Partij van de Arbeid

Gezamenlijk voorstel van PvdA en GroenLinks ter gelegenheid van de Algemene Financiële Beschouwingen, 29 oktober 2002

De PvdA en GroenLinks roepen het kabinet op de begroting 2003 te wijzigen. Zij willen streven naar een eerlijker en duurzamer verdeling van de lasten in 2003 en verbetering van de werkgelegenheid en nuttig werk in de publieke sector. Daartoe doen zij bij gelegenheid van de Algemene Financiële Beschouwingen het voorstel om:


- de dreigende achteruitgang van koopkracht van de lage en middeninkomens als gevolg van de verhoging van de nominale premie te compenseren,
- de bezuinigingen te schrappen op nuttige banen in de publieke sector en bij het MKB (gesubsidieerde arbeid, loonkostensubsidie, Melkertbanen enz.),
- de werknemers met een laag tot modaal loon nog één jaar in staat stellen te profiteren van het spaarloon,
- meer tijd en ruimte te nemen voor een goed ontwerp en heldere uitvoering van de nieuwe verlofregeling,
- de regeling voor groen, cultureel en sociaal ethisch belegging onverkort in stand te houden en extra middelen te reserveren voor een adequaat klimaat- en energiebeleid.
Dit leidt tot de volgende cijfermatige aanpassing van de begroting 2003:

Voorstel aanpassing lasten-uitgaven-beeld 2003 (in miljoenen euro's)


- handhaven spaarloon t/m modaal 240
- handhaven huidige verlofregelingen/Wittenveenkader 20
- handhaven heffingskorting groen en sociaal-ethisch beleggen 30
- terugdraaien verhoging nominale premie 700
- reservering stimulering duurzame energie 50
- terugdraaien bezuiniging gesubsidieerde arbeid publieke sector en MKB (netto) 360

dekking

- conditionele lastenverlichting 500
- uitstel invoering nieuwe verlofregeling 200
- opschorten invoering verlofknip 100
- terugdraaien verhoging arbeidskorting 600
Totaal 1400 1400

Gevolgen voor de koopkracht in 2003

Kabinet Oppositie Oppositie+ kabinet Modaal -1,25 +0,5 -0,75 Minimumplus 0 +0,75 +0,75 Sociale minima mk -0,5 +1,25 +0,75 Sociale minima zk -0,75 +1 +0,25

Toelichting
Dit pakket aan wijzigingsvoorstellen is bedoeld om de koopkracht van mensen met lage en middeninkomens in 2003 te beschermen. Door de verhoging van de nominale premie reeds in 2003 te realiseren loopt het kabinet vooruit op de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel in 2005, en tast het de koopkracht van lage en middeninkomens aan. Daarmee breken de coalitiepartijen CDA en LPF hun verkiezingsbelofte. Het kabinet bezuinigt een groot bedrag op het arbeidsmarktbeleid in de publieke sector en bij het MKB. Door inperking van gesubsidieerde arbeid en afschaffen van de SPAK en VLW verdwijnen niet alleen veel nuttige werkers in de zorg, onderwijs (conciërges assistenten), veiligheid (toezichthouders in OV en op straat) en in sport en cultuur. Evenzeer is het onwenselijk om juist de zwakkeren op de arbeidsmarkt hun kans op dit werk te ontnemen, omdat ze zelfstandig nauwelijks kansen hebben nu de werkloosheid toch al sterk oploopt. Om deze reden is overigens het effect van de besparing in 2003 slechts zeer beperkt; velen zullen een beroep moeten doen op een uitkering (WW, bijstand), zodat het netto besparingseffect van de bezuiniging naar schatting slechts de helft is, en het budgettair beslag van ons voorstel 360 mln. Door het handhaven van het spaarloon voor werknemers met een inkomen tussen minimum en modaal kunnen deze werknemers ook in 2003 nog gebruik maken van deze fiscale faciliteit. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan pleidooien van de vakbeweging voor uitstel van de afschaffing van het spaarloon. Wanneer de definitieve verlofregeling in 2004 haar beslag krijgt, wordt bezien in hoeverre de spaarloonregeling verder moet worden aangepast. De afschaffing van de premiespaarregeling wordt niet ongedaan gemaakt. De maximale pensioenaftrek van 2% wordt in tegenstelling tot in de kabinetsplannen gehandhaafd (Witteveenkader). Het is immers van belang dat mensen zo veel mogelijk zelf voor hun pensioen kunnen zorgen, zeker nu de pensioenvoorzieningen onder druk staan door de slechte beursontwikkeling. De oppositiepartijen wensen voorts in 2003 de bestaande fiscale verlofregelingen te handhaven. Het betreft hier de Wet Finlo en de afdrachtkorting voor ouderschapsverlof. Tevens wordt voorgesteld de zeer wenselijke regeling voor maatschappelijke beleggingen, met name groen, cultureel en ethisch beleggen, in tact te laten. PvdA en GroenLinks nemen afstand van het besluit van het kabinet om de heffingskorting van 1,3% voor deze beleggingen af te schaffen, omdat hier goedkoop duurkoop zal blijken te zijn. De bestaande regeling blijkt dankzij de gunstige milieueffecten tot grote maatschappelijke en (voor de overheid) financiële voordelen te leiden. Tenslotte nemen de oppositiepartijen met argwaan kennis van de kabinetsvoorstellen om de vrijstelling van de regulerende energiebelasting voor groene stroom te halveren. Voor een goede beoordeling van dit voorstel is het nodig kennis te nemen van het wetsvoorstel MEP dat nog steeds de Kamer niet heeft bereikt en waarvan de vraag is of een demissionair kabinet dat nog kan en mag indienen, waarin een productenkorting voor duurzame energie wordt voorgesteld. Op dat moment zal een definitief oordeel worden geveld, waarbij voor deze partijen vaststaat dat de nieuwe regelingen ten minste zo effectief voor het energie- en klimaatbeleid moeten uitpakken als de huidige regelingen. De oppositiepartijen stellen voor om 50 miljoen te reserveren om eventueel noodzakelijke additionele stimulering te financieren.

