dit veiligheidsbeleid leidt tot een volwaardig hoofdstuk in een kritisch boek over nieuw elan. Wat zijn de valkuilen? Het CDA ziet het als grote valkuil dat we met elkaar teveel bezig zijn met repressie, en te weinig met de vraag hoe we criminaliteit en asociaal gedrag kunnen voorkomen. Om structureel te bouwen aan het Rotterdam van onze verbeelding is sociale integratie, is versterking van de binding met de stad en de bundeling van krachten om samen aan maatschappelijke veiligheid te bouwen noodzakelijk. Die samenleving vraagt om meer structuur dan de opsomming van een waslijst aan repressieve maatregelen.

Hoe moet het stadsbestuur in de wijken en buurten aanwezig zijn? Wie kan sociale bewegingen vroegtijdig signaleren en analyseren, wie kan sociale misstanden aankaarten bij dat bestuur dat staat te trappelen om te luisteren en om vervolgens wat te doen. Het is volgens het CDA noodzakelijk dat er een herbezinning komt op de positie van het welzijnswerk, de opdrachten die aan het welzijnswerk worden gegeven en de geldstromen die hiervoor nodig zijn. Zonder sociale verbondenheid en een actieve inzet van het College hierop zijn de ambities die in het hoofdstuk Beleid en Uitvoering zijn neergelegd niet te realiseren! Ik vraag het College of zij met ons dit debat over integraal welzijnsbeleid wil voeren.

Na deze beschouwing enkele concrete opmerkingen over veiligheid:

(1) Het CDA vindt het resultaat van doelstelling 12 over de reductie van coffeeshops te weinig ambiteus. In lijn met het coalitieprogramma stel ik voor om op te nemen dat er in 2005 sprake is van een reductie van 20%. Dit is te realiseren door coffeeshops na 2 overtredingen te sluiten en alle coffeeshops in de omgeving van scholen te sluiten. Ik overweeg hierover in tweede termijn een motie in te dienen.

(2) We vinden de sluiting van de Keileweg op 31-12-2005 voor de bewoners van Delfshaven te laat. Horen graag van de wethouder wat zij concreet kan doen om de sluiting te vervroegen.

(3) We snappen dat de ambitie van 350 nieuwe toezichthouders niet kan worden gehaald als gevolg van rijksmaatregelen, maar vinden dat het College er alles aan moet doen, ook in overleg met het Rijk, om het aantal toezichthouders met een sustantieel groter aantal fte dan 100 te verhogen. Ik zal daarover een motie indienen.

(4) Het CDA vindt dat er zeer concreet opgetreden moet worden tegen asociaal gedrag als het aanbrengen van graffiti, het op straat gooien van rommel etc. Wat is eigenlijk de boete voor het weggooien van een McDonalds hamburgerverpakking? Wordt daar weleens tegen geverbaliseerd? Kies nu eens voor het Centrum als gebied waarin je met een goede Heinsbroekiaanse communicatie duidelijk maakt dat er wordt opgetreden tegen enkele concreet genoemde gedragingen, en richt je toezicht daar op in en maak het meetbaar. Dit is een concreet voorstel aan het College.

Voorzitter, ik realiseer me dat ik over de andere 4 prioriteiten wat beknopter moet zijn.

Huisvesting
Ook over huisvesting kan een hoofdstuk geschreven worden in het boek over de puinhopen van 8 jaar nieuw elan. En om dat te voorkomen wil ik het College, en vooral wethouder Pastors, een indringende vraag stellen. De verkiezingen gingen over de evenwichtige samenstelling van wijken. Het ging over een evenwichtige spreiding van lage-, midden- en hogere inkomens over de wijken. Het College kiest nu voor stevige aandacht voor de nieuwbouwproductie. Dat is uitstekend. Maar voor ons is de grote vraag en Pastors moet ons daarvan overtuigen- dat het gaat lukken om de onevenwichtig samengestelde wijken van Rotterdam vooral binnen de ruit- een stevige transitie te doen ondervinden. De vraag aan hem is ook hoe we die omslag van de wijken binnen de ruit als raad kunnen volgen, welke concrete resultaten hij wil boeken.

Verder nog 3 opmerkingen.

(1) Het CDA juicht afschaffing van de erfpacht toe. We hadden niet verwacht dat we dit nog mee zouden maken. We rekenen erop dat erfpacht de gemeente op korte termijn geld oplevert. Het CDA vindt dat als een goed rentmeester met deze middelen moet worden omgesprongen, dus investeren in de toekomst van de stad en sparen voor later.

(2) De groeibriljanten en we vinden het concept goed- zullen vooral kindvriendelijk ingericht moeten worden. Dat wil zeggen dat dat plekken moeten zijn waarin het voor gezinnen met kinderen goed leven is.

(3) Aandacht voor ouderenhuisvesting is noodzakelijk. We gaan er vanuit dat de ambities uit de vorige raadsperiode nu nog onverkort van kracht zijn.

Onderwijs en Jeugd
Onderwijs is de dragende pijler van het nieuwe elan. Het CDA kan zich prima vinden in de doelstellingen die zijn opgenomen. Deze collegeperiode moeten de onderwijsachterstanden eindelijk fors verminderen, anders heeft ook hier het nieuwe elan niet het beoogde resultaat. Wel enkele aandachtspunten:


1. Onderwijskansenzones is een uitstekend concept, blij dat het eindelijk goed van de grond gaat komen. Vraag aan de wethouder: noem een target.


2. Het leerkrachtentekort is een terechte prioriteit. Alleen met arbeidsvoorwaarden lossen we het gigantische probleem niet op. Kan de wethouder niet bevorderen, zoals in andere gemeenten, dat we met andere inzet van personeel dezelfde doelen halen? Ook in Rotterdam moet de creativiteit in het onderwijs een forse stimulans krijgen. De wethouder doet er goed aan daar het voortouw in te nemen.


3. De ambitie bij opvoedingsondersteuning mag wel omhoog. Er moet snel een dekkend netwerk opvoedingsondersteuning gerealiseerd worden, waar de raad al eerder om vroeg.


4. Doelstelling met betrekking tot de deelname aan de voorscholen moet 80% zijn i.p.v. 50%

Economische ontwikkeling
De verrassing van het hoofdstuk over economie is de paragraaf Ruimte voor de vitale stad, waarin de ontwikkeling van de stad en de hoognodige economische expansie met elkaar worden verenigd. Het CDA ondersteunt ten volle de ontwikkeling van de omgeving van Rotterdam Airport . Waar Rotterdam echt behoefte heeft aan een nieuwe banenmachine kan deze absoluut gestationeerd worden in de noordrand van Rotterdam.

Extra aandacht verdient het Waalhavengebied (en wat het CDA betreft in een brede uitstraling mogelijk zelfs over de rivier heen in de richting van de Merwehaven), waar de unieke kans schuilt om voor het laatste grootschalig terrein binnen eigen grenzen (en dus geheel en al in eigen regie) een stadshavengebied tot stand te brengen met woningen en werkgelegenheid van hoge kwaliteit. Hierdoor moet de stad een impuls krijgen die zich moet kunnen meten met de succesvolle ontwikkeling van de zuid-As van Amsterdam. We zouden bijvoorbeeld het erfpacht-tafelzilver daarvoor kunnen gebruiken.

Inburgering en mensen maken de stad
Het College heeft de opdracht van de Raad gekregen om voorstellen te doen om integratie te bevorderen en mensen in Rotterdam niet langs elkaar heen te laten leven. Eindelijk krijgt dit onderwerp de politieke prioriteit die het verdient. We moeten meer dan ooit gebruik maken van de talenten van iedere Rotterdammer. Als we spreken over een deltaplan inburgering zullen alle maatschappelijke organisaties scholen, kerken, moskeen, bewonersorganisaties, sportverenigingen, volkstuinders- moeten worden aangespoord om zelf bij te dragen aan die inburgering. Dit komt in het programma nog mager uit de verf. Hoor graag van het College dat ze inburgering nadrukkelijk als een verantwoordelijkheid van vitale gemeenschappen zien, en hoe ze dat willen concretiseren.

Financiële onderbouwing
Bij de begroting zullen we uitvoerig ingaan op de financiële onderbouwing. Dan zullen we ook ingaan op feitelijke kortingen op subsidies en wijzigingen in het Groeifonds. Daar zijn wat ons betreft veel opmerkingen over te maken. Nu wil ik me tot 3 statements beperken:

(1) parkeertarieven mogen geen algemeen dekkingsmiddel zijn, maar gelden als reguleringsinstrument, graag reactie van wethouder Fin maar ook van wethouder MKB.

(2) CDA-fractie is erg ongelukkig met het juichverhaal van Janssens in het laatste VNG-magazine over het afschaffen van OZB en wat hem betreft ook alle andere gemeentelijke belastingen. Als onderhandelaar richting Rijk is het zaak om de OZB-afschaffing voor 100% te laten compenseren. Het omarmen van een maatregel waar Rotterdam nadrukkelijk niet om heeft gevraagd is geen handige eerste onderhandelingszet. Ook is het onzin om hondenbelasting te willen afschaffen. Ook dit is een reguleringsinstrument.

