Provincie Utrecht

Persbericht

Jeugdzorg vraagt om meer:

Provincie zet verbeteringen jeugdzorg door

6-11-2002
Gedeputeerde Staten van Utrecht houden onverkort vast aan de plannen om de jeugdzorg de komende jaren sterk te verbeteren. Het vandaag door Gedeputeerde Staten bekendgemaakte beleidsplan voor de jeugdzorg zet daarmee de lijn van de afgelopen jaren voort. De plannen van de provincie sluiten aan op de nieuwe Wet op de jeugdzorg, die waarschijnlijk in 2004 van kracht zal worden. Belangrijkste speerpunten van het provinciale jeugdbeleid: een betere afstemming van hulpverlening op de behoeften van jeugdigen en gezinnen; meer zicht op de uiteindelijke resultaten van de hulp; versterking van de samenwerking van de jeugdzorg met gemeentelijk werkende instellingen en het onderwijs; hoge prioriteit aan bestrijding van de lange wachttijden in de jeugdzorg.

Willen we meer jeugdigen en gezinnen eerder en beter helpen, dan moeten de doelmatigheid en doelgerichtheid van de jeugdzorg verbeterd worden. Dat streven GS concreet na met dit beleidsplan voor de jeugdzorg. GS zijn verheugd dit plan te kunnen presenteren. "Het helpt vele partijen opnieuw een stukje dichter bij de ideale inrichting en afstemming van de jeugdzorg te komen", aldus Annie Kamp, gedeputeerde voor jeugdzorg. "We voelen ons bij dit reeds ingezette beleid gesterkt door het recente besluit van de Tweede Kamer om de behandeling van de nieuwe Wet op de jeugdzorg toch door te laten gaan, ondanks de val van het kabinet. Maar ook los daarvan zullen we verder moeten op de in dit beleidsplan uitgezette koers."

Wachtlijsten aanpakken
Om de wachtlijsten in de jeugdhulpverlening te bestrijden, trekt de provincie ook in 2003 extra geld uit (ongeveer 500.000, al eerder toegezegd). In 2002 is met extra geld al een groot aantal projecten van start gegaan. De meeste projecten zijn erop gericht om de behandelduur in de relatief dure daghulp en dag- en nachthulp te verkorten. Hierdoor kunnen er uiteindelijk meer jeugdigen met dezelfde middelen worden geholpen. Bij gebleken succes zullen veel van deze projecten in 2003 kunnen worden voortgezet. Hoewel de provincie en de instellingen hiermee een forse inspanning leveren aan het verkleinen van de wachtlijsten, zij GS ervan overtuigd dat de wachtlijsten niet volledig zijn weg te werken als het rijk het budget dat de provincie voor de jeugdzorg krijgt, niet verhoogd. De afgelopen jaren is de vraag naar jeugdzorg sterk gegroeid, terwijl rijksuitkering hierop ver is achtergebleven.

Samenwerking met gemeentelijke instellingen
Samen met alle Utrechtse gemeenten zullen in 2003 concrete afspraken worden gemaakt over de verdere verbetering van de samenwerking tussen de jeugdzorg en de instellingen en instanties die op gemeentelijk niveau met jeugdigen te maken hebben. Het tijdig opsporen van problemen die jeugdigen en ouders ervaren in de opvoeding, is een taak van voorzieningen in de directe leefomgeving van jeugdigen, zoals het algemeen maatschappelijk werk, de jeugdgezondheidszorg en de zorgteams in het onderwijs. Als kan worden volstaan met lichte vormen van hulp, moet die ook zoveel mogelijk door deze instellingen te worden geboden. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het realiseren van dergelijke 'vroegsignalering en eerste hulpverlening'. Het provinciale bureau jeugdzorg ondersteund daarbij. Als meer intensieve hulp nodig is, moet goede samenwerking tussen bureau jeugdzorg en de gemeentelijke instanties garanderen dat jeugdigen en ouders tijdig en zonder drempels terechtkomen bij het bureau jeugdzorg. Dit bureau gaat dan samen met de cliënt na welke specialistische jeugdzorg nodig is.

Vermaatschappelijking van de jeugdzorg
Als hulp nodig is, dan moet die bij voorkeur in de eigen leefomgeving van de cliënten geboden worden, ook als het om intensieve hulp gaat. Deze vorm van 'hulp aan huis' vindt de provincie belangrijk, en wil ze verder uitbreiden. Dergelijke ambulante hulp en hulpverlening in het gezin zelf maakt het wél noodzakelijk om bij de uitvoering van de hulp meer gebruik te maken van de directe leefomgeving van de cliënt, zoals de school, familie of instellingen op gemeentelijk niveau. Hiermee wil de provincie een bijdrage leveren aan de verdere vermaatschappelijking van de jeugdzorg.

Meer zicht op resultaten van de hulp
De provincie wil de komende jaren meer aandacht besteden aan de resultaten van de geboden hulp. "Over die resultaten bestaat nog nauwelijks goede en onderling vergelijkbare informatie", aldus Kamp. "Dat geldt trouwens ook voor andere zorgsectoren, maar het blijft een slechte zaak. Want het gaat uiteindelijk toch om de vraag of de hulp ook echt helpt. Als daar meer informatie over komt, kunnen ook betere keuzes gemaakt worden bij de beoordeling welke hulp voor cliënt het beste is." Met dergelijke informatie wordt het ook voor de provincie en de instellingen mogelijk om succesvolle vormen van hulp verder te versterken en minder succesvolle vormen om te bouwen. Daarom heeft de provincie met de instellingen afgesproken om de resultaten van de hulpverlening op onderling vergelijkbare wijze in kaart te brengen. Te zijner tijd wordt het gebruik van die instrumenten en de rapportage over de effectiviteit van de hulp een subsidievoorwaarde.

Het plan wordt op 9 december besproken in de Statencommissie Zorg en Welzijn.

Meer informatie: Sari Klatter, telefoon 030-258 20 42 of Sari.Klatter@provincie-utrecht.nl