Persbericht Trimbos-instituut

DRUGGEBRUIK ONDER NEDERLANDSE BEVOLKING NEEMT TOE

Utrecht, 25 oktober 2002. Het druggebruik onder de Nederlandse bevolking is sinds 1997 toegenomen. Alleen onder jongeren is sprake van stabilisering. Nederland blijft in de Europese Unie een middenmoter wat betreft de consumptie van cannabis, maar scoort boven het midden voor cocaïne en ecstasy. Steeds meer gebruikers van cocaïne, vooral `crack', doen een beroep op de hulpverlening. Onder uitgaanders is de populariteit van de partydrug GHB gegroeid. De drughandel en criminaliteit onder druggebruikers leggen een fors beslag op de capaciteit van politie en justitie.

Dit zijn enkele feiten uit het Jaarbericht 2002 van de Nationale Drugmonitor (NDM), dat vandaag aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Het Jaarbericht is samengesteld in opdracht van het ministerie van VWS en beschrijft trends in het gebruik van drugs, alcohol en tabak in Nederland. Daarbij wordt ook gekeken naar het buitenland. Dit jaar levert ook het ministerie van Justitie een bijdrage aan de NDM met cijfers over de drugcriminaliteit. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten.

Cannabis
Tussen 1997 en 2001 steeg het aantal actuele cannabisgebruikers in de Nederlandse bevolking van circa 326 duizend naar 408 duizend. De toename is het grootst onder jongeren van 20-24 jaar. In de leeftijdsgroep 12-15 jaar is het gebruik beperkt en sinds 1997 vrijwel gelijk gebleven. Deze stabilisering wordt bevestigd door de nieuwste landelijke cijfers van het Trimbos-instituut in het kader van een WHO-studie naar middelengebruik onder scholieren van het voortgezet onderwijs. De in ons land gekweekte wiet (nederwiet) is doorgaans sterker dan buitenlandse wiet. De sterke afname van het aantal coffeeshops tussen 1997 en 2000 (van 1179 naar 813) is afgevlakt in 2001 (805 coffeeshops).

Cocaïne
De populariteit van cocaïne is gegroeid. Tussen 1997 en 2001 verdubbelde het percentage actuele gebruikers in de algemene bevolking van 0,2 tot 0,4 procent. Nederland staat daarmee in de Europese Unie op de vierde plaats. Voor het percentage `ooitgebruikers' geldt een tweede plaats. Crack, de rookbare en meest verslavende vorm van cocaïne, is voor veel probleemgebruikers van harddrugs het meest belangrijke middel geworden. Cijfers van de verslavingszorg laten een sterke groei zien van het aantal mensen dat hulp vraagt vanwege cocaïne (toename van 49% tussen 1994 en 2000). Twee op de drie hulpzoekers voor cocaïne heeft een crackprobleem.

Opiaten
Het aantal opiaatverslaafden in Nederland is stabiel en ligt tussen de 26 en 30 duizend. Per duizend inwoners is dit in vergelijking met andere landen van de Europese Unie laag (Nederland: 2,6; Frankrijk: 4,3; Verenigd Koninkrijk 6,7). Methadon voor de onderhoudsbehandeling van opiaatverslaafden wordt gemiddeld in een steeds hogere dosis verstrekt (van 37 mg in 1995 naar 48 mg in 2000). Het aantal opiaatoverdoseringen onder Nederlandse ingezetenen blijft laag (tussen 30 en 50 gevallen per jaar) terwijl de gemiddelde leeftijd van overlijden stijgt. Eind jaren tachtig was 80% van overleden opiaatgebruikers niet ouder dan 34 jaar; eind jaren negentig was dit nog maar 50%.

