Persbericht
PERS-2002-241
Den Haag, 14 oktober 2002
Antwoorden op kamervragen lid Kant over aanvullende ouderenkorting
Vragen:
1.
Wordt bij de uitkering van de AOW rekening gehouden met de ouderenkorting maar niet met de
aanvullende ouderenkorting? Waarom kan de aanvullende korting niet bij de uitkering worden
meegenomen?
2.
Deelt u de mening dat veel alleenstaande ouderen met alleen AOW zich niet realiseren dat zij
aangifte moeten doen voor de aanvullende ouderenkorting?
3.
Is de staatssecretaris van Financiën bereid de Belastingdienst deze ouderen te laten informeren dat zij
een T-biljet moeten invullen om de aanvullende ouderenkorting te krijgen?
Antwoorden:
1 en 2.
Voor de loonbelasting geldt dat de loonheffingskorting maar bij één werkgever of uitkeringsinstantie geldend mag worden gemaakt. In de regel wordt de loonheffingskorting door AOW-gerechtigden bij de SVB geldend gemaakt. Bij de uitbetaling van AOW houdt de SVB dan rekening met de algemene
heffingskorting, de ouderenkorting en bij alleenstaanden met de aanvullende ouderenkorting.
Indien een 65-plusser naast AOW ook recht heeft op aanvullend pensioen kan hij/zij ervoor kiezen in plaats van bij de SVB de loonheffingskorting geldend te maken bij het pensioenfonds. Daarvoor moet bij het pensioenfonds en de SVB een nieuwe loonbelastingverklaring worden ingevuld. De
Belastingdienst heeft over deze situatie informatie opgenomen in de brochure "Als u 65 jaar of ouder bent". Wordt de loonheffingskorting bij een pensioenfonds geldend gemaakt dan houdt het pensioenfonds rekening met de algemene heffingskorting en (indien van toepassing) de ouderenkorting. Het
pensioenfonds houdt geen rekening met de aanvullende ouderenkorting omdat het fonds niet weet of men al dan niet voor de aanvullende ouderenkorting in aanmerking komt. Bij alleenstaande ouderen die uitsluitend AOW ontvangen, wordt dus bij de inhouding al rekening gehouden met de aanvullende
ouderenkorting.
3.
Ongeveer 100.000 gepensioneerden maken gebruik van de mogelijkheid om de loonheffingskorting bij een pensioenfonds geldend te maken. Een deel van hen is alleenstaande en heeft tevens een inkomen waarbij men recht heeft op de ouderenkorting. Deze groep moet de aanvullende ouderenkorting via een
aangiftebiljet na afloop van het jaar aanvragen. In het blad van de SVB 'Uw AOW/Anw' zal begin volgend jaar aandacht worden besteed aan de verschillende kortingen en aan de aangiftecampagne 2002. Hierbij zal ook ingegaan worden op de vraag wanneer de aanvullende ouderenkorting via het
aangiftebiljet moet worden aangevraagd.