Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

7 November 2002

Behandeld

Monique Muller-van Leenen

Kenmerk

hh-1414/02

Telefoon

070-3485494

Blad


1/3


Fax

070-3484486

Bijlage(n)


-

E-Mail

monique.muller@minbuza.nl

Betreft

Uw verzoek informatie te ontvangen over de stand van zaken met betrekking tot de verlening van transgene voedselhulp aan Zuidelijk Afrika

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 25 oktober 2002 met kenmerk Buza 2002/51.

Op 2 oktober jl. ging u een brief toe over de actuele situatie in Zuidelijk Afrika ten aanzien van de voedselcrisis, (Buza020408). Op 8 oktober jl. gingen u antwoorden toe op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ormel (CDA) over transgene voedselhulp aan Zuidelijk Afrika (TK vergaderjaar 2002-2003 nr. 133). In onderhavige brief zal, conform uw verzoek dd. 25 oktober jl., nader ingegaan worden op de laatste stand van zaken ten aanzien van de verlening van transgene voedselhulp aan Zuidelijk Afrika.


1. Zoals bekend verzet Zambia, van de zes landen binnen het VN-appeal voor Zuidelijk Afrika, zich het meest uitgesproken tegen het ontvangen van genetisch gemodificeerd voedsel. De andere landen, al dan niet door de nijpende situatie gedwongen, accepteren alle geboden steun, inclusief genetisch gemodificeerd maïs. Zimbabwe en Mozambique stellen daarbij wel de voorwaarde dat de maïs vermalen wordt, om te voorkomen dat het als zaaigoed gebruikt wordt en er op deze wijze onbedoeld transgeen materiaal in het ecosysteem wordt geïntroduceerd. Zimbabwe heeft zelf capaciteit om genetisch gemodificeerd maïs te vermalen, en Zuid Afrika heeft aangeboden genetisch gemodificeerd maïs die door de internationale gemeenschap gedoneerd is voor de regio, kostenloos te vermalen


2. In de tweede helft van september bezocht een Zambiaanse delegatie van experts de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, België, Noorwegen, Nederland en Zuid-Afrika om zich te laten informeren over genetisch gemodificeerd voedsel. Het ging hierbij om diverse aspecten van dit voedsel, zoals voedselveiligheid, milieu en handel. Op basis van het rapport van deze Commissie Banda heeft de Zambiaanse regering op 29 oktober jl. het besluit genomen dat uit voorzorg geen genetisch gemodificeerd voedsel zal kunnen worden geaccepteerd, ook niet in vermalen vorm. Het rapport van de Commissie Banda is overigens vooralsnog niet openbaar gemaakt.


3. Het WFP is volop bezig met distributie van voedsel in de regio en distribueert in Zambia nu niet genetisch gemodificeerd maïs. Dat neemt niet weg dat de operatie door het besluit van de Zambiaanse regering bemoeilijkt wordt. Zo moeten maïsimporten nu eerst een certificaat krijgen dat het geen genetisch gemodificeerd materiaal bevat voordat het geïmporteerd kan worden. Voorts moeten er voor de in het land reeds aanwezige genetisch gemodificeerde maïsvoorraden alternatieven worden gevonden. WFP heeft aangegeven dat het bijvoorbeeld met recente bijdragen van de Europese Commissie regionaal niet genetisch gemodificeerd voedsel kan aankopen. Ook heeft WFP besloten de Nederlandse donatie van USD 4 mln. voor Zambia te gebruiken. Daarmee zal regionaal voedsel worden aangeschaft dat niet genetisch gemodificeerd is.

Desalniettemin kan niet uitgesloten worden dat niet iedereen op tijd met voldoende voedsel bereikt wordt. Dit geldt overigens niet alleen voor Zambia, maar ook voor de andere landen in de regio, aangezien het regionale appeal nog lang niet alle fondsen waar het om gevraagd heeft, heeft gekregen. WFP bekijkt momenteel of het voedsel dat door Zambia is geweigerd, elders in de regio kan worden ingezet.


4. Nederland heeft tijdens de Uitvoerende Raad van WFP die van 21 ­ 25 oktober in Rome plaatsvond, de discussie over genetisch gemodificeerd voedsel geagendeerd. Op Nederlands verzoek heeft het secretariaat van WFP een document opgesteld waarin het WFP-beleid ten aanzien van donaties van genetisch gemodificeerd voedsel uiteen wordt gezet. Tijdens de vergadering bleek echter geen grondige inhoudelijke discussie mogelijk omdat de G-77 (de groep van ontwikkelingslanden) zich hiertegen verzette en meer tijd nodig achtte om het document met de hoofdsteden te bespreken. Nederland heeft aangegeven dat het de keuzevrijheid van ontvangende landen van groot belang acht. Noorwegen en België gaven aan dat hun bijdragen aan WFP niet aangewend mogen worden voor de aanschaf van genetisch gemodificeerd voedsel. Uit het debat onstond het beeld waarbij de meeste landen een herzien WFP secretariaatsdocument wenselijk achtten en waarin te volgen procedures, maar ook aandacht voor de discussie over veiligheid van genetisch gemodificeerd voedsel, aan de orde komen. WFP zal een nieuw document opstellen dat bij een volgende bijeenkomst van de Uitvoerende Raad besproken zal worden.


5. Nederland heeft inmiddels USD 5 miljoen bijgedragen naar aanleiding van het VN-appeal voor de regio. Van deze Nederlandse bijdrage is USD 4 miljoen (¤ 4,3 mln.) overgemaakt aan het WFP, die deze in zijn geheel voor Zambia bestemd. Verder wordt USD 1 miljoen ingezet voor Zimbabwe via lokale NGO's.
Nederland stelt in het algemeen drie voorwaarden aan voedselhulp:

· de distributie van voedselhulp dient volstrekt onpartijdig te verlopen;

· het voedsel dient zoveel mogelijk lokaal of regionaal te worden aangeschaft;

· de betrokken landen dienen zelf de keuze te kunnen maken of zij al dan niet genetisch gemodificeerde voedselhulp accepteren.

In aanvulling op deze bijdragen, en gezien de nijpende situatie in de regio heb ik het voornemen nog eens ¤3 mln. beschikbaar te stellen voor het VN-appeal voor Zuidelijk Afrika. Deze bijdragen zullen ter beschikking gesteld worden aan FAO (¤ 2 mln.) en aan UNICEF (¤ 1 mln.). De Europese Commissie heeft inmiddels in totaal ¤ 310 miljoen toegezegd voor voedselhulp aan de zes in het regionale VN-appeal opgenomen landen.

De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

UN, Integrated Regional Information Network (IRIN), persbericht dd. 9 oktober 2002

===