Nationaal Actieplan Seksueel Misbruik Kinderen

Rapport 'Illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid in de prostitutie een jaar na de opheffing van het bordeelverbod'

Ruim een jaar nadat het algemeen bordeelverbod is geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht bestaan nog steeds de strafbare vormen van prostitutie: illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid. Nog altijd zijn prostituees zonder geldige verblijfsvergunning werkzaam.

Niet alleen in moeilijker te controleren sectoren zoals de straatprostitutie, het thuiswerk en de escort, maar ook in sectoren waar de handhaving eenvoudiger is, zoals de raamprostitutie en de clubs. Ook onvrijwilligheid komt in meerdere verschijningsvormen voor, met name in de escort en in de straatprostitutie. Er is nog sprake van mensenhandel in vrouwen en meisjes uit Europese en niet-Europese landen.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het ministerie van Justitie / WODC heeft verricht. Per 1 oktober 2000 is het algemeen bordeelverbod geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht. Met de opheffing wordt beoogd dat gemeenten de vrijwillige prostitutie beter kunnen reguleren, onder meer door het invoeren van een gemeentelijk vergunningenbeleid. Tegelijkertijd worden bepaalde vormen van exploitatie van prostitutie die te vatten zijn onder de noemer 'mensenhandel', strenger gestraft. Het ministerie van Justitie heeft de Tweede Kamer toegezegd de effecten, ook eventueel ongewenste neveneffecten, gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van de wet te volgen en evalueren.

Het rapport 'Illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid in de prostitutie een jaar na de opheffing van het bordeelverbod' betreft een deel van die evaluatie. Het onderzoek richt zich op onvrijwillige prostitutie, prostitutie door minderjarigen en illegale prostitutie, en de mogelijke verschuivingeffecten door de opheffing van het bordeelverbod.

Aanpak

Het onderzoek probeert zicht te krijgen op verschijnselen die zich per definitie niet in alle openbaarheid afspelen, in het bijzonder moeilijk toegankelijke sectoren in de prostitutie: de straat- en thuisprostitutie, de escort en 06-prostitutie. Daarbij zijn uiteenlopende onderzoeksmethoden benut. Er is gesproken met prostituees en minderjarigen die in de prostitutie werkzaam zijn, op hun werklocatie. Omdat standaard onderzoeksmethoden niet geschikt zijn om prostituees te traceren, is voor een actieve benadering gekozen. De onderzoekers zijn op zoek gegaan naar plaatsen waar prostituees werken, of hebben telefonisch contact gezocht naar aanleiding van advertenties (06 nummers). Dit betekent dat de dataverzameling niet alleen overdag, maar ook 's avonds en 's nachts plaatsvond.

Als aanvullende bron van informatie zijn gesprekken gevoerd met medewerkers van gezondheidsdiensten, hulpverleningsinstanties, politie en andere instellingen. Ook zijn gesprekken gevoerd met exploitanten van verschillende soorten prostitutiebedrijven: clubs, privé-huizen en ramen. bordeelhouders, kamerverhuurders. Daarnaast is contact gelegd met mensen die in hun dagelijks werk zijdelings het een en ander te horen en zien krijgen van de prostitutie, zoals taxichauffeurs.

Verplaatsingseffecten

Verschuivingen en verplaatsingen in de prostitutie traden ook al voor de opheffing van het bordeelverbod op. Toch zijn er verplaatsingseffecten opgetreden die te kwalificeren zijn als effecten van de wetswijziging. Deze effecten kun je omschrijven als 'waterbedeffect' en 'blazen in een volle asbak'.

Het waterbedeffect is een metafoor voor de effecten die optreden ten gevolge van handhaving: hard drukken (strakke handhaving) op één plaats heeft effect op de plaats waar je drukt (sanering van de prostitutiebranche op die locatie). Duidelijk te constateren was dat in de onderzoeksperiode mensenhandel zich verplaatste van locaties waar streng gecontroleerd werd naar locaties waar dat minder streng gebeurde. Plaatsen waar minder streng gecontroleerd wordt, waren bij prostituees zonder geldige vergunning algemeen bekend ('free towns').

Bovendien laat de sector zich niet geheel saneren en zoekt naar uitwegen. Dit heeft tot gevolg dat prostitutie opduikt op andere, oneigenlijke plekken, met andere verschijningsvormen in grotere onzichtbaarheid. Een complicerende factor bij de handhaving is dat de vergunningverlening (bestuurlijke handhaving) soms nog niet op orde is of dat de bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving niet goed op elkaar zijn afgestemd. Dit heeft rechtsongelijkheid van exploitanten en prostituees tot gevolg. Dit tweede effect, het blazen in een volle asbak, houdt in dat criminelen naar wegen zoeken de prostituees buiten de vergunde sector om aan de slag te houden. Hierdoor ontstaat een gefragmenteerd 'grijs circuit'. De fragmentering van prostitutieactiviteiten levert grote problemen op voor handhavende en controlerende instanties als hulp- en dienstverleners. Zij verliezen steeds verder het zicht op de aanwezigheid van illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid.

De onderzoekers concluderen dat er een kloof lijkt te ontstaan tussen het lokale niveau waarop gehandhaafd wordt en het regionale, landelijke en soms internationale niveau waarop de prostitutie zich organiseert. Een uitsluitend lokaal gerichte aanpak is volgens het Verwey- Jonker Instituut gezien de moeilijk controleerbare vormen van prostitutie dan ook niet afdoende.

Illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid in de prostitutie eenj aar na de opheffing van het bordeelverbod. Auteurs: drs. Marjolein Goderie, dr. Frans Spierings en drs. Sandra ter Woerds. Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, juli 2002. 1SBN 90-5830-97-8. Prijs ex. portokosten 12,00 euro. 119 pagina's.

---


---

Laatst gewijzigd: 07-11-2002