Nederlandse Vereniging voor Addison en Cushing

(advertentie)
Persbericht Solitaire
Onvrede over wachtlijsten tast kwaliteitsbeeld van de zorg aan. ZN Journaal - 19-09-2002

44 procent van de Nederlanders vindt de kwaliteit van de gezondheidszorg slecht tot matig. Desondanks zijn de meesten niet bereid om meer te betalen voor een betere zorg. Gebruikers van de zorg oordelen positiever dan de Nederlandse bevolking algemeen,

stelt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) vast in het rapport De kwaliteit van de kwartaire sector.

Het Sociaal en Cultureel Rapport 2002 concludeert verder dat een efficiëntere organisatie van de medische dienstverlening de wachtlijstproblemen voor een groot deel kan oplossen. De wachtlijsten in de caresector geven een overtrokken beeld van de werkelijke behoefte. In de jaren 1990 2000 vertoonde de zorgsector als geheel een volumegroei van gemiddeld 1,8 procent. Deze groei is voor tweederde toe te schrijven aan de vergrijzing. Ook de sterke groei van de genees- en hulpmiddelen droeg bij aan dit effect. Omdat de relatieve kostprijs in de zorgsector met 1,2 procent toenam, liep de zorg in termen van reële groei volgens het SCP min of meer in de pas met de groei van het Bruto Binnenlands Product.

Kritiek op de schaarste

De laatste jaren is de kritiek op de schaarste in de zorg sterk toegenomen. De bereidheid om wachtlijsten te accepteren is afgenomen. De indruk bestaat dat medische dienstverleners minder efficiënt werken dan mogelijk is en dat vrij eenvoudige organisatorische maatregelen tot een productiestijging van tientallen procenten zouden kunnen leiden zonder dat daarvoor extra investeringen nodig zijn. Het Sociaal en Cultureel Rapport stelt dat de invoering van organisatorische maatregelen de wachtlijstproblematiek in de zorg voor een deel zou kunnen oplossen en tot kwaliteitswinst kunnen leiden. De wachtlijsten in de caresector zijn niet zo
omvangrijk als de gegevens suggereren. Veel personen op de wachtlijst krijgen de hulp op tijd, 40 procent heeft tenminste enige zorg ter overbrugging. Voor een deel van die laatste groep is die overbruggingszorg voldoende. 60 procent van de Nederlanders meent dat de kwaliteit van de care matig of zelfs slecht is. Meer dan de helft van de Nederlanders meent bovendien dat de kwaliteit van de zorg in deze sector er de laatste jaren flink op achteruit is gegaan. Dit oordeel spoort niet met de ervaringen van gebruikers. De hulp voldoet volgens hen en de hulpverleners blijken klantvriendelijk. Het SCP wijt het negatieve oordeel over de care aan de omvangrijke wachtlijsten. Gebruikers hebben daar vanzelfsprekend geen last meer van, zo verklaart het SCP deze discrepantie. Inmiddels lijkt wel het algemene beeld van de kwaliteit van de zorg aangetast door de onvrede over wachtlijsten. Nederlanders vinden wachtlijsten onaanvaardbaar, maar 60 procent van hen is niet bereid om meer voor de zorg te betalen. Gebruikers hebben een behoorlijke dunk van de deskundigheid van medische dienstverleners en dat positieve beeld leeft ook onder de Nederlanders die niet of slechts incidenteel van medische zorg gebruik maken. Ook over
allerlei aspecten van de klantvriendelijkheid van artsen en verpleegkundigen zijn gebruikers zeer tevreden. Patiënten vinden wel dat ze vaak onvoldoende worden geïnformeerd over de aard van hun ziekte en de behandeling.

Weinig informatie over kwaliteitsverschillen

Gebruikers van zorg hebben nogal wat kritiek op de afstemming van de medische dienstverlening van verschillende hulpverleners. Voor een aantal aanbieders van zorg is dit probleem aanleiding geweest om zogenoemde ketenzorg te ontwikkelen. De ervaringen met zulke ketens is dat de afstemming sterk wordt verbeterd. Van de algemene invoering van ketenzorg mag dan ook aanzienlijke kwaliteitswinst worden verwacht. Er is te weinig informatie beschikbaar over kwaliteitsverschillen tussen aanbieders van zorg. Veel informatie is niet openbaar en dus ook niet beschikbaar voor burgers die op basis daarvan een keuze tussen aanbieders
zouden kunnen maken. De zorg ontbeert daardoor de impuls tot kwaliteitsverbetering die kan uitgaan van goed geïnformeerde consumenten. Als gebruikers van care-voorzieningen kritiek op de kwaliteit hebben dan gaat het vrijwel altijd om een tekort aan keuzevrijheid. Ze vinden dat ze onvoldoende kunnen bepalen van wie ze hulp krijgen, welke hulp er dan precies wordt geboden en wanneer dat plaatsvindt. Gebruikers van een persoonsgeboden budget (PGB) delen die kritiek niet. Het PGB komt immers juist tegemoet aan de behoefte aan keuzevrijheid.

www.zn.nl

© 2001 NVACP