Pensioen en Uitkeringsraad
Kanttekeningen bij het jaarverslag 2001 van de Pensioen en Uitkeringsraad
In deze brief plaatst de staatssecretaris van VWS enkele
kanttekeningen bij het jaarverslag over 2001 van de Pensioen- en
Uitkeringsraad (PUR).
Kanttekeningen bij het jaarverslag 2001 van de Pensioen en
Uitkeringsraad 1. Kanttekeningen bij het jaarverslag 2001 van de
Pensioen en Uitkeringsraad
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
DVVB/MB-U-2327452 29 oktober 2002
Onderwerp Bijlage(n)
Uw
brief
aanbieding Jaarverslag 2001 Pensioen- en Uitkeringsraad
Ingevolge artikel 21 van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad bied ik u hierbij het Jaar-
verslag 2001 van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) aan. Hieronder plaats ik bij het
verslag een aantal kanttekeningen.
In het jaarverslag staat de toename van het aantal eerste aanvragen, vervolgaanvragen en
bezwaarschriften centraal. Verder wordt er in het jaarverslag ingegaan op de veranderingen
in de wetten voor oorlogsgetroffenen en de verbetering van de cliëntenservice van de PUR.
De tendens, die zich in 1999 heeft ingezet, zet zich in 2001 voort: een stijging in het aantal
eerste aanvragen, met name bij de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
(Wubo), en een lichte daling in het percentage van toewijzingen op deze aanvragen. De stij-
ging in het aantal eerste aanvragen lijkt nog steeds het gevolg te zijn van de publiciteit rond-
om "Tegoeden Tweede Wereldoorlog". Evenals de toenmalige minister wil ook ik benadruk-
ken dat, in verband met het intact kunnen laten van het op de bijzondere solidariteitsge-
dachte gebaseerde specifieke wettencomplex, het van groot belang is om de wetten conse-
quent uit te voeren, ook al moet de PUR een grote groep nieuwe aanvragers teleurstellen.
Omdat het aanvraagtraject door cliënten vaak als belastend wordt ervaren, wordt via een
project getoetst of de aanvraagprocedure vereenvoudigd kan worden. Ik verwacht in de loop
van het jaar 2002 een evaluatie van dit project.
Op 1 januari 2001 is, gebaseerd op voorstellen die de Commissie-Van Galen aan de toen-
malige minister deed, een aantal wetswijzigingen in werking getreden. Zo is in de Wubo, de
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), de Wet buitengewoon pensioen
1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en de Wet buiten-
gewoon pensioen Indisch verzet de mogelijkheid tot het toekennen van enkele veel voorko-
mende voorzieningen voor aanvragers van 70 jaar en ouder verruimd. Bij deze voorzieningen
hoeft niet meer onderzocht te worden of de gezondheidsklachten zijn terug te voeren tot de
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
DVVB/MB-U-2327452
oorlogsomstandigheden (causaliteit), maar wordt de medische noodzaak beoordeeld aan de
hand van de totale gezondheidstoestand. Hiermee wordt ingespeeld op de voortgaande ver-
grijzing van de doelgroep (de gemiddelde leeftijd van de cliënten is 73 jaar) en de daarmee
samenhangende stijgende behoefte aan bijzondere voorzieningen. Mede onder invloed van
vorengenoemde wijziging in de wetgeving en de stijgende behoefte aan voorzieningen con-
stateert de PUR een stijging van het aantal vervolgaanvragen.
De toename van het aantal eerste aanvragen, vervolgaanvragen en bezwaarschriften bracht
een aantal gevolgen met zich mee. Ten eerste betekende het een toename van de werklast.
De PUR heeft deze grotere werklast echter goed opgevangen. In tegenstelling tot voorgaan-
de jaren, toen er eveneens sprake was van een stijging in het aantal te behandelen aanvra-
gen en bezwaarschriften, is er in 2001 een kleine vooruitgang geboekt in de tijdige afhande-
ling van aanvragen en bezwaarschriften. Bij betalingen aan cliënten in het buitenland doen
zich termijnoverschrijdingen voor, die veroorzaakt worden door problemen bij het opvragen
van financiële gegevens, die noodzakelijk zijn voor de berekening van de pensioen of uitke-
ring.
Ten tweede zijn de programma- en uitvoeringskosten gestegen door de toename van het
aantal aanvragen en bezwaarschriften, alsmede door de verhoging van de gemiddelde uit-
keringen en pensioenen als gevolg van de jaarlijkse indexering. De programma-uitgaven zijn
in totaal met 4,9% gestegen. Daarvan zijn de uitgaven bij de Wubo het sterkst gestegen,
met maar liefst 19,2%. De uitgaven bij de Wuv namen toe met 7,5%. Daarentegen zijn de
uitgaven bij de wetten buitengewoon pensioen gedaald (4%). De stijging van de programma-
uitgaven en de apparaatskosten doet zich voor in een periode waarin het totale cliëntenbe-
stand van de PUR verder krimpt. De PUR wijst, ter onderbouwing van kostenstijging, naast
eerdergenoemde factoren, tevens op het stijgen van de kosten van de voorzieningenver-
strekking als gevolg van de steeds ouder wordende doelgroep. Deze verklaring acht ik plau-
sibel, maar de ontwikkeling in de komende jaren van de verhouding tussen het aantal cliën-
ten en de programma-uitgaven zal wel een punt van aandacht voor mij zijn.
De "Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie" (Tvp) is per
18 oktober 2001 verruimd, zodat nu ook mensen die kort voor of in de Tweede Wereldoor-
log zijn geboren en aan de in de Tvp gestelde eisen voldoen aanspraak kunnen maken op
een vergoeding van maximaal 90 behandelingen psychotherapie. Er zijn in de loop van het
jaar 2001 aanzienlijk meer declaraties ingediend dan in het jaar ervoor.
De inspanningen die de PUR blijft verrichten om de kwaliteit van de dienstverlening te ver-
beteren heeft onder meer geleid tot een lichte afname van het aantal ingediende klachten.
Het Bureau Cliëntenservice (BCS) heeft een specifieke taak in deze verbeterde dienstverle-
ning. De PUR meldt dat in 2001 meer dan 10.000 cliënten geïnformeerd zijn over de voort-
gang van hun aanvraag of anderszins werden geholpen door BCS. Op deze wijze weet de
PUR de wetsuitvoering voor hoogbejaarde of sociaal geïsoleerde cliënten toegankelijk te
houden.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
DVVB/MB-U-2327452
Afsluitend merk ik op dat uit het jaarverslag blijkt dat de PUR er alles aan doet om de uit-
voering van de wetten voor oorlogsgetroffenen op het door mij zo belangrijk geachte kwali-
tatief hoogstaande niveau te handhaven.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp