---

Brieven aan de Kamer
---

Jurisdictie VAE en Oman

22-10-2002

In antwoord op de brief van de waarnemend griffier van de vaste commissie voor Defensie van 6 september 2002, kenmerk 61-def-2002, informeer ik U als volgt.

De stationering in Oman van militairen van het Verenigd Koninkrijk vond plaats op basis van een Memorandum of Understanding (MoU) tussen het Verenigd Koninkrijk en Oman. Inmiddels is de uitzending van de Nederlandse militairen naar Oman beëindigd. In dit MoU, dat in de plaats treedt van de meer gebruikelijke Status Of Forces Agreement (SOFA), heeft het Verenigd Koninkrijk de volledige jurisdictie behouden over het eigen personeel. Oman was vervolgens niet bereid met Nederland een afzonderlijk, zelfstandig MoU te sluiten en wenste slechts door tussenkomst van het Verenigd Koninkrijk afspraken te maken. Zoals bekend bestaan tussen het Verenigd Koninkrijk en meerdere landen in de regio historisch gegroeide bijzondere banden. Nederland heeft vervolgens een MoU met het Verenigd Koninkrijk gesloten, waarin Nederland jurisdictie over het eigen personeel behoudt. Op basis van deze constructie zou een Nederlandse militair op basis van deze constructie door Oman aan het Verenigd Koninkrijk worden overgedragen, waarna het Verenigd Koninkrijk de militair aan Nederland zou overdragen. Hoewel een MoU in tegenstelling tot een SOFA geen juridisch bindend document is, was de regering van mening dat de juridische risicos voor het Nederlandse personeel in combinatie met beperkende gedragsregels, en mede gelet op het feit dat ook het Verenigd Koninkrijk volstaat met een MoU, aanvaardbaar waren.

De stationering van het Nederlandse personeel in de Verenigde Arabische Emiraten vindt niet plaats tezamen met militair personeel van het Verenigd Koninkrijk, maar met militair personeel van Canada. Nederland heeft in de VAE een maritiem patrouillevliegtuig gestationeerd voor inzet in de operatie Enduring Freedom. Het Nederlandse detachement bestaat uit ruim 20 militairen. Zowel Canada als Nederland hebben moeten volstaan met een MoU waarin de jurisdictie over het personeel in handen is van de Verenigde Arabische Emiraten. Zoals in mijn brief van 17 juli jl. (def0200151) is aangegeven, is het niet mogelijk gebleken nationale jurisdictie te behouden over het eigen personeel. Ook het sluiten van een formele SOFA bleek niet mogelijk te zijn. Ook hier geldt echter dat de regering van mening is dat de gedragsregels de juridische risicos aanvaardbaar maken.

De Minister van Defensie,