Persbericht
Provincie wil niet onderhandelen over milieueisen voor bandenopslagbedrijf
6-11-2002
Er valt niet te onderhandelen over de uitgangspunten en
milieumaatregelen die bandenopslag Lintire moet nemen. Dat zeggen
gedeputeerde staten in reactie op schriftelijke vragen van het
VVD-statenlid Oosterhuis.
Het Montfoortse bedrijf voldoet al geruime tijd niet aan de eisen van
de milieuvergunning. Lintire schiet met name te kort in het nemen van
maatregelen die uit oogpunt van brandveiligheid nodig zijn.
Het is dus niet zo, zoals onlangs in een artikel in de Kamerkrant werd
gesuggereerd, dat de provincie sinds kort strengere eisen hanteert. En
de provincie Utrecht gaat bij het verlenen van vergunningen ook niet
verder in het opleggen van brandveiligheidsvoorzieningen dan andere
provincies, aldus gedeputeerde staten. Aanleiding voor de vragen was
een artikel in het blad van de Kamer van Koophandel. Daarin werd de
indruk gewekt dat Lintire zich altijd keurig aan de milieuregels heeft
gehouden en door de provincie plotsklaps met strengere eisen werd
geconfronteerd. Dat is beslist niet het geval, aldus gedeputeerde
staten. Lintire weet al sinds 1996 dat het niet voldoet aan de
voorschriften met betrekking tot brandveiligheid.
Onbeheersbare situatie
Overleg met het bedrijf heeft weliswaar geleid tot enige
verbeteringen, maar de regionale brandweer komt tot de conclusie dat
de situatie zeer brandonveilig is. Doordat een branddetectiesysteem en
brandwerende scheidingen ontbreken en de draagconstructie niet aan de
brandwerendheidseisen voldoet, kan een onbeheersbare brand ontstaan
die 2 à 3 dagen kan duren. Bovendien kan de brand overslaan naar
omliggende bedrijven. Zo'n brand vormt een bedreiging voor het milieu
en de veiligheid van de bewoners van de aangrenzende woonwijk. Lintire
heeft steeds getracht de provincie ervan te overtuigen dat de eisen
onrealistisch zouden zijn. Het bedrijf is wel bereid (vier meter) hoge
muren rondom delen van het bedrijfsterrein te bouwen. Daarmee wordt
echter nog niet voldaan aan het brandbeveiligingsconcept. Dit alles
was volgens milieugedeputeerde Rombouts reden genoeg om niet langer
vruchteloos in overleg met het bedrijf te blijven. In juli van dit
jaar heeft de provincie dan ook twee dwangsommen opgelegd om het
bedrijf te dwingen de brandveiligheid serieus te nemen. De dwangsommen
passen binnen het strengere handhavingsbeleid dat de provincie
vastgesteld heeft na de rampen in Enschede en Volendam en passen
richten zich slechts op de meest noodzakelijke aanpassingen die nodig
zijn om te voldoen aan de huidige milieuvergunning. Die loopt deze
maand af en Lintire heeft inmiddels een nieuwe vergunning aangevraagd.
Nu al is duidelijk dat de provincie in de nieuwe vergunning
aanvullende, scherpere eisen zal stellen om tot een brandveilige
situatie te komen. Die eisen komen voort uit het (landelijke)
brandbeveiligingsconcept dat in 1995 is opgesteld door het ministerie
van Binnenlandse Zaken. Sindsdien houdt de provincie rekening met de
brandveiligheid bij het verlenen van milieuvergunningen.
Milieueisen niet onderhandelbaar
Gedeputeerde staten laten weten dat ze niet bereid zijn met
individuele bedrijven te onderhandelen over minder strenge eisen op
het gebied van milieu en brandveiligheid, in beginsel ook niet als de
maatregelen voor het bedrijf financieel onhaalbaar zijn en er daardoor
sluiting dreigt. Wanneer echter alle bedrijven in deze branche in
financiële nood komen als gevolg van strenge milieueisen en er
daardoor een probleem zou ontstaan in de verwijdering van autobanden
wil de provincie uiteraard meezoeken naar oplossingen.
Meer informatie: Karin Obdeijn, telefoon 030-258 21 92 of
Karin.Obdeijn@provincie-utrecht.nl