Museum
Geen exploitatiesubsidie voor Nederlands Sport Museum
Aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
S/BOA-2323378
6 november 2002
Bij de behandeling van het onderdeel Sport van de begroting van VWS op
10 december 2001 is een motie ingediend door de heer Meijer (27841, nr
3H, 28 000 XVI) met het verzoek de mogelijkheden te willen nagaan voor
het verkrijgen van een subsidie van de rijksoverheid voor het
Nederlands Sport Museum, tot behoud van het culturele erfgoed op het
gebied van de sport. Daarbij is ook verzocht de mogelijkheden te
willen nagaan van een eventuele bijdrage van het ministerie van OC&W.
Tijdens genoemde begrotingsbehandeling heeft mijn ambtsvoorganger u
laten weten de instandhouding van een Sportmuseum geen
verantwoordelijkheid van VWS te vinden. Wel heeft zij aangegeven bij
haar collega van OC&W de mogelijkheid van het verkrijgen van
financiële steun te verkennen.
Daartoe is allereerst aan het bestuur van het Nederlands Sport Museum
verzocht haar toekomstvisie op papier te zetten. Dat heeft geleid tot
een beleidsplan voor de jaren 2002-2004. Dit beleidsplan biedt naar
mijn mening evenwel in de huidige vorm onvoldoende basis voor een
deugdelijke besluitvorming met betrekking tot de toekomst van het
Nederlands Sport Museum.
Vervolgens is contact gelegd met het ministerie van OC&W teneinde het
verzoek van uw Kamer onder de aandacht te brengen.
Het overleg met OC&W heeft opgeleverd, dat er thans geen mogelijkheden
zijn tot financiële steun, ook niet met een incidentele bijdrage. De
financiering van musea is gebonden aan de mogelijkheden die er zijn
binnen de vierjaarlijkse systematiek van de Cultuurnota. Een museum
komt hiervoor in aanmerking na een positief advies van de Raad voor
Cultuur.
De lopende verplichtingen liggen reeds vast tot en met 2004. Het
Nederlands Sport Museum kan een aanvraag indienen voor de
daaropvolgende periode van 2005-2008. Vooruitlopend daarop kunnen
evenwel geen toezeggingen worden gedaan.
Voorts ben ik nagegaan of er door vakdepartementen (incidentele)
bijdragen aan sectorale musea worden verstrekt (zoals het Museum voor
Communicatie). Gebleken is dat er soms bijdragen voor specifieke
projecten worden verstrekt, maar nagenoeg geen exploitatiesubsidies.
Het voorgaande brengt mij tot de conclusie dat ik geen exploitatiesubsidie aan het sportmuseum zal verstrekken. Mocht het sportmuseum er in slagen een sluitende exploitatie te bereiken, sluit ik de mogelijkheid van een projectbijdrage voor specifieke activiteiten, passend binnen het sportbeleid, niet op voorhand uit.
Met het voorgaande ga ik ervan uit, de bovengenoemde motie van de heer
Meijer te hebben uitgevoerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp