KNMG reactie op wetsvoorstel Kwaliteitswet en Klachtwet
Samenvatting KNMG reactie
In juli 2002 heeft de regering bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel
ingediend dat strekt tot wijziging van zowel de Kwaliteitswet
zorginstellingen als de Wet klachtrecht cliënten zorgsector
(wetsvoorstel 28 489). Het wetsvoorstel heeft voornamelijk tot doel om
de Inspectie voor de Gezondheidszorg van meer en betere informatie te
voorzien over mogelijke problemen en knelpunten inzake de kwaliteit
van zorg. In het algemeen kan de KNMG dit ondersteunen. Wel wil de
KNMG wijzen op een aantal vragen en knelpunten die mogelijk de
uitvoering en de effectiviteit van de voorgenomen wetswijzigingen
kunnen belemmeren.
Inhoud wetsvoorstel
Het wetsvoorstel voegt aan de Kwaliteitswet toe de verplichting om aan
de Inspectie calamiteiten en situaties van seksueel misbruik te
melden. Aan de Wet klachtrecht wordt een bepaling toegevoegd die
preciezer omschrijft welke informatie moet worden opgenomen in het
wettelijk verplichte klachtenjaarverslag. Daarnaast wordt aan de Wet
klachtrecht een bepaling toegevoegd die het de minister mogelijk maakt
een aanwijzing te geven aan hulpverleners of instellingen die de Wet
klachtrecht niet goed naleven. Tenslotte wordt niet in het
wetsvoorstel, maar in de Memorie van Toelichting de mogelijkheid
genoemd dat een klachtencommissie besluit informatie over een klacht
aan de Inspectie te zenden, in gevallen waarin de zorgaanbieder in
gebreke blijft bij het wegnemen van ongewenste situaties.
Taken en beleid van de Inspectie
De KNMG acht het van groot belang dat in het kader van de
parlementaire behandeling van het wetsvoorstel aandacht wordt besteed
aan het volgende.
* Ten aanzien van het toezichtbeleid van de Inspectie. Hierover
bestaat onduidelijkheid. Daarbij gaat het onder meer om een
consistente en proportionele aanpak van de Inspectie en om het in
acht nemen van procedurele zorgvuldigheid en eisen van behoorlijk
bestuur.
* Daarnaast ontbreekt nadere invulling van de wijze waarop de
Inspectie haar handhavingsinstrumenten hanteert. De evaluatie van
de Kwaliteitswet laat zien dat ook binnen de Inspectie zelf
hierover veel vragen en onduidelijkheden bestaan. Niet alleen uit
een oogpunt van wetseffectiviteit, maar ook vanwege de
rechtszekerheid van artsen en instellingen is helderheid geboden
over wanneer de Inspectie in actie komt en op welke wijze.
Openbaarheid van gemelde informatie
Relevant is bovendien de vraag hoe het staat met de openbaarheid van
informatie die aan de Inspectie wordt gemeld, in relatie tot Wet
Openbaarheid van bestuur (WOB). Nog onlangs oordeelde de
bestuursrechter in de zaak betreffende een door het Utrechtse UMC aan
de Inspectie toegezonden rapport van een intern onderzoek dat
openbaarheid regel is, en geheimhouding uitzondering.
Uiteraard zijn openbaarheid en transparantie van informatie
belangrijke uitgangspunten. De KNMG acht het van belang dat een balans
bestaat tussen openbaarheid en transparantie enerzijds en de
mogelijkheid om informatie vrijelijk en verantwoord te kunnen
gebruiken voor interne kwaliteitstoetsing anderzijds. De noodzaak tot
openbaarmaking van informatie kan evenwel de bereidheid tot
participatie in interne kwaliteitstoetsing bemoeilijken. De
mogelijkheid, dat de Inspectie verplicht is om pers of burgers te
informeren over de gemelde gegevens is reëel en moet naar onze mening
bekend zijn bij de beoogde melders. De KNMG acht het dan ook gewenst
dat de regering haar visie geeft op deze problematiek.
Melding door klachtencommissie aan Inspectie
De KNMG is van mening, dat het voor een goede taakuitoefening van de
klachtencommissie van het grootste belang is dat de commissie het
vertrouwen heeft van zowel klager als aangeklaagde. Zowel waar het
gaat om de bereidheid om klachten in te dienen als om de bereidheid
van artsen om mee te werken aan het klachtonderzoek is dat vertrouwen
zeer belangrijk. Om die reden kunnen vraagtekens worden gezet bij een
melding door de klachtencommissie aan de Inspectie. Van een melding
door de klachtencommissie aan de Inspectie op basis van tot de patiënt
herleidbare gegevens kan volgens de KNMG geen sprake zijn. Een melding
op basis van een niet meer tot de klager herleidbare gegevens, is
denkbaar als aan een aantal uitgangspunten is voldaan (melding alleen
bij herhaalde ernstige klachten, op basis van een globale omschrijving
en na voorafgaande mededeling aan klager en aangeklaagde). In het
geval van een melding op basis van herleidbare patiëntgegevens is
naar de mening van de KNMG een wettelijke grondslag onvermijdelijk,
maar komt bovenal de vraag op of een dergelijke meldingsmogelijkheid
wel opportuun is en of de voordelen daarvan opwegen tegen de nadelen.
Integrale tekst
U kunt ook de doc volledige tekst van het KNMG reactie downloaden.
Vragen?
Neemt u dan contact op met de Artseninfolijn van de KNMG, bereikbaar:
telefonisch 030 - 282 3322
per e-mail: artseninfolijn@fed.knmg.nl