Waterbeheer vraagt om duidelijke politieke keuzen
Bij het waterbeheer moet in de toekomst op basis van stroomgebiedsbenadering worden geanticipeerd in plaats van te reageren op ruimtelijke ontwikkelingen en op verwachte klimaatsveranderingen. Dit vraagt om duidelijke politieke keuzen. Als wij het water niet de ruimte geven, dan neemt het water die ruimte zelf wel. Dit zei gedeputeerde Piet Jansen afgelopen maandag tijdens het symposium Grenzüberschreitende Dinkelplanung bij de Euregio in Glanerbrug.
Het project Dinkelplanung is een grensoverschrijdend project waarbij
het behoud en herstel van het stroomgebied de Dinkel en het
overstromingsgedrag daarvan het uitgangspunt vormen. Het uiteindelijke
doel is is een rivierecosysteem dat zichzelf zoveel mogelijk
reguleert.
Volgens Jansen sluit het project Dinkelplanung heel goed aan op twee
belangrijke nieuwe ontwikkelingen op watergebied. Dat zijn het
Waterbeheer 21e Eeuw en de EU Kaderrichtlijn Water. Het doel van het
nieuwe beleid Waterbeheer 21e Eeuw is het weer op orde krijgen en
houden van het watersysteem, waarbij rekening wordt gehouden met
klimaatveranderingen, bodemdaling en zeespiegelrijzing.
Dit moet vooral gerealiseerd worden door een sterke binding tussen
ruimtelijke ordening en waterbeheer. Daarbij gaat het om maatregelen
voor het vasthouden van water in zowel de bodem en in het
oppervlaktewater als in bergingsgebieden. In deze overeenkomst hebben
verschillende partijen enkele belangrijke uitgangspunten onderschreven
voor alle Nederlandse stroomgebieden voor de aanpak van veiligheid en
wateroverlast.
De provincie Overijssel heeft in het kader van Waterbeheer 21e Eeuw
samen met de waterschappen en de provincie Drenthe een
stroomgebiedsvisie opgesteld voor Vecht-Zwarte Water, inclusief het
Nederlandse deel van het stroomgebied van de Dinkel.
Jansen hoopt op een snelle grensoverschrijdende uitvoering van de maatregelen voor het Dinkel-project. Ik besef echter tegelijk dat een integrale uitvoering van alle maatregelen die in het kader van Dinkelplanung worden voorgesteld een lange adem vergt. Een uitvoeringstermijn van vijftien tot twintig jaar is reëel voor een maatregelenprogramma van deze omvang waarvoor nog het nodige politieke draagvlak moet worden gecreërd.
Bron: Petra Timmer, 038 425 2318
© 29-10-2002 Provincie Overijssel