CBS

Consumentenvertrouwen niet verder gedaald

Het consumentenvertrouwen is in oktober uitgekomen op -33. Dat is twee punten lager dan in september. Een dergelijke daling is echter normaal voor de tijd van het jaar. Na correctie voor seizoeninvloeden is het vertrouwen onveranderd. Of hiermee een einde is gekomen aan de reeks dalingen die begin dit jaar inzette, is nog niet te zeggen. Het vertrouwen blijft op het laagste niveau sinds eind 1983, zo blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.

Vertrouwen stabiel op laag niveau
Begin dit jaar zette een daling in van het consumentenvertrouwen. Deze werd veroorzaakt door zowel een negatiever oordeel over het economisch klimaat als door een teruglopende koopbereidheid van consumenten. Het is nog te vroeg om te concluderen dat in oktober aan deze daling definitief een einde is gekomen.

Consument beter gestemd over het doen van grote aankopen De koopbereidheid is in oktober nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met vorige maand. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. Over de ontwikkeling van de eigen financiën zijn de consumenten vrijwel even somber als in september. In beide maanden geeft 31 procent van de consumenten aan dat de financiële positie van het eigen huishouden de afgelopen tijd is verslechterd. Na correctie voor seizoeninvloeden vindt de consument voor het eerst dit jaar de tijd gunstiger voor het doen van grote aankopen, zoals computers en televisies.

Oordeel over economisch klimaat vrijwel onveranderd Het oordeel van de consument over de economische toestand in Nederland is in oktober eveneens vrijwel onveranderd in vergelijking met de voorgaande maand. Hoewel de consument opnieuw negatiever is geworden over de economie in de afgelopen twaalf maanden, zijn de verwachtingen voor de komende twaalf maanden na correctie voor seizoeninvloeden iets minder pessimistisch.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten. Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid. Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-216
22 oktober 2002
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht