IP/02/1602
Brussel, 5 november 2002
De Commissie verwelkomt de erkenning van haar
moderniseringsinspanningen door de Rekenkamer
De Rekenkamer geeft een positieve betrouwbaarheidsverklaring af voor
belangrijke aspecten van de financiën van de EU in 2001. De Rekenkamer
concludeert opnieuw dat de rekeningen van de EU een betrouwbaar beeld
geven van de ontvangsten en uitgaven. De Rekenkamer, die nota neemt
van onvermijdelijke vertragingen, verwelkomt de doorlopende
hervormingsinspanningen, en met name de eerste activiteitenverslagen
van de directeuren-generaal. Het met begroting belaste Commissielid
Michaele Schreyer zei over het verslag van de Rekenkamer over 2001: De
Rekenkamer speelt een belangrijke rol door ons te helpen te voldoen
aan de hoge verwachtingen van de Europese belastingbetaler over de
manier waarop wij zijn geld beheren. Wij zijn vastbesloten ervoor te
zorgen dat aan deze hoge normen wordt voldaan bij ons eigen beheer,
maar ook in de lidstaten, die meer dan 80% van de EU-begroting mede
beheren. De bevindingen van het verslag helpen bij het handhaven van
de dynamiek van de modernisering van het financieel beheer bij de
Commissie en in de lidstaten. De Rekenkamer erkent de inspanningen van
de Commissie om meer duidelijkheid te scheppen over
verantwoordingsplicht en verantwoordelijkheid voor het beheer van de
communautaire middelen, met name door middel van het nieuwe Financieel
Reglement, deconcentratie naar de externe delegaties, decentralisatie
van controles naar de diensten en het actieplan dat voortvloeit uit de
eerste jaarlijkse activiteitenverslagen van de directeuren-generaal.
Wij moeten in de komende jaren de boekhouding verder moderniseren, de
audit- en controlesystemen verder verbeteren en ervoor zorgen dat onze
hervormingen in de hele Commissie worden verankerd.
De Rekenkamer geeft een positieve betrouwbaarheidsverklaring af voor belangrijke aspecten van de financiën van de EU in 2001.
De Rekenkamer verklaart dat de transacties in verband met ontvangsten, vastleggingen en administratieve uitgaven over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn, maar dat zij deze zekerheid niet kan geven met betrekking tot de andere betalingen. Dit betekent niet dat het geld van de belastingbetalers bij de programma's waarin de Rekenkamer fouten heeft geconstateerd, op frauduleuze wijze is gebruikt of dat sprake was van wanbeheer of verspilling. Wanneer zulke gevallen worden geconstateerd, neemt de Commissie parallel aan de audits van de Rekenkamer maatregelen om de betrokken middelen terug te vorderen.
Voorts geeft de Rekenkamer een positieve betrouwbaarheidsverklaring af
over de Europese Ontwikkelingsfondsen, hoewel zij een voorbehoud maakt
met betrekking tot de lokale begunstigden.
De Rekenkamer concludeert opnieuw dat de rekeningen van de EU een
betrouwbaar beeld geven van de ontvangsten en uitgaven.
De Rekenkamer is van oordeel dat de rekeningen een betrouwbaar beeld
geven van de ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschappen voor het
begrotingsjaar 2001 en van de financiële situatie aan het einde van
het jaar. De over het geheel genomen positieve beoordeling van de
Rekenkamer gaat vergezeld van enkele bedenkingen met betrekking tot
het feit dat het boekhoudsysteem, evenals de meeste andere
overheidssystemen, op traditionele budgettaire boekhoudbeginselen is
gebaseerd.
De Commissie hecht groot belang aan de modernisering van het
boekhoudsysteem. Overeenkomstig de voorstellen van de Commissie van
juni 2000 en december 2001 vereist het nieuwe Financieel Reglement de
overlegging van geïntegreerde transactierekeningen uiterlijk in 2005.
Tegen het einde van dit jaar zal de Commissie een besluit nemen over
het ontwikkelingsplan en de bijbehorende middelen. Het is de bedoeling
dat de gedetailleerde ontwikkeling van het boekhoudkundig kader en het
boekhoudsysteem in 2003 van start gaat met de relevante tests en dat
de uitvoeringsfase in 2004 begint.
De overschakeling op een boekhouding op transactiebasis zal gepaard
gaan met een parallelle ontwikkeling van de functies van het
geautomatiseerde boekhoudsysteem, SINCOM 2, dat volgens de Rekenkamer
verder moet worden verfijnd en versterkt. Het doel is de
betrouwbaarheid, de veiligheid en de kwaliteit van de in het systeem
opgenomen financiële gegevens te verbeteren. De Commissie heeft op
deze punten reeds actie ondernomen en zal concrete verbeteringen in de
software en de procedures blijven aanbrengen.
De Rekenkamer, die nota neemt van onvermijdelijke vertragingen,
verwelkomt de doorlopende hervormingsinspanningen, en met name de
eerste activiteitenverslagen van de directeuren-generaal.
De Rekenkamer stelt vast dat de ambitieuze en systematische aard van
de door de Commissie doorgevoerde hervormingen ertoe hebben geleid dat
sommige termijnen worden uitgesteld. Zij stemt echter in met de door
de lidstaten en het Europees Parlement goedgekeurde fundamentele
herziening van het Financieel Reglement, dat in 2003 van toepassing
zal zijn, hoewel zij bedenkingen heeft tegen sommige van de
veranderingen die de hervorming meebrengt.
De Rekenkamer beschrijft de eerste jaarlijkse activiteitenverslagen
van de directeuren-generaal van de Commissie als een nooit eerder
voorgekomen oefening in doorzichtigheid. Zij beaamt de analyse van de
Commissie dat de methode die aan deze verslagen ten grondslag ligt,
moet worden verbeterd, maar is van mening dat zij een essentieel
instrument voor het beheer zullen worden.
De Rekenkamer wijst met nadruk op het overschot van 15 miljard EUR in
2001, grotendeels als gevolg van niet-gebruikte structurele middelen.
De Commissie is zich van dit probleem bewust, maar zij is van mening
dat het het gevolg is van een aantal uitzonderlijke omstandigheden die
geleidelijk zullen verdwijnen. De lage besteding kan worden verklaard
door een groot verschil tussen de ramingen van de lidstaten en de
werkelijke uitvoering. 2000 en 2001 waren niet alleen de eerste twee
jaren van de nieuwe programmeringsperiode voor de Structuurfondsen,
maar ook de laatste twee jaren van de financiële uitvoering van de
periode 199499. De autoriteiten in de betrokken lidstaten hebben zich
op de voltooiing van de programma's van de vorige periode
geconcentreerd, waardoor de programma's voor de nieuwe periode
langzaam op gang kwamen.
Het overschot van 2001 is in ieder geval in 2002 aan de lidstaten
terugbetaald.
Zie ook MEMO/02/224 "Vaak gestelde vragen over het jaarverslag van de
Rekenkamer over 2001"