Gemeente Utrecht

Ambitieuze en realistische ontwikkeling van Leidsche Rijn

De ontwikkeling van Leidsche Rijn is in volle gang. Daarbij zijn de afgelopen jaren knelpunten naar voren gekomen, onder meer op het gebied van verkeer, voorzieningen en financiën. Het college van burgemeester en wethouders heeft hiervoor oplossingen gezocht. Deze worden gepresenteerd in de Actualisatie Ontwikkelingsvisie Leidsche Rijn en de Bestuursrapportage Leidsche Rijn Utrecht 2002. Met de marktpartijen is een akkoord bereikt over de herijking (aanpassing) van het woningbouwprogramma. Dit maakt onderdeel uit van de Actualisatie. Hoofdpunten in de Actualisatie zijn: meer ruime, flexibele en dure woningen, meer en bijzondere parkeermogelijkheden, aangepaste wegenstructuur en extra openbaar vervoer. Het college reserveert verder in een vroeg stadium ruimte voor voorzieningen in het gebied.

Uit de Bestuursrapportage 2002 blijkt dat de financiën (grondexploitatie) zijn verbeterd en het financiële risico bij de verdere planontwikkeling is afgenomen.

Het college blijft Leidsche Rijn ontwikkelen met een blijvende hoge ambitie tot een complete, gevarieerde en toekomstvaste wijk van Utrecht.

Meer ruime, flexibele en dure woningen

Het college speelt in op de toegenomen marktvraag naar duurdere en ruimere woningen. Met de projectontwikkelaars is een akkoord bereikt over de herijking van het woningbouwprogramma in de deelgebieden Vleuterweide, Terwijde, De Balije en Het Zand. Het akkoord heeft geleid tot aanpassing van de lopende contracten. Het akkoord en de gevolgen voor de bouwopgave zijn integraal opgenomen in de Actualisatie. Een centraal punt in het akkoord is de schuif in het woningbouwprogramma van goedkopere naar duurdere woningen. De verschuiving ten gunste van dure woningen bedraagt 3,5 % van het totale bouwprogramma. Er zullen zo ruim 500 meer woningen boven de 260.000 EURO gebouwd worden. Het aandeel sociale woningbouw in de nog te ontwikkelen deelgebieden blijft ongewijzigd.

Door ontwikkelingen op de markt zijn de lasten van een goedkope koopwoning hoger dan de huurprijs van een sociale huurwoning. Dit bemoeilijkt de (door de overheid gewenste) doorstroming van mensen met een laag inkomen van een huur- naar een koopwoning. Om deze doorstroming te stimuleren werkt het college aan een voorstel voor een zogenaamde Utrechtse Middensegment Hypotheek. Dit houdt in dat mensen met lagere inkomens, die willen doorstromen van een huurwoning naar een koopwoning, tegen relatief gunstige voorwaarden een hypotheek kunnen krijgen.

Verder stimuleert het college het particulier opdrachtgeverschap en vormen van consumentgericht bouwen in Leidsche Rijn. Er komen bovendien meer woningen met een flexibelere ruimte-indeling zodat bewoners bij nieuwe woonwensen minder snel zullen verhuizen.

Meer parkeerruimte, extra openbaar vervoer en aangepaste wegenstructuur

Het autobezit en de automobiliteit zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Het college speelt in op de veranderde behoefte in verkeer en vervoer. Dat resulteert in meer parkeerruimte, meer hoofdwegen en verdere verbetering van het openbaar vervoer. Voorheen was de parkeernorm gemiddeld 1,25 per woning (exclusief reserveruimte). Het college verhoogt de parkeernormen tot 1,45 parkeerplaats per woning als ondergrens en 1,75 parkeerplaats per woning als bovengrens. Het vaststellen van de parkeernormen blijft maatwerk en is onder meer afhankelijk van het type woning en de nabijheid van openbaar vervoer. Hierbij wordt ook gekeken naar oplossingen op eigen terrein en bijzondere parkeeroplossingen, bijvoorbeeld onder de grond. Vooruitlopend op de besluitvorming zijn voor Terwijde, Vleuterweide en Het Zand al meer parkeerplaatsen in de plannen opgenomen. Samen met de marktpartijen wordt een parkeerfonds ingesteld om de ruimere parkeernormen te kunnen financieren en bijzondere oplossingen mogelijk te maken.

Ook het wegennet krijgt een impuls. Er komen twee extra hoofdwegen en een reservering voor een derde weg. Alle drie de wegen worden verbindende hoofdwegen tussen de zuidelijke en noordelijke stadsas.

Het Bestuur Regio Utrecht (BRU) en het gemeentebestuur van Utrecht willen in de toekomst twee extra buslijnen laten rijden in Leidsche Rijn. Dit lost voor een belangrijk deel het probleem op van te grote loopafstanden naar de toekomstige HOV-bushaltes en de drie nieuwe treinstations. De nieuwe stadslijnen komen naast het geplande Hoogwaardig Openbaar Vervoer en de stations. De ene nieuwe lijn betreft buslijn 27: deze zou worden opgeheven, maar blijft nu gehandhaafd. De bedoeling is dat lijn 27 in de toekomst zal doorrijden van Langerak naar Het Zand, Vleuten en Vleuterweide. De andere buslijn is de bestaande lijn 37 tussen Utrecht CS via Lage Weide naar station Maarssen. Deze wordt 'omgeleid' en zal straks via het nieuwe ziekenhuis Mesos, Terwijde en De Wetering naar Maarssen rijden. In Lage Weide komt ter vervanging een andere buslijn. Om de nieuwe buslijnen mogelijk te maken, is een bedrag van tussen 2,8 tot 3,6 miljoen Euro nodig, onder meer voor de aanleg van extra bushaltes en bruggen. Het College zal de gemeenteraad voorstellen om voor het realiseren van de nieuwe buslijnen bij het BRU subsidie aan te vragen.

Vroegtijdig ruimte reserveren voor toekomstige voorzieningen

Om de voorzieningen in de toekomst sneller te realiseren houdt het college niet langer vast aan clustering in één gebouw. Dat betekent bijvoorbeeld dat voorzieningen waar nodig naast elkaar worden gebouwd in plaats van in één gebouw. Op het terrein van de gezondheidszorg streeft het college naar een gebundeld aanbod van zorg in zogenoemde zorgcentra. Het College reserveert verder vroegtijdig ruimte voor toekomstige voorzieningen. Door ruimtereserveringen ontstaat de gelegenheid in een later stadium de exacte functie te bepalen. Vooral in de Centrale Zone van Leidsche Rijn (van Haarrijn tot Oudenrijn) is nog ruimte voor grootschalige niet-commerciële en commerciële voorzieningen. Daarnaast wil het college ruimteclaims toekennen aan kleinschalige voorzieningen in de voorzieningenclusters en bij de winkelcentra. Waar mogelijk komen er reserveringen verspreid in de wijken, bijvoorbeeld voor kleinschalige bedrijfshuisvesting, horeca, snackbars en een sauna. In het nieuwe Referentiekader Voorzieningen zal worden geïnventariseerd welke stedelijke, regionale en bovenregionale voorzieningen (bijvoorbeeld in de sfeer van cultuur en/of recreatie) uit de bestaande stad in Leidsche Rijn een plek kunnen krijgen. Het aanleggen van tijdelijke voorzieningen zal regelmatig nodig blijven.

Masterplan en ontwikkelingsvisie doorstaan de tand des tijds

Na een uitgebreide toetsing bij bewoners, marktpartijen en onder meer de stedenbouwkundige Riek Bakker is gebleken dat - ondanks opmerkingen over deelterreinen - het oorspronkelijke gedachtegoed uit masterplan en ontwikkelingsvisie overeind blijft. Het College concludeert dat een fundamentele herziening van de Ontwikkelingsvisie niet noodzakelijk is. Het plan is flexibel genoeg om wijzigingen op onderdelen door te voeren zonder de hoofdstructuur van Leidsche Rijn aan te tasten. Voor een deel van het plangebied is vernieuwing van de ruimtelijke opgave echter van heel groot belang. Er zijn drie belangrijke ruimtelijke opgaven. Ten eerste de omgeving van de te integreren A2, de centrale zone van Haarrijn tot Ouderijn inclusief Centrum Leidsche Rijn. Ten tweede het Rijnsche Park. Ten derde de raakvlakken van Leidsche Rijn met de directe omgeving: de kernen Vleuten en De Meern, Oudenrijn, de Westrand en het zuidelijk deel van Lage Weide.

Financiën (grondexploitatie) verbeterd en financieel risico kleiner

De Bestuursrapportage 2002 Leidsche Rijn maakt duidelijk dat de grondexploitatie is verbeterd en dat de financiële risico's voor het gebied ten opzichte van 2001 zijn afgenomen. Ten opzichte van 2001 is het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn Utrecht op 1 juli 2002 toegenomen van EUR 40,1 mln. negatief tot EUR 6,9 mln. positief. Ook de bandbreedtes voor de financiële risico's zijn verbeterd. Op 1 juli 2002 begeeft de bandbreedte zich tussen EUR 102,6 mln. positief en EUR 172,2 negatief. Op 31 december 2001 was dit EUR 5,1 mln. positief en EUR 172,4 mln. negatief. De vermindering van het financiële risico vloeit vooral voort uit de herijking van het woningbouwprogramma. Overigens draagt met name de risicoreservering van het Rijnsche Park negatief bij aan het totaal.

Het college vindt de financiële risico's ondanks de verbeteringen nog steeds te groot. Projectbureau Leidsche Rijn heeft opdracht gekregen om 17 'risico-dossiers' verder uit te werken. Er wordt met name gekeken naar de inrichting van het openbaar gebied, het beheersen van de risico's in Rijnsche Park en Haarrijnseplas en het per deelplan verhogen van de opbrengstpotentie. Daarnaast wil het College nadere afspraken met het rijk maken over de VINEX- en VINAC-subsidies. De doelstelling om de grondexploitatie Leidsche Rijn aan het eind van de rit te sluiten op saldo 0 blijft ongewijzigd.

Utrecht, 6 november 2002