---
Forse inspanningen nodig voor verbetering stedelijke woonomgeving (6-11-2002)
---
Er is nog een forse inspanning nodig van gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen om de kwaliteit van de stedelijke woonomgeving te verbeteren. Veel bewoners van de voormalige stadsvernieuwingsbuurten zijn ontevreden over de verloedering en daarmee samenhangende onveiligheid. De bouwtechnische kwaliteit van de woningvoorraad is de afgelopen tien jaar aanzienlijk verbeterd. Hiermee is een belangrijk doel van het stadsvernieuwingsbeleid gehaald. Wel moet - gezien de toename van mensen met een fysieke beperking - het aantal toegankelijke woningen fors omhoog. Ook op het punt van het energieverbruik van de woningvoorraad valt nog aanzienlijke winst te behalen. Minister Kamp van VROM schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer bij het onderzoek 'Kwalitatieve WoningRegistratie 2000' (KWR 2000).WoonomgevingBij de KWR 2000 zijn de kwaliteit van de woning en de woonomgeving gepeild door middel van inspecties en bewonersenquêtes. Zo kan een relatie worden gelegd tussen objectief geregistreerde gegevens en de subjectieve oordelen van de bewoners. Dat het stadsvernieuwingsbeleid vruchten heeft afgeworpen blijkt uit het feit dat de kwaliteit van de woningen in de stadsvernieuwingsbuurten op een vergelijkbaar niveau is gekomen met die in andere wijken. Toch is de tevredenheid van de bewoners over hun woning en woonomgeving in die buurten, ondanks de betere bouwtechnische kwaliteit van de woningen, niet toegenomen. Blijkbaar spelen daar nog andere factoren een rol. Zo vindt een grote groep huishoudens die wil verhuizen, de huidige woning vaak te klein. Maar veel onvrede bij bewoners komt ook voort uit verloedering van de buurt en de daarmee samenhangende onveiligheid. Dat gevoel speelt vooral bij bewoners van stadsvernieuwingswijken in de vier grote steden. Uit de KWR 2000 blijkt dan ook dat criminaliteit een belangrijke reden voor verhuizing is.Stedelijke vernieuwingDeze KWR-uitkomsten bevestigen nog eens de noodzaak om te investeren in de herstructurering van de woningvoorraad en in de openbare ruimte in probleemwijken. Op deze manier kunnen ook de midden en hogere inkomens voor de stad behouden blijven. Het beleid gericht op de stedelijke vernieuwing zal dan ook met kracht worden voortgezet, zo schrijft de minister in zijn brief. Daarbij zullen gemeenten meer dan tot nu toe, fysieke maatregelen moeten combineren met sociaal-economische maatregelen. Bijvoorbeeld de aanpak van verpaupering en vervuiling van de openbare ruimte, van criminaliteit en het bevorderen van scholing en werkgelegenheid.Bouwtechnische kwaliteitUit het onderzoeksgedeelte van de KWR2000 naar de bouwtechnische kwaliteit blijkt dat nog maar één procent van de woningen binnen bestaand stedelijk gebied slecht is, terwijl dat in 1990 nog negen procent was. Verder blijkt dat de particuliere huursector nog steeds achterblijft in kwaliteit ten opzichte van de sociale huursector en de koopsector, maar dat de achterstand wordt ingehaald. Om de manifeste gebreken van de gemiddelde particuliere huurwoning te herstellen is 3700 euro nodig, voor een sociale huurwoning is dat 1600 en voor een koopwoning is dat 3200 euro.ToegankelijkheidHet aantal woningen dat intern (binnen de woning) geschikt is voor mensen met een fysieke beperking is van 1995 tot 2000 fors toegenomen. Bij eengezinswoningen met 62.000 tot 667.000 woningen; bij meergezinswoningen is het aantal toegenomen met 337.000 tot 1.730.000. Dit is mede het gevolg van strengere eisen (vanaf 1997) voor nieuwbouwwoningen. Toch is het aantal woningen dat aan de eisen van interne én externe toegankelijkheid (van de straat naar de woning) voldoet, nog te laag om de toenemende vraag naar dit soort woningen op te kunnen vangen. Het zijn er nu 1.477.000 maar naar verwachting zal hier tot 2015 nog een fors aantal aan toe gevoegd moeten worden door verbouw of nieuwbouw. De minister wil vooral woningcorporaties stimuleren dit aantal te halen. Omdat nu nog slechts de helft van de geschikte woningen bewoond wordt door 65-plussers, zal hij gemeenten en verhuurders ook wijzen op de 'winst' die te halen is uit een zorgvuldige woningtoewijzing.Energetische kwaliteitDe isolatiegraad van de woningvoorraad is ten opzichte van het vorige KWR (1995) met zo'n tien procent toegenomen. In vergelijking met bijvoorbeeld dak en beglazing blijft de isolatie van de beganegrondvloer nog flink achter. Koopwoningen zijn over het algemeen beter geïsoleerd dan particuliere huurwoningen. Het aandeel HR-ketels in woningen met centrale verwarming is vooral dankzij stimulering door de overheid tussen 1995 en 2000 bijna verdubbeld. Toch is om de Kyoto- doelstellingen te halen vooral in de bestaande woningvoorraad nog veel winst te behalen. Binnenkort worden de maatregelen in de vorm van een nieuwe subsidieregeling bekendgemaakt. Deze regeling, waarvoor 64 miljoen euro beschikbaar is, komt in de plaats van de fiscale energiepremieregeling. De vier themarapporten die samen de uitkomsten van de KWR 2000 vormen zijn in te zien op en te downloaden via de VROM-site: www.minvrom.nl/kwr . De titels van de vier rapporten zijn:- Kwaliteit van stedelijke vernieuwingswijken;- Stadsvernieuwing gemeten;- Kwaliteit voor doelgroepen;- Energiebesparende maatregelen in de woningvoorraad.
( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=1&goto=9593&site=persbericht )
---