verschenen op: 29-10-2002
HBO-opleidingen Technische Natuurkunde gevisiteerd
De commissie is positief over de curricula en het niveau van de
opleidingen Technische Natuurkunde. De opleidingen hebben
onderwijsprogrammas ontwikkeld die goed zijn afgestemd op de
beroepspraktijk van de TN-ingenieur op hbo-niveau. Dit schrijft de
visitatiecommissie onder voorzitterschap van dr. C.L.M. Pouw in haar
eindrapport van de visitatie Technische Natuurkunde (TN), dat de titel
meekreeg Onder de loep genomen. De vorige visitatiecommissie TN
adviseerde in 1997 de opleidingen onder andere gezamenlijk een visie
te ontwikkelen op de kern van de opleiding en op het beroep van de
technisch natuurkundige. Zij vond dat de opleidingen vaak nog te
theoretisch van opzet waren. De huidige visitatiecommissie stelt vast
dat de opleidingen TN deze aanbeveling goed hebben uitgewerkt. Het in
maart 2002 verschenen landelijk beroepsprofiel 'HBO-ingenieur
Technische Natuurkunde' geeft een nadere definiëring van de
profielkenmerken van de TNer, beschrijft de hbo-kenmerken van de TNer
en geeft een voldoende specifieke omschrijving van de
beroepscompetenties.
Een technisch natuurkundige werkt vaak samen met andere ingenieurs aan
het ontwikkelen van producten, waarbij de TN-ingenieur de fundamentele
kennis van de natuurkunde inbrengt en vertaalt naar een concrete
toepassing, bijvoorbeeld de kennis over licht (fotonica) bij
toepassingen met lasers (afspeelkop van een CD-speler,
kopieermachines). Ook zijn TN-ingenieurs veelvuldig te vinden als lid
van een onderzoeksgroep in laboratoria van universiteiten,
researchinstituten en researchafdelingen van grote bedrijven en spelen
ze een rol bij het automatiseren van industriële productieprocessen.
De visitatiecommissie TN constateert dat de TN opleidingen hun
onderwijsprogrammas vernieuwen en afstemmen op de gewenste
competenties van een startende TN-ingenieur anno 2002. Een TN
ingenieur moet beschikken over voldoende kennis van de natuurkunde,
maar hij moet ook over vaardigheden beschikken om die kennis ten nutte
te maken. Bijvoorbeeld overleggen met niet-vakgenoten (kunnen
luisteren, kunnen uitleggen, kunnen analyseren, kunnen rapporteren) of
het besef hebben van kosten. De kennis van natuurkundige principes
tezamen met de vaardigheden om die kennis te kunnen toepassen vormen
de competenties van de TN-ingenieur. De opleidingen implementeren,
soms nog schoorvoetend, het concept competentiegericht onderwijs,
waarbij er aandacht wordt besteed aan het verwerven van kennis en
vaardigheden. De opleidingen gebruiken in het onderwijs werkvormen die
dicht bij de beroepspraktijk staan.
De visitatiecommissie heeft de opleidingen Onder de loep genomen en
onder andere gefocust op het niveau van de afgestudeerden. Een
adequaat meetinstrument voor het HBO-niveau is er nog niet. De
commissie heeft, voortbordurend op eerder ontwikkelwerk in het hbo,
een aanzet gegeven voor het meten van het hbo-niveau. In het rapport
noemt de commissie een aantal ijkpunten waaraan de afstudeeropdracht,
het meesterstuk, en dus het hbo-niveau getoetst kan worden.
De commissie concludeert dat de afgestudeerden en hun werkgevers
tevreden zijn over de TN-opleidingen. Zij heeft grote bewondering voor
de over het algemeen relatief kleine staf die in tijden van afnemende
financiering en toenemende werkdruk op het gebied van
onderwijsvernieuwing, met name wat betreft het competentiegericht
leren, een voortrekkersrol vervult.
De voorzitter van de visitatiecommissie Technische Natuurkunde, de
heer dr. C.L.M. Pouw, biedt op dinsdag 29 oktober het eindrapport van
de commissie aan aan de heer dr. F. Leijnse, voorzitter van het
bestuur van de HBO-raad.
De vier gevisiteerde opleidingen zijn:
- Technische Hogeschool Rijswijk
- Fontys Hogeschool, Eindhoven
- Saxion Hogeschool, Enschede
- Hogeschool Rotterdam
De commissie bestond uit de volgende personen:
Voorzitter
- De heer dr. C.L.M. Pouw, directeur van het Instituut Natuurkunde
Onderwijs van de Universiteit Twente.
Vice-voorzitter
- De heer ir. G.K. Steenvoorden, hoofd van de divisie Instrumentatie
en Informatiesystemen, TNO TPD te Delft.
Leden
- Mevrouw M.J. van Beek, vierdejaars studente TN aan de Saxion
Hogeschool, Enschede.
- De heer J. Keijmel, vierdejaars student TN aan de Fontys Hogeschool,
Eindhoven.
- De heer ing. P.G.M. van den Berg, senior Education Engineer bij
Starren b.v. te Veghel.
- De heer dr.ir. B. ten Haken, universitair docent Technische
Natuurkunde aan de Universiteit Twente.
Secretaris:
- De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts, beleidsmedewerker
kwaliteitszorg, HBO-raad.