(3) De ambitie van het College wordt deels gefinancierd vanuit een doelmatigheidsoperatie. Deze moet slagen. Wethouder Janssens zal in de periodieke rapportage aan de Raad over targets ook duidelijk moeten maken of de target doelmatigheid op orde is.

Verder stelt het CDA vast dat het armoedebeleid en het deelgemeentefonds ontzien is bij de ombuiging, naar ons idee is dat overigens zeer terecht.

Waarden en normen
Het CDA vindt het geweldig dat er in de stad en in het land weer intensief over waarden en normen wordt gesproken. Dat hadden we vorig jaar zomer bij het schrijven van het verkiezingsprogramma dat als titel geen woorden maar waarden voerde niet durven dromen. Ik hoef daar niet al te veel over te zeggen, want ik ben blij met de ambitie van het College op dit punt. Concreet willen wij de komende periode twee dingen bereiken:


- de overheid moet helder zijn over de regels die nadrukkelijk worden gehandhaafd in het publieke domein

- er moet een dialoog op gang komen over gemeenschappelijke waarden en normen, waarin gesproken wordt over de waarden binnen etnische en religieuze groepen in de stad, maar waarin ook geluisterd wordt naar datgene wat vanuit verschillende groepen aan de Rotterdamse waarden en normen wordt bijgedragen. In onze inhoudelijk goede discussie met LR hebben we het belang van dialoog al benadrukt.

Wij snappen als CDA heel goed dat de aandacht voor waarden en normen niet alleen te danken is aan de inzet van het Rotterdamse CDA. Pim Fortuyn heeft daar ook een forse bijdrage aan geleverd. Wij onderschrijven niet het gehele gedachtengoed van Pim Fortuyn en het is niet aan ons is om zijn gedachtengoed hier in de Raad te verdedigen, maar ik wil hier wel onthullen dat het beste boek van Fortuyn de verweesde samenleving één van de inspiratiebronnen is geweest voor ons Rotterdamse verkiezingsprogramma. Dat boek heeft nadrukkelijk een brugfunctie kunnen vervullen tussen het gedachtengoed van Leefbaar Rotterdam en het CDA tijdens de coalitieonderhandelingen van afgelopen maart.

Voorzitter,

Uiteindelijk gaat het om gedragsverandering. Dat is bij de hele discussie over waarden en normen essentieel: Zonder mentaliteitsverandering wordt het niets! Dan verandert er niets en dat is het hele nieuwe elan een holle frase. Voorzitter, dit is de achilleshiel van dit College. Alle targets suggereert dat de overheid zelfstandig alle doelen kan realiseren. Dat is een misvatting. Rotterdam wordt alleen veiliger of meer leefbaar als alle Rotterdammers daaraan meewerken.

Tot slot:
Voorzitter, tot slot wil ik het woord nog richten tot mijn collega Sorensen. Aan het begin van zijn politieke carriere heeft hij in niet mis te verstande woorden duidelijk gemaakt wat zijn beeld is van de raadsleden uit de vorige periode. Hij vond dat maar nijlpaarden. Persoonlijk heb ik me daar altijd wel in herkend. Een nijlpaard staat met alle poten op de grond, sterker nog: met alle poten in de modder- hij heeft een dikke huid, weinig vijanden, stevig, sociaal, snel, doelgericht en is gehecht aan familiebanden en familiewaarden. Je kan er beter geen ruzie mee krijgen en ze genieten van het goede leven, lekker in het water in het zonnetje. Kortom, Ronald, een betere beeld van de gemiddelde CDA-er kon je niet geven. Jij wil daar niet bijhoren , dat is duidelijk. Maar een beetje een nijlpaard laten we zeggen: een nijlpaardje- herken ik toch in je. En omdat ik weet dat dat iets is wat je absoluut niet wil zijn bied ik je namens de CDA-fractie een nijlpaardje aan. Zodat jij voor eens en voor altijd scherp voor ogen kunt houden hoe jij vooral niet moet worden! Maar, voorzitter, wellicht kan het ook tot inspiratie strekken!

In tweede termijn diende Geluk met CDA-woordvoerder Karen Duys (o.m. gesubsidieerde arbeid) een motie in waarin het CDA het college verzoekt zich optimaal in te spannen om te zoeken naar mogelijkheden om meer toezichthouders aan te stellen bij de dienst Stadstoezicht). De motie is aangenomen.