Partij van de Arbeid

Den Haag, 5 november 2002

Vragen van het lid Dijksma (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de luchtvaartovereenkomsten met de Verenigde Staten


1. Kent u de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de luchtvaartovereenkomsten van acht EU-lidstaten met de Verenigde Staten?
2. Is de conclusie juist dat de bilaterale luchtvaartovereenkomsten van acht EU-lidstaten met de Verenigde Staten in strijd zijn met de Europese regels?

3. Is de conclusie juist dat Nederland niet tot deze acht EU-lidstaten behoort omdat Nederland een 'open-skies' akkoord met de VS heeft gesloten nog voordat een aantal EU-regels golden?

4. Zo ja, welke consequenties heeft de uitspraak van het Europese Hof voor het Europese stelsel van bilaterale akkoorden, de bevoegdheden van de Europese Commissie en de bevoegdheden van de Nederlandse overheid ten aanzien van luchtvaartverdragen?

5. Kunnen buitenlandse luchtvaartmaatschappijen nu landingsrechten in andere EU-lidstaten opeisen om te kunnen vliegen naar de VS? Zo ja, wat zijn de gevolgen voor Schiphol en de KLM?

6. Welke gevolgen heeft de uitspraak voor fusies en allianties in de luchtvaart? Wat zijn de gevolgen voor de KLM?

7. Betekent de uitspraak van het Europese Hof dat er voortaan in de EU geen sprake meer is van nationale vestigingseisen voor luchtvaartmaatschappijen?

8. Wat wordt nu de inzet van de Nederlandse regering in Brussel ten aanzien van luchtvaartverdragen met niet-EU-landen?