Provincie Noord-Brabant












6 November 2002



Gemeenten niet klaar voor arbeidsmarktbeleid





Het is een nieuwe taak voor gemeenten om, de groeiende groep, moeilijk bemiddelbare werkzoekenden te begeleiden naar een baan. Meer dan de helft van de middelgrote en kleine gemeenten in Brabant heeft nog geen arbeidsmarktbeleid. De afspraak tussen het Rijk en de gemeenten is dat zij uiterlijk in 2003 een sluitende aanpak hebben.
Gedeputeerde Onno Hoes (economische zaken en arbeidsmarktbeleid) doet een oproep aan de gemeenten om in actie te komen om de achterstand daadwerkelijk aan te pakken. "De aanpak moet niet alleen vanuit het individu gericht zijn, maar ook worden afgestemd op de werkelijke behoefte van het bedrijfsleven. Gemeenten moeten op dit vlak meer met elkaar en met andere partijen samenwerken", aldus Hoes.


De scholing- en ontwikkelingsfondsen van werkgevers en werknemers zouden volgens provinciebestuurder Hoes sneller en in grotere mate beschikbaar moeten komen. Vooral om herintredende laaggeschoolde baanlozen de nodige scholing te geven. Hiermee wordt voorkomen dat in tijden van economische neergang deze groep weer snel op straat staat zonder goede opleidingen.


Het afgelopen jaar is het aantal baanlozen in Brabant gestegen. Het aantal langdurig baanlozen, dat tussen 2001 en 2002 daalde, blijft stabiel. Maar onder de huidige economische vooruitzichten komt de positie van de langdurig baanlozen extra onder druk te staan. Vooral onder ouderen is de langdurige baanloosheid hoog. De werkende beroepsbevolking en de langdurig baanloze beroepsbevolking vergrijst sterk. Ook vrouwen en etnische minderheden zijn fors oververtegenwoordigd in de groep langdurige baanlozen. Het grootste deel van de langdurig baanlozen is moeilijk bemiddelbaar. Onder kortdurend baanlozen concentreert de stijging zich bij werkzoekenden die moeilijk bemiddelbaar zijn.