Reactie op vragen over Genderkliniek
De Voorzitter van de Tweede
Kamerder Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2321635
4 oktober 2002
Ik deel de zorgen van u die zijn ontstaan na het ANP-bericht over de
opening van de genderkliniek en de advisering aldaar. Zoals ik in mijn
brief van 23 september 2002 (IBE/E-2318912) in reactie op het verzoek
van het lid Ormel aan u liet weten, is geslachtskeuze op grond van de
embryowet verboden alsmede is dat het geval met het aanbieden van
diensten, bestaande uit handelingen die in de embryowet worden
verboden. Het moge u duidelijk zijn dat ik van mening ben dat
geslachtskeuze om niet-medische redenen verboden moet zijn. Ik heb de
Inspectie verzocht een onderzoek in te stellen.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft op 2 oktober jongstleden
een bezoek gebracht aan de heer B. van Delen, directeur van de
genderkliniek. Tijdens het bezoek is naar voren gekomen dat de
genderkliniek geen enkele dienst aanbiedt met het oogmerk van
geslachtskeuze. Er is daarvoor ook geen apparatuur aanwezig. Wel is
gebleken dat de genderkliniek geïnteresseerden mondeling adviseert
over klinieken in het buitenland. Dit gebeurt sinds langere tijd
telefonisch en sinds 1 oktober jl. ook op afspraak in een
ontvangstruimte. Wat deze advisering precies inhoudt en in hoeverre
het geven van deze adviezen past binnen de wettelijke kaders van de
Embryowet zal nog moeten blijken uit de schriftelijke rapportage en
het eindoordeel van de Inspectie. Ik zal u daarvan op de hoogte
houden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp