Immigratie daalt sterk
Het totale aantal niet-westerse immigranten zal in 2002 uitkomen op 59 duizend. Vorig jaar waren dit er 65 duizend. Het aantal westerse immigranten daalt eveneens, van 45 duizend in 2001 naar 41 duizend in 2002. Dit blijkt uit ramingen van het CBS.
Minder asielzoekers
Voor een deel is de daling van het aantal niet-westerse immigranten toe te schrijven aan de afname van het aantal asielzoekers. In 2002 dienen 20 duizend personen een asielverzoek in. In 2001 waren dat er nog 33 duizend. Deze daling is overigens nog niet volledig zichtbaar in het immigratiecijfer. Asielzoekers tellen namelijk pas als immigrant na inschrijving in het bevolkingsregister van een gemeente. Dat gebeurt pas enige tijd nadat het asielverzoek is ingediend of helemaal niet, als het verzoek wordt afgewezen.
Het aandeel van asielzoekers uit een aantal van de belangrijkste herkomstlanden van de laatste jaren, zoals Afghanistan, Irak, Iran en Somalië, neemt af. Aan de andere kant is het aandeel van asielzoekers uit Angola en Sierra Leone juist toegenomen.
Daling immigratie Antillianen
De immigratie van Antillianen daalt sterk. Kwamen er in 2000 nog 10,2 duizend Antillianen en Arubanen naar Nederland, in 2002 zal het aantal 5,7 duizend bedragen. Aangezien het aantal terugkerende Antillianen en Arubanen juist stijgt, neemt het migratieoverschot (immigratie minus emigratie) van deze groep af van 5,4 duizend naar tweeduizend, het laagste aantal sinds 1997.
Ook aantal westerse immigranten daalt
Het aantal westerse immigranten zal in 2002 uitkomen op 41 duizend. Vorig jaar waren dat er nog 45 duizend. De helft van de westerse immigranten is geboren in een van de landen van de Europese Unie. In 2001 bedroeg hun aantal 22 duizend, voor dit jaar wordt een aantal van 20 duizend geraamd. Deze afname kan voor een deel in verband worden gebracht met de minder gunstige economische ontwikkelingen. Meer dan de helft van deze immigranten komt namelijk vanwege werk naar Nederland.
Van de resterende westerse migranten nemen personen uit voormalig Joegoslavië en de voormalige Sovjet-Unie getalsmatig een belangrijke plaats in. Dit jaar komen 8 duizend immigranten uit deze landen, bijna 2 duizend minder dan in 2001.
Migratieoverschot sterk gedaald
In 2002 vertrekken 22 duizend niet-westerse allochtonen naar een ander land. Opvallend is de stijging van het aantal emigranten dat in Somalië is geboren: in 2002 is hun aantal twee keer zo groot als het aantal immigranten dat in Somalië is geboren. Overigens keren deze personen in meerderheid niet terug naar hun geboorteland, maar gaan ze naar het Verenigd Koninkrijk.
Het migratieoverschot van niet-westerse immigranten komt in 2002 uit op 36 duizend. In 2001 was dit 46 duizend. Ook het migratieoverschot van westerse immigranten is sterk gedaald, van 21 duizend in 2001 naar 13 duizend in 2002. Van de in Nederland geboren personen vertrekken er dit jaar meer naar het buitenland dan er terugkeren. Het totale migratieoverschot in 2002 bedraagt 29 duizend, vorig jaar was dat nog 51 duizend.
Als gevolg van de sterke daling van het migratieoverschot komt de totale bevolkingsgroei in 2002 voor het eerst sinds 1997 onder de honderdduizend.
Technische toelichting
De cijfers in dit persbericht zijn gebaseerd op gegevens die het CBS ontvangt uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van alle gemeenten van Nederland. Alle aantallen hebben betrekking op de in de GBA geregistreerde bevolking. De cijfers voor 2002 zijn ramingen op basis van de maandcijfers tot en met september.
Bij de emigratiecijfers is rekening gehouden met administratieve en overige correcties. Dit zijn vooral personen die naar het buitenland zijn verhuisd zonder dit bij de gemeente te melden.
Tot de westerse migranten worden personen gerekend die zijn geboren in Europa (excl. Turkije), de voormalige Sovjet-Unie, Noord-Amerika, Japan, voormalig Nederlands-Indië / Indonesië of Oceanië. Tot de niet-westerse migranten behoren personen die zijn geboren in Turkije en de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van voormalig Nederlands-Indië / Indonesië en Japan).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-219
29 oktober 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht