Technische Universiteit Eindhoven

5 november 2002

PERSBERICHT

TU/e-systeem van tien miljoen euro grootste in ons land Flinke besparing door ondergrondse energieopslag op TU/e-campus

De grootste installatie voor ondergrondse energieopslag in ons land is te vinden op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Dit energieopslagsysteem levert een jaarlijkse besparing aan aardgas op van 1,2 miljoen m3 en aan elektriciteit van 2.600 MWh. Het systeem levert een besparing op van 14% op het huidige energieverbruik. De totale investering bedraagt ¤ 10 miljoen en binnen maximaal 9 jaar is deze investering terugverdiend.

Het energieopslagsysteem wordt woensdag 6 november officieel in gebruik gesteld. Er worden 16 gebouwen op het TU/e-terrein aangesloten op het systeem.
In grote lijnen bestaat het gesloten systeem uit 32 ondergrondse bronputten, geclusterd in drie warme en drie koude clusters welke zijn aangesloten op twee ringleidingen van twee kilometer lengte totaal. Er wordt geen water meer verbruikt, maar water gebruikt. Het water blijft circuleren in een gesloten systeem. In de bronputten zitten pompen die zorgen voor het oppompen en injecteren van het grondwater op een diepte van ca. 80 meter. Het ringleidingnetwerk op de TU/e-campus heeft een diameter van 45 centimeter en hierop zijn de gebouwen aangesloten. Twee koeltorens van acht meter hoog zorgen voor het uitwisselen van warmte en koude.

Opslag in watervoerende zandlaag
Het ondergronds opslagsysteem bestaat uit meerdere warme en koude waterbuffers in een watervoerende (aquifer) zandlaag in de bodem. Bij behoefte aan koeling wordt water van de koude buffers opgepompt en gebruikt als koelwater. Het water dat wordt gebruikt, warmt hierdoor op en wordt vervolgens geïnjecteerd in de warme buffers. Bij een warmtevraag (warm water) wordt het proces omgekeerd toegepast. De temperatuur van de koude ondergrondse bron is acht graden Celsius, de warme bron vijftien graden Celsius.
Een energieopslagsysteem werkt meestal in de zomermaanden als koeling en in de wintermaanden voor verwarming. Dat geldt niet voor het systeem dat op de TU/e wordt toegepast. Dit systeem kan het gehele jaar zowel warm als koud water leveren. Het heeft daarvoor twee ringleidingen, één voor warm en één voor koud water. Er zijn in totaal 32 bronnen die met elkaar verbonden zijn via dit leidingnetwerk.

Besparing
De TU/e maakte tot voor kort voor het koelen van gebouwen en procesinstallaties gebruik van kwalitatief goed grondwater. Dit wordt opgepompt en belandt na gebruik opgewarmd in het oppervlaktewater van het riviertje De Dommel. Op deze wijze zijn de TU/e-gebouwen ruim dertig jaar gekoeld geweest. De TU/e heeft niet gekozen voor vervanging van het bestaande systeem, maar in plaats daarvan gekozen voor een grootschalig energieopslagsysteem. Er wordt dus niet alleen bespaard op verbruik van aardgas en elektriciteit, maar ook op kwalitatief goed grondwater.