Financiering van de voorstellen wordt gevonden in de ruimte voor conditionele lastenverlichting (500 miljoen), de fiscale verlofregeling (200 miljoen) en het ongedaan maken van de verhoging van de arbeidskorting (600 mln.). Deze laatste maatregel leidt nauwelijks tot een vermindering van de armoedeval en is bovendien ineffectief: het grootste deel komt terecht bij werkenden die reeds actief zijn op de arbeidsmarkt. PvdA en GroenLinks wensen zo snel mogelijk te komen tot invoering van een brede en duurzame verlofregeling. De tijdspanne die het kabinet zichzelf gunt is evenwel te kort. Vermoedelijk pas in december zal het kabinet een definitief voorstel aan de Kamer voorleggen dat in principe per 1-1-2003 van kracht moet zijn. De belangrijke discussie over het levensloopbeleid verdient meer tijd en consultatie met maatschappelijk betrokken partijen en derhalve pleiten partijen voor één jaar uitstel.

Het EMU-saldo wordt ex-ante niet belast door voorgaande voorstellen aangezien sprake is van een budgettair neutrale lastenverschuiving. De oppositiepartijen hopen op steun van de coalitiefracties, omdat de voorstellen tevens passen binnen de begrotingsregels van het laatste kabinet-Balkenende.

Voorstel PvdA en GroenLinks voor aanpassing lasten/uitgavenbeeld 2003 (miljoenen euro's)

Dit voorstel spitst zich toe op uitsluitend het jaar 2003. Uitgangspunt is een aantal wensen te combineren die in zowel coalitie als oppositie leven, zonder het financieringstekort verder te belasten. Ze zijn dus volledig 'gedekt'.Het gaat deels ook om voorstellen die als controversieel zijn te beschouwen. Uiteraard kan een volgend kabinet de maatregelen geheel of gedeeltelijk laten herleven bij voorjaarsnota of anderszins voor 2003 of latere jaren.


- handhaven spaarloon t/m modaal 240
- handhaven huidige verlofregelingen/Wittenveenkader 2% 20
- handhaven fiscaliteit groen, cultureel en soc.ethisch beleggen 30
- terugdraaien verhoging nominale premie 700
- reservering compensatie bezuinigingen/duurzame energie 50
- terugdraaien besparing I/D-WIW, SPAK,VLW (netto) 360

- conditionele lastenverlichting 500
- uitstel invoering nieuwe verlofregeling 200
- opschorten invoering verlofknip 100
- terugdraaien deel verhoging arbeidskorting 600
Totaal 1400 1400

Den Haag, 29 oktober 2002

Ferd Crone, financieel woordvoerder PvdA
Kees Vendrik, financieel woordvoerder GroenLinks