Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de EersteKamerderStaten-Generaal

Binnenhof22

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

29 oktober 2002

Behandeld

Drs P. de Gooijer


Kenmerk

DIE/514/02

Telefoon


+31-70-348 6132


Blad


1/8


Fax


+31-70-348 63 81


Bijlage(n)

E-Mail

Pieter-de.gooijer@minbuza.nl


Betreft

Verslag van de Europese Raad

te Brussel, 24-25 oktober 2002

Graag bied ik u hierbij het verslag aan, met bijlagen, van de bijeenkomst van de Europese Raad die op 24-25 oktober 2002 in Brussel plaatsvond.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad

te Brussel, 24-25 oktober 2002

Op 24 en 25 oktober 2002 kwam de Europese Raad bijeen in Brussel. De bijeenkomst stond in het teken van besluitvorming over de groep kandidaat lidstaten, waarmee het slottraject van de toetredingsonderhandelingen zou kunnen worden ingezet, alsmede over de Gemeenschappelijke Posities (Common Positions, CP's) aangaande de onderhandelingshoofdstukken met belangrijke budgettaire consequenties, meer in het bijzonder de CP betreffende het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De conclusies van het Voorzitterschap, met bijlagen, zijn bijgevoegd.

Essentie

In het licht van verkregen verduidelijkingen en aanscherpingen van de bepalingen inzake monitoring en vrijwaring, waarop de regering mede gezien de standpunten van Uw Kamer met klem heeft aangedrongen, heeft Nederland ingestemd met de beslissing dat deze groep wordt gevormd door Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenie, de Slowaakse Republiek en de Tsjechische Republiek.

De besluitvorming aangaande de resterende, openstaande elementen van de CP betreffende het GLB, vergde veel tijd. Het beginselakkoord dat de Franse President en de Duitse Bondskanselier bereikten op donderdagmiddag 24 oktober, bleek enige onduidelijkheden te bevatten. Nadat deze goeddeels waren weggenomen, bleken, met uitzondering van Nederland, alle Lidstaten met dat akkoord in te kunnen stemmen.

Kernpunten van hetgeen Duitsland en Frankrijk waren overeengekomen, werden gevormd door de instemming met de ontwerp-CP betreffende landbouw (waarin staat dat Directe Inkomenssteun (DI) voor boeren in de nieuwe lidstaten in de periode 2004-2013 wordt ingefaseerd) en door de afspraak dat de gehele begrotingscategorie I A, waaruit onder meer deze DI wordt gefinancierd, in de periode 2007-2013 in reële termen constant zou worden gehouden, maar met een maximumniveau van inflatiecorrectie van 1,5%.

Nederland heeft daartegenover als eis gesteld dat alsdan een zodanig maximum percentage voor inflatiecorrectie moest worden vastgesteld dat de infasering van DI automatisch tot een zekere mate van degressiviteit zou leiden. Dit percentage werd uiteindelijk, na moeizame onderhandelingen, vastgesteld op 1%. Daarmee wordt het uitgaven-kader van een groot deel van het GLB op beheerste wijze voor de komende jaren bepaald. Het overeengekomen maximum houdt het midden tussen nominaal constant en reeel constant houden van de hoogte van categorie IA.

President van de Conventie

Zoals inmiddels gebruikelijk, deed de Voorzitter van de Conventie, President Giscard d'Estaing, verslag van de voortgang in de Conventie (zijn tekst is bijgevoegd). De President zette de stand van zaken in de Conventie uiteen en vermeldde dat de luisterfase nu is afgerond. In de nu begonnen studiefase wordt een groot aantal thema's in werkgroepen besproken. De President kondigde aan op 28-29 oktober zijn schets te zullen presenteren voor de architectuur voor het toekomstige constitutionele verdrag. Begin 2003 hoopte hij te beschikken over de rapportages van de werkgroepen, waarna de institutionele vragen aan de orde zouden komen in de voorstel-fase. Gevraagd naar zijn planning, gaf Giscard aan het denkbaar te achten dat in de tweede helft van 2003 een bijzondere Europese Raad het eindresultaat van de Conventie zou bespreken.

Voorzitter van het Europees Parlement

Vervolgens had de Europese Raad, zoals eveneens gebruikelijk, een ontmoeting met de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Pat Cox. In zijn interventie, welke eveneens is bijgevoegd, pleitte hij voor aanvaarding van de Commissie-voorstellen aangaande de uitbreiding, daarbij nadrukkelijk wijzend op het instemmingsrecht van het Europees Parlement.

Uitbreiding

De Minister-President heeft - gelet op de demissionaire status van het kabinet - verwezen naar het uitvoerige debat dat de regering daags voorafgaand aan de Europese Raad met uw Kamer over de uitbreiding voerde.

Samenstelling eerste groep toetreders

In dat licht heeft Nederland helder naar voren gebracht dat, om in te kunnen stemmen met een beslissing met de voorgestelde tien landen de laatste onderhandelingen te voeren met het oogmerk deze in december in Kopenhagen af te ronden, verscherpingen en verduidelijkingen nodig waren aangaande de monitoring en vrijwaringsbepalingen. Concreet betekende dit voor Nederland dat


· het deel van het acquis waarop vrijwaringsmaatregelen van toepassing kunnen zijn, diende te worden verbreed;

· de periode waarbinnen besloten kan worden tot instelling van dergelijke maatregelen diende te worden verlengd; en

· de Raad diende te worden betrokken bij de beslissing tot het nemen en opheffen van dergelijke maatregelen.
Sommige leden van de Europese Raad meenden dat dergelijke aanscherpingen door de kandidaat lidstaten als onterecht en onheus zouden worden ervaren, reden waarom zij er niet voor waren. Nederland heeft evenwel geïnsisteerd op de gevraagde aanscherpingen en daaraan is uiteindelijk tegemoet gekomen.

Zo is in de conclusies van het Voorzitterschap in paragraaf 8 expliciet vastgelegd (en dat zal ook een plaats moeten krijgen in het Toetredingsverdrag) dat deze maatregelen de werking van de Interne Markt betreffen, met inbegrip van alle vormen van sectoraal beleid die economische activiteiten met grensoverschrijdend effect betreffen; daaronder kunnen beleidsterreinenen worden gerekend zoals personenverkeer, dienstenverkeer, energie, sociaal beleid, enzovoorts. Daarnaast betreffen deze maatregelen het terrein van justitie en binnenlandse zaken. Voorts is betreffende de periode waarin tot maatregelen kan worden besloten, waarover Nederland voorstelde deze te verlengen tot 4 jaar, als compromis 3 jaar overeengekomen. De looptijd van de maatregelen zelf kan langer zijn dan deze drie jaar. Tenslotte is afgesproken dat de Commissie terdege rekening zal houden met opvattingen die leven binnen de Raad.

In het licht van deze concrete verbeteringen heeft Nederland ingestemd met de beslissing aangaande de samenstelling van de bovengenoemde groep van tien landen.

Cyprus, Turkije, Roemenie en Bulgarije

Ofschoon Cyprus deel uit maakt van de groep van tien landen waarmee wordt beoogd de onderhandelingen in Kopenhagen af te ronden, heeft de Europese Raad bevestigd dat de besluiten die in Kopenhagen moeten worden genomen (d.w.z. de aanvaarding van het finale onderhandelingsresultaat en, in dat licht, de formele beslissing al dan niet in te stemmen met de toetreding van elk van de landen van deze groep) voor wat Cyprus betreft gebaseerd zullen zijn op de desbetreffende conclusies van de Europese Raad van Helsinki. De Europese Raad heeft daaraan een oproep aan de leiders van de beide Cypriotische gemeenschappen gekoppeld om voor het einde van de toetredingsonderhandelingen tot een akkoord te komen.

Aangaande Turkije heeft de Europese Raad zich positief uitgesproken over de stappen die dat land heeft gezet om te voldoen aan de Kopenhagen-criteria, waaronder de politieke, en geconstateerd dat deze stappen de opening van toetredingsonderhandelingen dichterbij hebben gebracht. De Europese Raad heeft de Raad opgedragen de elementen uit te werken voor een besluit van de Europese Raad van Kopenhagen over de volgende fase in de Turkse kandidatuur.

Voorts heeft de Europese Raad aan de Commissie en de Raad gevraagd besluitvorming in Kopenhagen voor te bereiden over de voortzetting van de onderhandelingen met Roemenie en Bulgarije. Daarbij wordt onder meer aan gedetailleerde draaiboeken voor de verdere onderhandelingen gedacht alsmede verhoging van de pre-accessiesteun. De Europese Raad deed geen uitspraak over een datum, maar sprak zijn steun uit voor de inspanningen van deze beide landen zelf om het doel van lidmaatschap in 2007 te bereiken.

Landbouw

De tweede belangrijke doelstelling waarmee Nederland de discussie inging, betrof de budgettaire en inhoudelijke toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB ) in relatie tot de uitbreiding. Als bekend ging het er daarbij volgens de Nederlandse regering en de Kamer om te vermijden dat Directe Inkomenssteun (DI) aan boeren in de nieuwe lidstaten zou worden verstrekt (infasering). Wanneer dat onvermijdelijk zou blijken te zijn, zou Nederland aansturen op versnelde afbouw (uitfasering) van DI in alle lidstaten.

Daags voor de Europese Raad kwamen Duitsland en Frankrijk een beginselakkoord overeen over de beheersing van de landbouwuitgaven. Op zichzelf genomen achtte Nederland het positief dat deze twee belangrijke, en tot dan toe op dit punt tegenover elkaar staande, lidstaten tot elkaar waren gekomen op dit dossier. Daarvan ging onmiskenbaar naar de andere lidstaten een aansporing uit om nu de besluiten te nemen die het mogelijk zouden maken over te gaan tot de slotfase van het uitbreidingsproces. Dat nam echter niet weg dat Nederland te kennen gaf eerst duidelijkheid te willen verkrijgen over de precieze inhoud van het akkoord, alvorens te kunnen beslissen er al dan niet mee in te stemmen. Voorzitterschap en Commissie verwelkomden het akkoord wel onmiddellijk en spraken er direct hun steun voor uit.

Naar in de loop van de besprekingen duidelijk werd, hield het akkoord onder meer in dat Duitsland en Frankrijk het Commissie-voorstel voor de CP (inclusief infasering van D.I.) aanvaardden. Om de kosten van het GLB (en de infasering van D.I. in de nieuwe lidstaten) beheersbaar te houden, werd door President Chirac en Bondskanselier Schroeder afgesproken dat de gehele EU-begrotingscategorie I.A (waaruit DI en het markt- en prijsbeleid worden betaald) gedurende de jaren 2007-2013, te weten de periode van de eerstvolgende Financiele Perspectieven, reëel constant zou worden gehouden t.o.v. 2006 - zij het met een maximum inflatie correctie percentage van 1,5%.

Naar Nederlandse inschatting, bevestigd door anderen, zou een dergelijke groei van categorie I.A de infasering van D.I. in de nieuwe lidstaten mogelijk maken zonder dat de D.I. voor de huidige lidstaten daarvoor zou moeten teruggebracht (degressiviteit) ten opzichte van het nominaal constante niveau dat is voorzien in de jaren 2000-2013 voor de huidige lidstaten.

In de loop van de middag bleek dat alle andere lidstaten konden instemmen met dit voorstel. Er werd een klemmend beroep op Nederland gedaan, in het belang van de voortgang van het uitbreidingsproces, er eveneens mee in te stemmen. Nederland heeft niettemin geïnsisteerd op zodanige verlaging van het inflatiecorrectie-percentage dat wel enige degressiviteit zou moeten worden toegepast op de DI in de huidige lidstaten. Onder de gegeven omstandigheden (alle lidstaten aanvaardden immers de ontwerp-CP met daarin infasering van D.I.) was dat de enige resterende weg om te komen tot verzekering van versnelling van uitfasering van de D.I. ten opzichte van de huidige situatie. Na diverse bilaterale onderhandelingen met het Voorzitterschap en andere lidstaten kon een compromis op 1% worden overeengekomen.

Zowel in vergelijking met het Duits-Franse akkoord, als in vergelijking met de huidige Financiële Perspectieven (waarin binnen categorie I.A het D.I.-deel nominaal constant wordt gehouden, maar de rest van de categorie reëel constant) is dit vanuit Nederlands oogpunt bezien een verbetering. Dit resultaat zal op termijn non-discriminatoir werken voor oude en nieuwe lidstaten. Bovendien laat dit besluit onverlet 'toekomstige beslissingen over het GLB, de financiering van de Europese Unie na 2006, eventuele gevolgen van de uitvoering van punt 22 van de conclusies van de Europese Raad van Berlijn, alsmede de internationale verbintenissen die de Europese Unie is aangegaan, onder meer bij de start van de ontwikkelingsronde van Doha'. Inhoudelijke beleidsaanpassingen worden dus niet uitgesloten, hetgeen een belangrijke doelstelling van Nederland is en blijft. Daarbij moet worden bedacht dat juist een zekere mate van degressiviteit ruimte kan scheppen voor inhoudelijke beleidsaanpassing.

