FNV BOUW

FNV Bouw wil met wegenbouwers om de tafel

In het overleg met de Commissie Bouwbedrijf Noord-Nederland heeft FNV Bouw gepleit voor gestructureerd overleg tussen wegenbouwers en de bond. Dit om onnodige problemen rond de winterwerkloosheid te voorkomen. Werkgevers klagen erover dat zij minder werk aangeboden krijgen; zij voelen zich genoodzaakt mensen te ontslaan. Ze kunnen daarentegen geen begrip opbrengen voor werknemers die tegen het ontslag protesteren. Op het niveau van de sector grond-, weg- en waterbouw is overleg gaande om zoveel mogelijk mensen het jaar door in dienst te houden.

'Wie tegen z'n ontslag protesteert, nemen we volgend jaar niet meer aan', hoorde districtsbestuurder Aafje Farigu van FNV Bouw gisteren uit de mond van een wegenbouwer. 'Zó ga je niet met mensen om! Zeker niet als je klaagt dat goede vakmensen de wegenbouw verlaten', is haar reactie. Voor FNV Bouw is protest tegen ontslag de meest zekere weg om eventuele problemen met de WW-uitkering te voorkomen. Blijkt tijdens de behandeling van de ontslagaanvraag dat er niets mis is met de ontslagreden, dan wordt de gevraagde ontslagvergunning verleend en is de werknemer ook niet te verwijten dat hij werkloos wordt. Bestuurder Farigu heeft dan ook bij de Noordelijke bouwers voor goed overleg gepleit: 'Het gaat me niet om een zak geld voor ontslagen werknemers, maar wel om overleg hoe ze volgend jaar onder dezelfde voorwaarden hetzelfde werk weer kunnen doen', aldus de bestuurder van FNV Bouw. Ze heeft begrip voor de problemen van de aannemers. Er wordt gesproken van 20 tot 30 procent minder werk de komende maanden. 'Ze voelen zich in een spagaat, want de gemeenten in het Noorden zijn terughoudend met het geven van opdrachten. Maar ze geven zelf toe dat die opdrachten volgend jaar wel weer komen. Dus dan hebben ze hun mensen weer hard nodig.' Werknemers zitten zelf ook 'in een spagaat'. Farigu: 'Protesteren ze niet tegen hun ontslag, dan zegt het UWV mogelijk dat ze 'verwijtbaar werkloos' zijn. 'Betaalt de werkgever door als er geen uitkering volgt?', heb ik de werkgevers gevraagd. Toen waren ze wel even stil. Ze zullen mijn boodschap aan hun achterban doorgeven. Daar leeft nog steeds het idee van 'einde werk', maar het UWV heeft de regels allang bijgesteld. Daarom zouden ook werkgevers vaker in overleg moeten treden met het UWV. Bij 'einde werk' moeten werkgever en werknemer tegenwoordig nagaan of er 'anciënniteit' wordt toegepast, dus of de laatst binnengekomen werknemer in dezelfde functie er het eerst uit gaat. Heeft het bedrijf geen anciënniteit toegepast en protesteert de werknemer daar niet tegen, dan bestaat het gevaar dat er géén WW-uitkering wordt verstrekt. Het spreekt dan ook vanzelf dat FNV Bouw bij twijfel aanraadt tegen ontslag te protesteren.'
Aafje Farigu pleit voor overleg: 'Ik heb tegen de aannemers in het Noorden gezegd: 'Ga met ons om de tafel als je ontslagen ziet aankomen. Dan kunnen we de zaken gezamenlijk en in goed overleg regelen. Ik hoop dat ik spoedig een uitnodiging krijg.'

De bouwbonden zijn op sectorniveau in overleg met wegmarkeerders, asfalteerders en stratenmakers die verenigd zijn in de GWWO. 'Inzet is om zoveel mogelijk mensen het jaar door in dienst te houden. Maar door de slechtere economie zullen er toch ontslagen vallen', zegt sectorbestuurder Louw Elzinga. 'Maar dat mensen daartegen protesteren? Dat mag nóóit een reden zijn om ze niet opnieuw in dienst te nemen. Dat hebben we de wegenbouwers op het hart gedrukt!' Lastig is volgens Elzinga dat werkgevers drie aparte onderdelen van het ontslagprobleem op één hoop gooien: 'Er is een zekere economische malaise. Was die er niet, dan waren er minder ontslagen. Los daarvan staat dat de sector 's winters minder opdrachten krijgt dan 's zomers. En een derde punt is dat het UWV andere regels hanteert dan vroeger.'

Voor de redactie,