Ecstasy en GHB
Het percentage actuele ecstasygebruikers in de algemene bevolking nam toe tussen 1997 en 2001 van 0,3 naar 0,5%. Deze stijging deed zich vooral voor onder vrouwen. Ecstasy is nog steeds populair onder uitgaande jongeren, hoewel er signalen zijn dat vooral frequente consumenten hun gebruik matigen. De partydrug GHB, van oorsprong een narcosemiddel, is een nieuwe trend in het uitgaanscircuit. De grens tussen de gewenste dosis van GHB en die waarbij bewusteloosheid kan ontstaan is zeer smal. Twee op de drie consumenten geeft aan wel eens bewusteloos geraakt te zijn na GHB-gebruik. Schadelijke gevolgen voor de gezondheid heeft dit doorgaans niet, tenzij er ook andere middelen in het spel zijn.
Gebruik van GHB is in verband gebracht met zedendelicten, verkeersongevallen en sterfgevallen. Het aantal ernstige incidenten in verhouding tot het gebruik lijkt echter beperkt.

Alcohol
De verkrijgbaarheid van alcoholische dranken onder jongeren beneden 16 jaar is, ondanks een wettelijk verbod, met name in de horeca groot. Onder jonge mannen van 18 tot en met 24 jaar bevinden zich vrij veel zware drinkers. Ook het aantal slachtoffers van aan alcohol gerelateerde verkeersongevallen is relatief groot in deze leeftijdsgroep. Het totale aantal sterfgevallen waarbij alcohol expliciet als doodsoorzaak staat geregistreerd bedroeg in 2000 ruim 800, een kwart meer dan in 1994.

Tabak
Ruim vier miljoen mensen in Nederland roken, iets meer mannen dan vrouwen.
Jaarlijks stopt ongeveer 1,6 procent van de bevolking met roken. Evenveel mensen beginnen met roken. Onder deze nieuwe rokers bevinden zich relatief veel jongeren onder de 19 jaar, mensen met een lage opleiding en vrouwen tussen 30 en 34 jaar. De laatste groep bestaat deels uit vrouwen die tijdens de zwangerschap zijn gestopt met roken en daarna weer beginnen. Het percentage zware rokers is in de afgelopen jaren gedaald, vooral onder mannen (van 15% in 1995 naar 11% in 2000). In 2000 overleden ruim 22 000 mensen direct aan de gevolgen van roken. Longkanker, de belangrijkste doodsoorzaak door roken, neemt af onder mannen maar stijgt onder vrouwen.

Drugcriminaliteit
De drugproblematiek trekt een zware wissel op politie en justitie. Eén op de twintig misdrijfstrafzaken betreft een Opiumwetdelict. Een kwart van het totaal aantal opgelegde detentiejaren in strafzaken heeft betrekking op Opiumwetdelicten. Twee op de drie geregistreerde opsporingsonderzoeken naar ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit heeft te maken met de productie, transport en handel van drugs. Het beslag van Opiumwetzaken op de gevangeniscapaciteit is onlangs gestegen, waarschijnlijk deels door de toegenomen aandacht voor `bolletjesslikkers'.
Naar schatting tussen de één op de zeven à acht van de misdrijfstrafzaken is toe te schrijven aan druggebruikers, voornamelijk van harddrugs. Het merendeel van de druggebruikers wordt voor vermogensdelicten gearresteerd. De kans op recidive in deze groep is groot. Driekwart van de in 2001 gearresteerde druggebruikers had 11 of meer processen-verbaal in hun hele criminele voorgeschiedenis op hun naam staan.

Jaarbericht NDM 2002. Uitgave Bureau NDM. Bestelnummer AF 0423, prijs 25 euro, inclusief verzendkosten. ISBN 90-76733-14-7
---

Voor nadere informatie: Henk Maurits (030 - 297 11 38) of Harald Wychgel (030 - 297 11 16), voorlichters Trimbos-instituut.

Bezoekadres: Da Costakade 45, Utrecht.
Postadres: Postbus 725, 3500 AS Utrecht.
Telefoon (030) 297 11 00
Fax: (030) 297 11 11

---