Eerste Kamer der Staten Generaal

KORTE TOESPRAAK DOOR DE VOORZITTER VAN DE
VERENIGDE VERGADERING IN DE HERDENKINGSPLECHTIGHEID OP 9 OKTOBER 2002
TER GELEGENHEID VAN HET OVERLIJDEN VAN
Z.K.H. PRINS CLAUS DER NEDERLANDEN

Op Prinsjesdag 1991 moest Prins Claus voor het eerst verstek laten gaan vanwege zijn verminderende gezondheid. De toenmalige Voorzitter van de Verenigde Vergadering wilde, in het bijzijn van de Koningin, in een enkele zin de grote waardering van alle aanwezigen tot uiting brengen toen hij vaststelde dat Prins Claus door zijn gezag en positie een bijdrage van betekenis aan de constitutionele monarchie leverde. Het is een vaststelling die daarna alleen nog maar in wijdere kring in binnen- en buitenland erkend is. Maar het is geen vanzelfsprekende conclusie. Dat mag duidelijk zijn voor degene die het leven, de persoonlijkheid en de komst naar en in Nederland beziet van hem, die wij hier vandaag in een bijzondere Verenigde Vergadering, waartoe beide Kamers van de Staten-Generaal besloten hebben, gedenken. In de loop der jaren is Claus van Amsberg, een Prins der Nederlanden geworden die ons allen in Nederland en in het Koninkrijk zeer dierbaar is geworden en van wie we ons nu nog niet goed realiseren dat we hem echt moeten gaan missen.

Een prins der Nederlanden omdat, naar vermeld wordt, Prins Claus in 1980 toen Prinses Beatrix het koningschap op zich nam, afzag van de titel de Prins der Nederlanden waar hij als echtgenoot van de Koningin aanspraak op zou kunnen doen gelden, uit respect voor zijn schoonvader. Beiden zijn sindsdien Prins der Nederlanden zonder nadere bepaling. Zo'n benadering is in ieder geval tekenend voor de finesse die Prins Claus ontwikkeld heeft voor de Nederlandse staatkundige verhoudingen, de aard van de constitutionele monarchie en de sentimenten die ons volk verbindt aan zijn constitutionele democratie. Vanuit die attitude, begrip en inzet is ten rechte aan Prins Claus 'een ongekreukt constitutioneel gedrag' toegeschreven, stoelend op een 'substantiële regelkennis'. Prins Claus heeft toen hij eenmaal Prins-gemaal was, overigens een term die hijzelf niet ten onrechte binnen de Nederlandse verhoudingen bekritiseerde, zich van meet af aan ingespannen om de Nederlandse staatsrechtelijke regels te doorgronden en de ongeschreven regels die hem bonden in zijn afgeleide positie van zijn vrouw, als staatshoofd van Nederland, na te leven en inhoud te geven. Overigens af en toe niet zonder de grenzen ervan op te zoeken, soms met een elegante rebellie, zonder ooit ongepast te worden. Het waren wellicht ook niet zozeer geschreven of ongeschreven regels die hem benauwden als wel naar zijn belevenis protocollaire belemmeringen die hem soms naar effectieve vrijheid deden snakken en die hem ook wel vooral op inspectiereizen in het buitenland waarin hij 'red tape' verafschuwde als 'lastig' te boek deed staan. Het was vaak in het buitenland dat men de ministeriële verantwoordelijkheid niet kon plaatsen als de Prins als inspecteur of adviseur de minister van ontwikkelingssamenwerking vergezelde. Omdat een effectieve ontwikkeling van de Derde Wereld niet zelden met een doelmatig landbouwbeleid begint, heb ik zelf in een vroegere functie het genoegen gehad de hoogst geïnteresseerde Prins mee te maken.

Nu kwam Prins Claus bepaald niet als onbeschreven blad naar Nederland. Hij had zich in Duitsland grondig in de rechten bekwaamd, praktische ervaring opgedaan ook als diplomaat waardoor hij zeer wel in staat was, mede door rechtsvergelijking, zich een goede scholing in de Nederlandse constitutionele verhoudingen eigen te maken. Hij doorgrondde met genoegen de fundamentele werken van Oud en maakte goed gebruik van persoonlijke adviezen uit zijn onmiddellijke omgeving. 'Papa Beel' was een begrip. Maar voor alles bleek de nieuwe Prins een democraat in hart en nieren te zijn. Juist zijn Duitse achtergrond en eigen kijk op de geschiedenis van zijn vaderland, waarvan hij later zich bij uitstek kon vinden in de zelfreinigende beschouwing van President Von Weiszäcker, en zijn waarneming op afstand vanuit Afrika maakte van hem een welbewust en soms vurig democraat. Het maakte hem eveneens tot een hoogst betrokken bouwer van betere betrekkingen en begrip over en weer van Duitsland en Nederland. Het bracht hem als diplomaat ertoe naast het uitleven van zijn kennis en betrokkenheid met het Afrikaanse continent ook tot de niet vanzelfsprekende stap Duits diplomaat in Israël te willen zijn en daar vrienden voor het leven te maken. Delen van de Nederlandse samenleving hebben in het begin deze diepe democratische gezindheid, evenwichtige kijk op de geschiedenis en cultuur van zijn Duitse vaderland en zijn veelzijdige loyaliteit als Nederlander, als Europeaan en als waarlijk wereldburger niet kunnen vermoeden.

De grote waardering en het diep respect voor ook hun Prins Claus is gaan groeien in de jaren zeventig, toen het gezin nog leefde in de luwte van Drakenstein. Maar voor hem zou altijd blijven gelden: "The home is where the heart is." Gaandeweg ging hij ontdekken dat de eerste dienaren van de Nederlandse monarchie tegelijkertijd een loodzwaar offer moesten brengen ter wille van die erfelijke monarchie. Veelzeggend zijn flitsen uit een interview in het Duits waarin de Prins opmerkt dat Holland geen monarchie is, maar een republiek met een erfelijk vorst die in nauw contact staat met het volk. Hij verbindt daar de waarschuwing aan vast niet lichtzinnig een monarchie in het leven te roepen en eerst de toekomstige leden van de mogelijke dynastie aan een proeftijd van een half jaar te onderwerpen. Het waren dergelijke TV-beelden die deden vermoeden welk een opmerkzaam waarnemer, gedegen debater, spitse geest en humoristisch mens in kleinere en besloten kring tot leven kon komen. Als medebewoner van een koninklijk glazen huis, accepteerde hij ook dat de media hem een vertekend imago opleverden. Hij wilde een bepaalde kleurloosheid wel op de koop toe nemen, maar niet aan 'de open haard'.

Door die instelling , ontwikkeling en bescheidenheid behoefde de Prins nooit tegen zichzelf beschermd te worden, omdat hij beschikte over een vormvast constitutioneel besef. Waar het kon, was hem dan ook vrijheid van spreken en schrijven toevertrouwd hetgeen hem eigen teksten ingaf maar altijd met instemming van de verantwoordelijk minister die hij met 'tongue in cheek' kon voordragen en die bijna hilarische momenten opleverde waarbij toehoorders hun krakende deftigheid van zich af voelde spoelen.

Hij kon in zo'n entourage aankondigen dat hij zou spreken "in my very personal capacity" om daar in één adem aan toe te voegen "wat dat ook mogen betekenen". De beelden die Prins Claus over die optredens heeft nagelaten mogen als aansporing voor ons blijven dienen de menselijke maat in ere te houden, die voorwaarde is dat mensen elkaar ontmoeten en niet uitsluitend naast elkaar hun functie zitten uit te oefenen. Door zijn persoonlijke kwaliteiten heeft hij een grote toegevoegde waarde ingebracht voor de voortdurende taak- en plichtsvervulling door de Koningin maar was ook een prikkel voor zijn Nederlandse landgenoten. Want deze prins die vertelde dat hij in de Nederlandse taal droomde wees ook zijn landgenoten op de schoonheid in het Nederlands verleden, in monumenten, in landschappen en gebouwen en betoonde zich bereid daarom nevenfuncties te vervullen.

Prins Claus heeft door zijn karakter, zijn zware inspanning en zijn verkwikkende openheid aan de Nederlandse monarchie mede een menselijk gezicht gegeven waar het tegelijkertijd nodig was het monarchaal bedrijf meer te stroomlijnen en daardoor afstandelijker te lijken. Het is mijn overtuiging dat Prins Claus door zijn geheel eigen functioneren, en de opofferingen die hij zich daarbij getroostte, als katalysator voor verandering op meerdere terreinen heeft gewerkt maar ook de weg heeft geopend voor verdere transformatie van een vitaal monarchaal bestel dat nooit zijn republikeinse ondergrond noem het maar vrijheidszin in de open samenleving zal verliezen. Bij zijn intrede in Nederland sprak Prins Claus op 28 juni 1965: "Ik zal mijn best doen en proberen uw vertrouwen te winnen". Hij heeft veel meer bereikt dan die beloften waar te maken.

Een klein land heeft een Prins van formaat verloren. De Nederlandse samenleving zal deze 'Mensch' in al zijn intellectuele begaafdheden, gaan missen. Wij kunnen uit de vele beelden, uit ons toch vrij open Koningshuis, veronderstellen hoe groot het verlies voor onze Koningin zal zijn om haar steun en toeverlaat niet bij zich te weten, maar bovenal de man die zij liefde toedroeg en die haar liefhad, dat ook in het openbaar beleed, en de zorgzame en bedachtzame 'pater familias' die zijn groeiend gezin diep toegenegen was maar ook wist te verdedigen. Wij betuigen Hare Majesteit de Koningin, haar gezins- en familieleden ons medeleven. Onze Prins Claus ruste in vrede.