Met dit moeizaam bereikte compromis was de tweede doelstelling van Nederland gehaald. Op basis daarvan stemde Nederland in met de voorliggende ontwerp-CP inzake landbouw. Daarop kon de Voorzitter de vergadering sluiten, daar voordien al overeenstemming was bereikt over de overige ontwerp-conclusies.

Structuur en Cohesiemiddelen

Besloten is dat in de periode 2004-2006 de toetredende landen 23 md euro aan structuur- en cohesie middelen zullen ontvangen (een compromis tussen de 25,5 die de Commissie had voorgesteld en de 21,5 die Duitsland, gesteund door Nederland, voorstond).

Eigen Middelen en netto-betalerschap

Voorts is overeengekomen dat het Eigen Middelen acquis vanaf toetreding volledig op de nieuwe lidstaten van toepassing zal zijn. Indien het saldo van de cashflow met de Gemeenschapsbegroting in vergelijking met het jaar 2003 voor afzonderlijke kandidaten in de periode 2004-2006 negatief uitvalt, zal tijdelijke compensatie worden geboden in de vorm van forfaitaire, degressieve en tijdelijke uitkeringen aan de uitgavenkant van de EU-begroting. De daarvoor benodigde compensatiebedragen worden aan het slot van de resterende onderhandelingen berekend en vastgelegd.

Over andere uitbreiding-gerelateerde aangelegenheden (zoals de berekeningsmethode voor de genoemde compensatiebedragen en institutionele zaken) was reeds overeenstemming bereikt tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 21-22 oktober; de Europese Raad nam deze besluiten over.

Kaliningrad

De Europese Raad nam de conclusies over die de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 21-22 oktober had bereikt en waarover de Kamer in het verslag van die Raad is ingelicht.

Buitenlands beleid

Tijdens de werkbesprekingen maar ook tijdens de separate werklunches en diners van enerzijds de Staatshoofden en Regeringsleiders en anderzijds de ministers van Buitenlandse Zaken is een aantal buitenlands politieke onderwerpen besproken.

EU-NAVO

De Europese Raad bereikte overeenstemming over de betrokkenheid van Europese niet-EU lidstaten van de NAVO bij het EVDB (het zgn. participatievraagstuk).

Deze gezamenlijke positie is vastgelegd in het "Brussels document" ("ESDP: Implementation of the Nice provisions on the involvement of the non-European Allies"; bijlage II bij de conclusies).

Met dit besluit is een belangrijke stap gezet richting de totstandkoming van een permanente regeling tussen EU en NAVO over de onderlinge relatie en gebruikmaking van NAVO-middelen door de EU ("Berlijn Plus"). De Europese Raad heeft HV Solana gemandateerd hierover thans verder in contact te treden met de NAVO. Tevens is het Voorzitterschap verzocht samen met HV Solana binnen twee a drie weken over de uitkomst van deze besprekingen met NAVO te rapporteren. Nederland heeft steeds gepleit voor een spoedige totstandkoming van "Berlijn Plus", omwille van de operationalisering en geloofwaardigheid van het EVDB.

FYROM

Een permanente regeling tussen EU en NAVO is ook van belang voor een eventuele overname door de EU van de NAVO-operatie in Macedonie. De Europese Raad heeft nog eens zijn bereidheid tot overname van deze operatie bevestigd en de relevante instanties van de Unie opgedragen alle opties in dit verband nader te onderzoeken (paragraaf 24 van de conclusies). De Regering benadrukt het belang van de totstandkoming van de bovengenoemde permanente regeling tussen EU en NAVO, alvorens tot een dergelijke overname wordt overgegaan, zoals ook is vastgelegd in de Conclusies van de Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni jl.

Terroristische aanslag in Moskou

De Ministers van Buitenlandse Zaken bespraken de situatie rond de gijzeling in Moskou. De Europese Raad nam de verklaring aan die daarover door hen was opgesteld (bijlage III bij de conclusies)


+++

===