Zorgverzekeraars Nederland


Zeist, 22 oktober 2002

Toestemming blijft nodig voor extramurale zorg in het buitenland

Zorgverzekeraars kunnen hun rol als zorginkopers blijven waarmaken nu ook het toestemmingsvereiste voor extramurale zorg in het buitenland overeind lijkt te blijven staan. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) stelt dat naar aanleiding van de conclusies van de Advocaat-Generaal in de zaken Müller-Fauré en Van Riet. Wél pleit ZN voor een ruimhartiger uitleg van het begrip 'tijdig' voor de Nederlandse situatie, zodat de verzekerden ook binnen maatschappelijk aanvaarde termijnen kunnen worden behandeld. Het Europees Hof van Justitie moet nog uitspraak doen.

De Advocaat Generaal van het Europees Hof van Justitie adviseert het Europees Hof de lijn die het heeft uitgezet in de zaken Smits en Peerbooms door te zetten voor extramurale zorg in het buitenland. In deze zaken oordeelde het Hof dat het toestemmingsvereiste voor intramurale zorg gerechtvaardigd is, zolang toestemming wordt gegeven als er niet 'tijdig' een even adequate behandeling kan worden geboden bij gecontracteerde zorgaanbieders. Volgens de Advocaat Generaal moet het begrip 'tijdig' vanuit strikt medisch oogpunt worden beoordeeld.

De Nederlandse zorgverzekeraars hanteren de zogenaamde 'Treek'-normen. Dit zijn maatschappelijk aanvaarde wachttijden die korter kunnen zijn dan een strikt medische wachttijd. Bijvoorbeeld bij een staaroperatie is er in het algemeen geen medische noodzaak voor een snelle behandeling, maar beperken de Treeknorm voor niet-acute zorg de wachtperiode tot maximaal 6 weken. Bij een totale knie- en een totale heupoperatie bestaat doorgaans evenmin een medisch urgentie en is de Treeknorm vastgesteld op maximaal 7 weken. Als deze wachttijden overschreden dreigen te worden bemiddelen Nederlandse zorgverzekeraars tussen de verzekerde en een buitenlandse zorgaanbieder.

Casuïstiek

Ziekenfondsverzekerde Müller-Fauré heeft zich tijdens haar vakantie in Duitsland laten behandelen door een tandarts, waarmee zorgverzekeraar OZ geen contract heeft in de zin van de Ziekenfondswet. Verspreid over langere tijd zijn zes kronen geplaatst en een frameprothese op precisieverankering in de bovenkaak. Zorgverzekeraar OZ heeft vergoeding van de kosten geweigerd. De Commissie voor Beroepszaken van de Ziekenfondsraad achtte dit terecht omdat de ziekenfondsverzekering een naturakarakter heeft, dat contracten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar noodzakelijk maakt en geen restitutie van onkosten kent. Bovendien oordeelde de Commissie dat er geen sprake was van een spoedeisende behandeling.

Ziekenfondsverzekerde Van Riet onderging in België een arthroscopie en een ulnaverkorting. Zorgverzekeraar ZAO heeft met de betreffende Belgische zorgaanbieder geen contract en heeft de kosten van de behandeling niet vergoed. Ook hier oordeelde de Commissie voor Beroepszaken van de Ziekenfondsraad dat dit terecht was. Van een spoedeisende behandeling was geen sprake en de benodigde medische hulp was in Nederland op reguliere wijze beschikbaar.

Zaak Canisius

Als het Europees Hof de conclusie van de Advocaat Generaal volgt, wordt de bodem onder de uitspraak van de Rechtbank Maastricht weggehaald. In deze uitspraak werd op Müller-Fauré en Van Riet vooruitgelopen en bepaalde de rechter dat het toestemmingsvereiste voor extramurale zorg een ongerechtvaardige belemmering is van het vrij verkeer van diensten.