De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DO. 2002/2137
datum
28-10-2002
onderwerp
Ontzandingen binnen de Ecologische Hoofdstructuur
TRC 2002/7526
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat doe ik u hierbij toekomen het antwoord op de vragen, gesteld door het Kamerlid Van den Brand (GroenLinks).
datum
28-10-2002
kenmerk
DO. 2002/2137
bijlage
1
Ja.
2
Er is eenmalig afgeweken van het Structuurschema Oppervlakte
Delfstoffen en het Structuurschema Groene Ruimte die diepe
ontgrondingen in de EHS niet toestaan. Redenen van afwijking zijn
gelegen in het feit dat door dit plan de realisatie van de EHS
versneld kan worden door het benutten van de koppeling tussen
ontgronding en inrichting. Tevens kan de ontgronding zo uitgevoerd
worden dat deze voor het rivierbeheer en de hoogwaterveiligheid geen
nadelige gevolgen heeft.
3
De provincie Gelderland heeft zeer veel moeite gedaan om aan haar
taakstelling voor beton- en metselzand te voldoen. De locatie F3b (bij
Lith in de gemeente West Maas en Waal) riep zeer veel maatschappelijke
weerstand op. Daarom heeft de provincie Gelderland alternatieven
gezocht voor F3b. Deze zijn op diverse locaties gevonden waarbij het
project 'Over de Maas' noodzakelijk was voor Gelderland om aan haar
taakstelling te kunnen voldoen. De locatie 'Over de Maas' die in
dezelfde gemeente ligt als waar F3b ligt, is een alternatieve locatie
die wel op draagvlak kan rekenen.
4
Voorwaarde is dat via de ontgronding 'Over de Maas' substantiële
natuurwaarden worden gerealiseerd. Hiertoe dient een inrichtingsplan
opgesteld te worden, dat aangeeft op welke wijze de natuurkwaliteiten
zullen worden gerealiseerd. Dit inrichtingsplan moet tevoren de
instemming krijgen van het Rijk (waaronder LNV). Tevens moeten de
normale vergunningsprocedures worden doorlopen.
5
Dat is nog niet duidelijk. Omdat via de ontgronding 'Over de Maas'
substantiële natuurwaarden moeten worden gerealiseerd dient een
inrichtingsplan opgesteld te worden, dat aangeeft op welke wijze de
natuurkwaliteiten zullen worden gerealiseerd. In het inrichtingsplan
zal onder meer moeten worden aangegeven in hoeverre sprake is van
opvulling.
6
Het inrichtingsplan dient tevoren goedkeuring van het Rijk te hebben.
Hierbij zal vanuit het Rijk speciaal toegezien worden op de te
realiseren natuurdoelen.
7
De vergunningen voor ontgronding van de locaties Dreumelse Waarden en
Loonse Waarden dateren grotendeels van voor het SOD en SGR, dus
voordat de EHS werd ingesteld. Beide plannen ontwikkelden of
versterkten de toen aanwezige natuurwaarden.
8
Gelderland heeft een taakstelling van 59 miljoen ton zand tot 2009. De
invulling van die taakstelling bepaalt de provincie zelf. Het plan
'Over de Maas' levert een belangrijke bijdrage aan de taakstelling. Of
de binnendijkse locatie F3b vervalt is aan de provincie Gelderland.
9
Locatie F3b was door de provincie Gelderland vergund voor 36 miljoen
ton aan Nederzand. Deze locatie zal wellicht niet ontgrond worden. In
plaats daarvan komt nu 'Over de Maas' voor 15 miljoen ton. Het
verschil is ca. 20 miljoen ton.
De heer Steinweg refereert hier waarschijnlijk aan.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
datum
kenmerk
bijlage
Vragen
Vragen van het lid Van den Brand (GroenLinks) aan de minister van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de staatssecretaris van Verkeer
en Waterstaat over ontzandingen binnen de Ecologische Hoofdstructuur.
(Ingezonden 3 september 2002)
1
Is het waar dat u Gedeputeerde Staten van Gelderland, in het kader van
het project 'Over de Maas' eenmalig, toestemming heeft gegeven voor
ontgronding in uiterwaarden, zoals vermeld in Besluit provincie 'Over
de Maas' ? 1
2
Waarom heeft u deze toestemming gegeven, terwijl dit in strijd is met
het Structuurschema Groene Ruimte (SGR), waarin staat dat diepe
ontzandingen in de uiterwaarden niet worden toegestaan, en terwijl het
gebied tevens binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) valt?
3
In hoeverre is bij dit besluit tot 'eenmalige' uitzondering gekeken
naar de alternatieven die voor handen zijn en die vastgelegd zijn in
het vigerende Streekplan? Waarom heeft u geoordeeld dat desondanks de
ontzanding in het kader van het project 'Over de Maas' dient plaats te
vinden?
4
Welke voorwaarden heeft u gesteld aan de voorgenomen ontzanding, zodat
deze valt binnen de natuurdoelstellingen voor het gebied?
5
Blijft er na ontzanding en afwerking een diepe ontzandingsplas over?
Zo ja, bent u van mening dat in dergelijke diepe plassen de
vastgestelde natuurdoelen behaald kunnen worden? Zo nee, op welke
manier worden deze putten opgevuld? Zal dit gebeuren volgens het
principe van 'omputten', waarbij de plassen worden opgevuld met
mogelijk verontreinigde baggerspecie uit de omgeving?
6
Welke garanties biedt u dat bij opvulling van de zandgaten de
vastgestelde natuurwaarden worden behaald?
7
Welke garanties biedt u dat onderhavige ontzanding in de uiterwaarden
inderdaad eenmalig is, mede gezien het feit dat sinds de aanwijzing
van de binnendijkse ontzandingslokaties F3B en H1 er al drie keer
eenmalig diepe ontzandingen als overbruggingslokaties zijn aangewezen
en zijn gerealiseerd in de uiterwaarden (Dreumelse waarden langs de
Waal en Loonse waarden langs de Maas).
8
Wordt met het project 'Over de Maas' voldaan aan de provinciale
taakstelling van 36 miljoen ton zand? Zo ja, vervalt met dit besluit
dan nu de binnendijkse lokatie F3B? Zo nee, op welke manier zal dan
voldaan worden aan het resterende deel van de taakstelling van 36
miljoen ton zand?
9
Hoe beoordeelt u in dit licht de uitspraak van de directeur van
Nederzand, de heer Steinweg, dat '...wij dus nog ergens 20 miljoen ton
industriezand vandaan moeten halen'?
1 De Gelderlander, 28 augustus jl.
up Reageren
Homepage
---